Een uit de Insein-gevangenis gesmokkelde tekening toont het leven van politieke gevangenen in Myanmar, 31 juli 2021 © Reuters

‘Je zult zeven jaar opgesloten zitten. En als je hier uit komt, zul je nutteloos zijn. En je ouders zullen zich voor je schamen.’ Met die omineuze boodschap stuurde de ondervrager van de geheime dienst Bo Kyi in 1990 na acht dagen foltering naar de beruchte Insein-gevangenis van Yangon. De 25-jarige studentenactivist nam zich op die dag van zijn opsluiting een ding voor: hij zou dat dreigement logenstraffen.

Op een kleine, onopvallende compound in Thailand blikt Bo Kyi terug op zijn tijd achter de tralies. Bedachtzaam neemt hij trekjes van zijn cheroot (Myanmarese sigaar). Van bitterheid geen spoor. Net als tienduizenden anderen van zijn generatie raakte hij voor het eerst betrokken bij de politiek toen in 1988 studentenprotesten tegen het bewind uitgroeiden tot demonstraties waaraan miljoenen uit alle lagen van de bevolking deelnamen. Met harde hand greep het leger in. Er vielen in enkele dagen duizenden doden en evenzovele anderen belandden achter de tralies. Bo Kyi ontsnapte ternauwernood aan arrestatie en de studentenbeweging verdween weer ondergronds.

Twee jaar later werd hij alsnog gearresteerd. Hij zette zijn zinnen op het leren van Engels. In ruil voor steekpenningen bracht een bewaker hem nu en dan een pagina uit het woordenboek. Zodra hij de bladzijde in zijn geheugen had geprent, at hij het bewijs op. Op het bezit van leesmateriaal stonden strenge straffen.

In 1993 zwaaide de celdeur open, maar in 1994 klapte hij alweer voor vier jaar dicht toen Bo Kyi weigerde als informant voor de geheime dienst te werken. Het was in die periode dat snipper voor snipper een bespreking van Nelson Mandela’s Long Walk to Freedom uit The New York Times werd binnengesmokkeld. Mandela’s wilskracht inspireerde Bo Kyi en de andere politieke gevangenen. Ze componeerden een lied over de leider van het anc waarmee ze zichzelf moed in zongen: ‘Nelson Mandela is de zwarte kracht uit Zuid-Afrika, hij kan 27 jaar duisternis overwinnen.’

Hij verzoende zich met het besef dat hij niet wist wanneer hij zou vrijkomen. ‘Anders word je gek.’ Hij leerde de grote politieke eisen te verruilen voor kleinere, haalbaardere doelen die als een overwinning voelden. Zoals de eis om beter eten of het langer openlaten van de celdeuren naar de gemeenschappelijke gang. ‘Datgene waarover je geen controle hebt, moet je loslaten en je richten op hetgeen wel binnen je bereik ligt.’ Het werd ook voor zijn leven buiten de gevangenis een handzame les. ‘Niet ons lichaam maar onze geest is de vijand voor de autoriteiten. Daarom is alles er op gericht ons mentaal te breken en ons te ontmenselijken.’ Het besef hielp hem zich te wapenen tegen die vernietiging.

De simpele zorg voor een jonge duif die tegen de tralies was gevlogen bleek heilzaam. ‘Mijn celgenoten en ik deelden rijst en bonen met haar. Toen ze sterk genoeg was om terug te keren naar haar soortgenoten liet ik haar met pijn in mijn hart gaan.’ Ook nu nog praat hij over het vogeltje alsof het een dierbaar familielid was.

Dankzij medegevangenen die tot de etnische minderheden behoorden, ontdekte Bo Kyi dat het decennialange conflict dat de militairen als een oorlog tegen criminele bendes en terroristen presenteerden, in werkelijkheid een strijd voor zelfbeschikking en gelijke rechten was. Te midden van de wreedheid die hem dagelijks omringde, bleek de kans om te leren een serum tegen haat en wraakzucht. ‘Maar natuurlijk is de terugkeer naar de samenleving nooit makkelijk. Daglicht doet pijn aan je ogen, normale geluiden zijn al snel te veel. Zelfs een drukke straat oversteken kost moeite.’

We komen van een kleine gevangenis in een grote, zeggen veel voormalige politieke gevangenen spottend als ze weer op vrije voet zijn. Bo Kyi merkte al snel hoe waar die woorden waren. Hij kon geen stap verzetten zonder dat de inlichtingendienst hem op de hielen zat. Een baan bij een bedrijf of de overheid was vanwege zijn besmette verleden niet te vinden of van korte duur omdat de geheime dienst de werkgever bedreigde. Hij verdiende de kost met het geven van privé-lessen Engels. Toen hij na zijn tweede detentie in 1998 opnieuw werd vrijgelaten wist hij dat het een kwestie van tijd was of hij zou weer worden opgepakt. Ook zijn moeder voorvoelde zijn noodlot. Op een nacht verscheen ze aan zijn bed en prevelde boeddhistische gebeden. Hij hield zich slapende en glipte de volgende dag zonder afscheid te nemen weg.

De relatieve veiligheid in Thailand bracht geen vrijer leven. Zoals zo veel ex-gevangenen zat Bo Kyi met allerlei banden vast aan zijn vroegere leven. ‘Sommige demonstranten stierven in mijn schoot. Hoe kon ik hen vergeten?’ Ook de herinnering aan zijn jeugdvriend, de bekende studentenleider Min Ko Naing, die sinds 1989 in eenzame opsluiting zat in een uithoek van het land, liet hem niet los. ‘Ik wilde voor hem en andere politieke gevangenen doen wat ik kon.’

Met een tiental lotgenoten zette hij in het aangrenzende Thailand de Assistance Association for Political Prisoners (aapp) op. In het geheim en op bescheiden schaal begon de organisatie politieke gevangenen en hun families te ondersteunen. ‘Vaak is de gearresteerde kostwinner en raakt het gezin zijn inkomen kwijt.’ Via een ondergronds netwerk werd informatie vergaard over het lot van de gevangenen. Zonder internet kon het weken duren voordat de berichten via boodschappers Thailand bereikten. Het hechte team groeide uit tot een belangrijke bron voor internationale mensenrechtenorganisaties als Amnesty International, Human Rights Watch en de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties. Ook diplomaten en internationale media weten hun weg te vinden naar aapp. Sinds de militairen in 2021 een staatsgreep pleegden, draait de organisatie overuren. Nooit eerder werd het aantal politieke gevangenen in zo’n korte tijd zo hoog. Begin maart 2023 staat de teller op ruim zestienduizend.

‘Ik was 19 toen ik voor het eerst werd opgesloten. Ik ben nu bijna 55 en nog is de strijd niet voorbij’

Het documenteren van het lot van politieke gevangenen is nog altijd risicovol en complex. Medewerkers moeten in het diepste geheim opereren. De knowhow van het regime om dataverkeer te onderscheppen en de afzenders op te sporen wordt steeds geavanceerder en bovendien zijn delen van het land door de junta afgesneden van internet.

Bo Kyi’s bedaarde voorkomen en onderkoelde woordkeus zijn bedrieglijk. aapp is een veeleisend levenswerk. Voor het lobbyen en campagnevoeren was hij bovendien voortdurend op reis. Toen zijn eerste kind, een zoon, ter wereld kwam, zat hij niet aan het kraambed maar bij een afspraak met de speciale VN-gezant voor de mensenrechten, Paulo Pinheiro. Zo kwam de baby aan de bijnaam Nheiro. Op de achttiende verjaardag van zijn zoon ontbrak hij vanwege werk. In Brief aan mijn zoon verklaarde hij zijn liefde en legde uit waarom hij zo vaak een afwezige vader was. In de laatste regels klonk zijn eigen levensmotto door: ‘Het leven is kort. Wees gezond en gelukkig. En stel je talenten in dienst van de waarheid.’

De dossiers van AAPP lezen ook als een kroniek van de afgelopen decennia in Myanmar, met een burgerverzet dat werd overgeërfd van generatie op generatie sinds het leger in 1962 de macht greep. Er leken hoopvoller tijden aan te breken toen in 2010 het huisarrest van Nobelprijswinnares en oppositieleidster Aung San Suu Kyi werd opgeheven en een regering van voornamelijk ex-militairen prille politieke hervormingen doorvoerde. Maar sceptici vroegen zich af hoe ver de nieuwe vrijheid zou reiken. De motieven van de generaals waren pragmatisch. De toenemende overheersing door de grote bovenbuur China was een doorn in het oog. Ook ambieerden de militairen een modern land dat zich kon meten met andere lidstaten van asean (Associatie voor Zuidoost-Aziatische Naties).

Onder een presidentieel pardon kwamen honderden politieke gevangenen vrij. In ruil voor het laten vieren van de teugels begonnen westerse landen de betrekkingen te normaliseren. Ballingen keerden terug. Ook Bo Kyi werd op 5 januari 2013 op de luchthaven verwelkomd door een opgewonden kluwen vrienden en familie. ‘Een optocht van auto’s reed me naar mijn ouderlijk huis.’ Regelmatig werd hij op straat herkend. Soms kreeg hij korting in de taxi. Al snel klopten de nieuwe machthebbers op zijn deur. Deze keer niet voor een ondervraging, maar met een voorstel tot samenwerking voor de vrijlating van de overige politieke dissidenten en verbetering van de omstandigheden in de gevangenissen. Natuurlijk twijfelden hij en zijn collega’s van aapp en vroegen ze zich af of ze niet voor het karretje van het leger werden gespannen. ‘We besloten het risico te nemen. Door stil te zitten bereik je ook niets’, vertelde hij destijds in Yangon.

Terwijl het oude onderkomen in Thailand verstofte, deed het nieuwe onwerkelijk aan: de wand met tientallen zwart-witfoto’s van activisten die in de gevangenis waren overleden, de namen die jarenlang slechts fluisterend werden uitgesproken en nu openlijk ter tafel kwamen. Maar al snel documenteerde aapp nieuwe politieke gevangenen. Vaak geen bekende dissidenten, maar mondige burgers die zich verzetten tegen de onteigening of vervuiling van hun gronden. Van een structurele hervorming van de draconische wetgeving kwam ook onder de regering van Suu Kyi en haar collega’s die na de verkiezingsoverwinning van 2015 aantrad maar weinig terecht. In een sfeer van ‘wie niet met ons is, is tegen ons’ werden tientallen kritische burgers in staat van beschuldiging gesteld.

De toezegging om een vredesproces met de etnische minderheden vlot te trekken, bleek loos. Het leger had nog altijd grote politieke en militaire macht en bleef straffeloos opereren tegen de minderheden. De grotendeels statenloze Rohingya-moslims werden zwaar vervolgd en in een nieuwe geweldsorgie werden honderdduizenden naar Bangladesh verdreven. In ruil voor een werkbare relatie met de militairen offerde Suu Kyi de mensenrechten op. Toch proefde een groot deel van de bevolking zo’n tien jaar van een fragiele vrijheid. Een jongere generatie groeide op met perspectief op een beter leven dan hun ouders en grootouders hadden gekend.

Maar de verkiezingsoverwinning van de partij van Suu Kyi in 2020 joeg de spanning met de militairen verder aan. Op 1 februari 2021 greep het leger in onder het voorwendsel dat er bij de gang naar de stembus gefraudeerd was. Parlementariërs en activisten werden massaal opgepakt. Toen miljoenen de straat op gingen om te protesteren tegen de staatgreep openden leger en politie al snel het vuur op de vreedzame demonstranten. De medewerkers van aapp kwamen hoog op de wanted-list. Ze doken onder of vluchtten naar Thailand. ‘We hebben geluk dat we ons kantoor aangehouden hadden’, zegt Bo Kyi met lichte spot. Er werd geverfd, gezaagd en gepoetst om het oude verblijf nieuw leven in te blazen. Ook het kleine museum dat bezoekers een inkijk gaf in de duistere onderwereld van de Myanmarese gevangenissen werd gerenoveerd.

Achter een rode deur met een getralied luikje hangt de tekst: ‘There can be no national reconciliation in Burma, as long as there are political prisoners.’ Onder de tekst ‘Fallen Spring Stars’ staren enkele honderden gezichten de bezoeker aan. Veel jongeren en zelfs een paar kinderen, onder wie een meisje van zeven jaar met bolle wangen en een strikje in het sluike haar. aapp heeft vastgesteld dat 3071 burgers werden gedood door het regime, maar dat is alleen het aantal dat de organisatie kan bevestigen. Het werkelijke cijfer ligt veel hoger. In afgelegen gebieden komen tallozen naamloos om in het oorlogsgeweld of ze sterven door honger en ziekte. Ook het gewapende verzet heeft doden op zijn geweten. Met informanten of anderen die voor de junta werken wordt regelmatig zonder vorm van proces afgerekend. Maar het overgrote deel van de slachtoffers komt voor rekening van het regime.

‘Van veel politieke gevangenen weten we niet waar ze zich bevinden en of ze nog leven. Ze raken vermist zodra ze naar ondervragingscentra worden afgevoerd. Ze verdwijnen voor weken of maanden’, zegt Bo Kyi. En na een stilte: ‘Of voor altijd.’

Het documenteren van het lot van politieke gevangenen is nog altijd risicovol en complex

Hoofdschuddend concludeert hij over juntaleider Min Aung Hlaing: ‘Hij is tot alles in staat. Niemand weet wat zich in zijn hoofd afspeelt.’ Anderen uit de legertop hebben een minstens zo slechte reputatie. ‘Het regime wordt ook gedreven door wraak nu de strijd deze keer mogelijk niet te winnen valt. Steeds vaker worden politieke gevangenen gebruikt om de woede op te koelen.’ Zelfs executies worden voor het eerst in decennia weer uitgevoerd. In juli vorig jaar werden vier gevangenen, onder wie de prominente schrijver en activist Ko Jimmy en de populaire rapper en ex-parlementariër Zeyar Thaw, opgehangen. Het vonnis werd vastgesteld in een militair tribunaal achter gesloten deuren en zonder advocaat. ‘Met de doodstraf willen de militairen de bevolking ook zo veel mogelijk angst aanjagen’, zegt Bo Kyi.

Families worden vaker dan voorheen collectief gestraft. Zelfs kinderen worden gemarteld in de gevangenis. ‘Het instituut is hetzelfde, maar de leiders zijn nog wreder’, concludeert hij. Ook de behandeling van de 77-jarige Aung San Suu Kyi geeft aan dat de wind die er waait nietsontziender is dan ooit tevoren. De voorgangers van de huidige junta beschouwden haar nog altijd als een geprivilegieerde gedetineerde toen ze tussen 1989 en 2010 ruim vijftien jaar onder huisarrest in haar villa in Yangon verkeerde. Ze was immers de dochter van de vader des vaderlands Aung San, die het leger oprichtte en het land naar de onafhankelijkheid leidde. Voor zover bekend zit ze alleen opgesloten in een armzalig gebouwtje van een gevangenis in de omgeving van de hoofdstad Naypyitaw. Het is een veeg teken dat ze voor de rechter verscheen in een grauwwit gevangenisuniform in plaats van in haar traditionele thamein (sarong) en eingyi (kraagloos bloesje). Een scala aan veroordelingen kan haar voor de rest van haar leven opgesloten houden.

Politieke gevangenen worden niet alleen als afschrikwekkend voorbeeld misbruikt. Ze dienen ook als wisselgeld om goodwill te kweken in binnen- en buitenland. Of om met positief nieuws de media te halen. Van de bijna zesduizend gedetineerden aan wie begin dit jaar met veel tamtam amnestie beloofd werd, waren slechts enkele honderden politieke gevangenen. Van een deel zat de straf er bovendien al op. Enkelen werden opgepakt toen de internationale aandacht was weggeëbd. Vrijwel dagelijks vinden nieuwe arrestaties plaats. De duizenden gedetineerden die op criminele gronden vastzaten, lopen het risico na hun vrijlating gerekruteerd te worden voor de milities die aan het leger gelieerd zijn.

Op een zaterdagmiddag leidt aapp-medewerker Kyaw Soe Win vijf buitenlandse bezoekers het schemerige museum binnen. Hij wijst op een blokje van de roodwitte maquette, een replica van de Insein-gevangenis. ‘Dit was mijn cel.’ Na de grote demonstraties van 1988 zat hij zes jaar vast. Hij tilt een paar verroeste ketenen van de grond en doet voor hoe die als extra straf om zijn benen werden gedaan. Zijn vinger gaat naar een foto van een bord rijst. ‘De eerste keer dat ik dit te eten kreeg, moest ik overgeven van de stank.’ Hij klinkt kalm en zijn gezicht toont nauwelijks emotie. Eenmaal weer buiten zegt hij: ‘Aanvankelijk vond ik het moeilijk hier te zijn, maar het werkte helend.’

Hij kreeg zo’n tien jaar geleden training in traumacounseling van de Johns Hopkins-universiteit in Baltimore. Hij stuurt de aapp-teams aan die psychische hulp verlenen, grotendeels online. Het zijn voornamelijk voormalige politieke gevangenen en hun families die deze bijstand krijgen. Maar Kyaw Soe Win zegt wat velen zeggen: ‘Iedereen in Myanmar heeft nu een trauma. Deze crisis is erger dan alle voorgaande.’

Hun hechte band helpt om ondanks alles overeind te blijven, zeggen de aapp-medewerkers. ‘We zijn een familie. We hoeven elkaar als ex-politieke gevangenen niets uit te leggen.’ Ook gezamenlijk ontbijten doet goed. Op de vroege zaterdagochtend geurt in huize Bo Kyi de mohinga, een Myanmarese vissoep, in een grote kom. De ene na de andere gast schuift aan de ronde tafel aan. Velen zijn voormalige politieke gevangenen. Met hun verhalen kunnen ze een jaarboek van Amnesty International vullen. Als Su Su, een vrouw met zachtmoedige trekken, haar bord vol schept, grappen de anderen: ‘Zij is de veteraan.’ In periodes van vier keer zat ze in totaal tien jaar gevangen. Een vijfde keer voorkwam ze door na de staatsgreep naar Thailand te vluchten. Haar ogen raken omfloerst: ‘Ik was 19 toen ik voor het eerst werd opgesloten. Ik ben nu bijna 55 en nog is de strijd niet voorbij.’ Als aan het eind van de middag de hitte uit de lucht trekt, klapt vaak de pingpongtafel open die op de kleine compound tegen de wand staat. Dan ontstaat een fanatieke dans van sprongen. Zweetdruppels spatten in het rond.

Na een potje tafeltennis laat Bo Kyi zijn gedachten gaan over de internationale reacties op de situatie in zijn vaderland. Kort na de staatsgreep haalden de protesten het wereldnieuws. Daarna verdween het land uit de internationale schijnwerpers, ook al is het verzet tegen de junta nog volop gaande. Westerse landen hanteren een wapenembargo en stelden sancties in tegen de legertop en hun medestanders. ‘Ze kunnen veel meer doen als ze dat echt willen’, zegt Bo Kyi. Op zijn lijstje staan onder andere technische en financiële steun aan de nug, de regering van nationale eenheid, die na de staatsgreep door afgezette parlementariërs en hun medestanders werd opgezet. En hij zegt met klem: ‘Verleen op geen enkele manier legitimiteit aan het regime.’ Het is geen loze waarschuwing. De junta heeft voor later dit jaar verkiezingen aangekondigd. Die zijn slechts bedoeld om de heerschappij van het leger te verlengen en te legitimeren, honen veel Myanmarezen.

Westerse landen parkeren de verantwoordelijkheid voor een oplossing vooral bij asean. Maar de Associatie is verdeeld over de aanpak van de internationale paria in hun midden, en vooralsnog tandeloos.

Bij eerdere ontmoetingen verwoordde Bo Kyi ook zijn zorgen over de teloorgang van de gezondheidszorg en het onderwijs en de groeiende armoede, over wraakzucht onder de bevolking, en de mogelijkheid dat bendes de overhand krijgen nu er zo veel wapens in omloop zijn. Maar deze keer heeft hij ook hoopvollere gedachten. ‘Het leger heeft zo veel problemen. Nooit eerder in de geschiedenis kwamen zo veel mensen uit zo veel verschillende lagen van de samenleving zo lang in verzet. Als we dit volhouden, hebben we deze keer een kans om te winnen.’

Zelf moet hij er niet aan denken om te vechten, maar hij heeft begrip voor zijn landgenoten, onder wie veel jongeren, die de wapens tegen het regime opnamen. ‘Ze hebben het politieke proces een kans gegeven. Daarna hebben ze zich verzet met vreedzame protesten. Maar niemand kwam hun te hulp toen het leger met geweld reageerde. Daarom beschermen ze nu zichzelf.’ Vaak laat Bo Kyi in zijn analyses ruimte voor twijfel, maar deze keer zegt hij gedecideerd: ‘Zonder de druk van wapens zullen deze militairen nooit luisteren.’