Ik beleefde een vreemd gevoel na de aardbeving in Turkije en Syrië. Het overviel me al eerder: mijn lichaam wordt korter, mijn rug kromt zich en mijn penis verschrompelt tot onzichtbaarheid. Altijd als ik dit gevoel heb, herinner ik me de held van het verhaal van de Russische schrijver Nikolai Gogol, over de man wiens neus zijn gezicht verlaat, of Gregor Samsa, die in Kafka’s roman in een enorme kever verandert, en Saladin Chamcha in Rushdie’s roman, bij wie twee hoorns op zijn hoofd groeien. Ben ik een freak? Of ben ik een held geworden in een Syrische roman, waarvan de titel Hel of Aardbeving zou kunnen zijn?

Mijn moeder in Syrië antwoordt niet, mijn vader en broer ook niet! Ik probeer en probeer, maar krijg geen antwoord. Alle scenario’s over hun lot schieten door mijn hoofd, allemaal tragisch. Zijn ze dood? Leven ze nog, maar onder het puin? Probeert iemand ze te redden? Wat zegt mijn moeder tegen mijn broer terwijl ze onder het puin liggen? Ik weet dat ze gewoonlijk elke dag om vier uur ’s ochtends, het uur van de aardbeving, haar koffie drinkt met haar ochtendsigaret. Heeft ze geluk gehad en nog de laatste kop koffie van haar leven kunnen drinken en de laatste sigaret kunnen roken?

Mijn familie is verspreid over Syrië en de asiellanden, terwijl mijn ouders en een broer in Aleppo, Syrië bleven. Sinds tien jaar ontmoet ik hen alleen via WhatsApp. Al die jaren droomde ik ervan hen weer te ontmoeten. Een van de vragen die ik mezelf stelde terwijl ik op nieuws over hen wachtte, was hoe ik zou kunnen deelnemen aan hun begrafenis terwijl ik hier ben, ver van hen vandaan. Evenmin zal ik naar Syrië kunnen gaan om zelfs maar een handje te helpen bij deze ramp, zoals veel Nederlands-Turkse vrijwilligers die makkelijk en snel aan boord van het vliegtuig stapten en naar Turkije vertrokken.

Het is ironisch dat ik geen Syrisch paspoort kreeg, omdat ik een tegenstander ben van het regime. Met mijn Nederlandse paspoort gingen de deuren van bijna alle landen van de wereld open, maar de deur naar Syrië bleef voor mij gesloten. Als ik zou aankomen op de internationale luchthaven van Damascus, zou ik worden gearresteerd, zoals Mazen Hamada, een Syrische vluchteling en activist in Nederland. Hij verdween bij zijn aankomst in februari 2020 en zijn familie of vrienden hebben sindsdien niets meer over hem gehoord.

Internet was de eerste twee dagen in Aleppo niet beschikbaar. Toen mijn vader me drie dagen na de aardbeving antwoordde, vroeg ik hem: ‘Ik heb jullie veel gebeld! Zijn jullie in orde?’

‘We zijn nog niet dood! De dag des oordeels is hier aangebroken. We leven al jaren in de hel en nu leven we in een nieuw hoofdstuk van de hel.’

‘Wat deed je toen de aardbeving begon?’

‘Ik was net wakker en de aarde begon te dansen, ik probeerde op te staan maar het lukte niet.’

‘Kon je toen uit je huis ontsnappen?’

‘Nee, ik slaagde erin om de hoek van de kamer te bereiken en zat daar te wachten op mijn dood, maar die kwam niet!’ Ik zag dat hij glimlachte. Hij zei dat er niemand meer in de buurt was. ‘Iedereen is gevlucht, zelfs de zwerfhonden en -katten. Maar waarheen? Bijna de hele stad is getroffen.’

‘Zijn een repressief regime, oorlog, armoe, de pandemie, cholera en de aardbeving niet genoeg?’

Het dak van het huis is beschadigd, maar hij weigert het te verlaten. Een koppige oude man. Het is ook erg koud buiten, vooral ’s nachts. Hij herhaalde het gezegde van mijn moeder: ‘Het dierbaarste voor een mens is zijn huis.’ Hij weigert nog steeds in een tent te wonen zolang zijn huis niet volledig verwoest is. ‘Het is beter hier te sterven.’

Sinds de aardbeving toesloeg, zit ik gekluisterd aan de nieuwszenders. Ik volg de namen van de getroffen gebieden in Syrië en Turkije. In veel van deze gebieden wonen vrienden en bekenden. Ik werkte met hen samen bij oppositiemedia in Syrië. Samen documenteerden we de slachtoffers van de bombardementen door gevechtsvliegtuigen van het regime. Ik probeer met hen allemaal in contact te komen. Sommigen antwoorden dat ze in orde zijn. Een van hen verloor familieleden en een ander verloor vrienden.

Er was er een die tegelijkertijd zijn moeder en vader verloor. Hij schreeuwde aan de telefoon: ‘Mijn moeder en vader, Somer, ik heb ze in één graf begraven. Waarom doet Allah ons dit aan?’ Ik wist niet wat ik moest antwoorden. Een van mijn beste vrienden zat vast met zijn vrouw en twee kinderen onder het puin van zijn ingestorte huis. Nadat ik was gerustgesteld over mijn familie, begon ik me zorgen om hem te maken. Ze werden na ongeveer honderd uur levend gered. Al die uren waren zijn twee kinderen in shock. Ze huilden niet en ze praatten niet. Hij zei me dat zijn ziel dood is.

Ik volg wat er wordt gerapporteerd over de situatie van de mensen die hebben geleden in Syrië en Turkije, ik lees hun nieuws, ik kijk hoe ze met hun handen het puin proberen op te tillen om hun dierbaren te redden. Een vader in de stad Jenderes, in het noordwesten van Syrië, roept: ‘Hier zijn mijn vrouw en kinderen!’ Hij wijst naar een grote hoop puin. Hij harkt onophoudelijk het puin met zijn blote handen weg en smeekt de wereld om te hulp te komen. Het lijkt erop dat koppigheid een kenmerk is van Syriërs. Ze doen al meer dan tien jaar een beroep op de wereld, maar stilte was het antwoord. Toch doen ze opnieuw een beroep.

Sociale media zijn een groot rouwcentrum geworden voor Syriërs, waar ze condoleances uitwisselen en rouwen om het verlies van dierbaren. Iedereen vraagt zich af wanneer deze nachtmerrie zal eindigen. Er zijn veel schattingen van de omvang van de schade die de aardbeving in Syrië heeft aangericht. De gebouwen die tijdens de aardbeving vielen, waren al instabiel vanwege de bombardementen van de Russische en Syrische gevechtsvliegtuigen. Ook waren veel gebouwen, vooral in het noordwesten van Syrië, opnieuw opgebouwd, maar de afwezigheid van een staat en overheidsinstellingen die de kwaliteit van de constructie bewaken, leidde tot dit hoge aantal instortingen.

Er zijn mensen die de aardbeving toeschrijven aan een goddelijke straf voor Turkije, juist omdat het onlangs de betrekkingen met het Syrische regime wilde herstellen. ‘Moge God Erdogan straffen, vooral bij de verkiezingen in mei in Turkije, omdat hij het Syrische volk heeft verraden’, zegt een Syriër zelfverzekerd. Maar hij vraagt zich niet af waarom Gods toorn ook op de Syriërs valt. Anderen zeggen dat het een waarschuwing van God voor ons allemaal is, omdat we hem simpelweg zijn vergeten. Maar hoe kan God willen dat we hem niet vergeten en tegelijkertijd moskeeën en gebedshuizen vernietigen waarin we hem kunnen aanbidden?

Syrische activisten verspreidden een satellietbeeld van de beweging van overvliegende vliegtuigen op de avond van de aardbeving. De heldere Syrische lucht werd alleen verstoord door het geschreeuw van mensen, terwijl de lucht van Turkije vol grote hulpvliegtuigen was. Er waren genoeg excuses te bedenken voor deze kwestie, waaronder de sancties tegen het regime, dat alle Syrische luchthavens onder zijn controle staan, en dat niemand het regime vertrouwt of ermee te maken wil hebben.

Maar hoe zit het dan met de getroffen gebieden die buiten de controle van het regime vallen? Vele dagen gingen voorbij en ook hier kwam geen hulp binnen. De Syriërs daar riepen dat ze nu geen eten of tenten willen, maar zware machines om het puin dat boven op hun dierbaren ligt op te ruimen. Ze vroegen hardop: ‘Als de wereld niet om ons geeft, waar zijn onze broeders in de Arabische landen dan?’

De weinige Arabische landen die actie ondernamen, stuurden echter hun vliegtuigen en konvooien om de getroffenen in de gebieden van het regime te helpen, en velen van hen stuurden vanaf het eerste moment hun vliegtuigen naar Turkije. Op het moment dat ik deze woorden schrijf is er geen aandacht besteed aan de getroffenen in Noordwest-Syrië, behalve emotionele verklaringen.

‘Mijn moeder en vader, Somer, ik heb ze in één graf begraven. Waarom doet Allah ons dit aan?’

Iedereen zei vanaf de eerste dag dat de weg naar de enige grensovergang aan de Turks-Syrische grens was aangetast door de aardbeving en dat hulptrucks niet konden passeren. Het vreemde is dat de weg wel vanaf de eerste dag beschikbaar was voor tientallen ambulances die de lichamen van in Turkse steden omgekomen Syrische vluchtelingen te vervoeren om te worden begraven in Syrië.

Drie dagen na de aardbeving publiceerde een Syrische journalist een video uit de door de oppositie bezette stad Harem, waarin hij zegt: ‘Het gekreun dat we hoorden van degenen die vastzaten onder het puin, dat ons hoop gaf dat er nog mensen in leven waren, dit gekreun is gestopt. We danken de hele wereld, we willen niets meer van jullie. Onze dierbaren zijn overleden, we zullen hun lichamen opgraven en ze in stilte begraven.’

De Syrische Witte Helmen redden een jongen onder het puin vandaan in de stad Al-Dana in de provincie Idlib die in handen is van de oppositie, 6 februari © Aaref Watad / AFP / ANP

Ik kijk, ik hoor, ik lees… Ik voel me zo machteloos dat ik nog meer vervaag. Ik word steeds korter en mijn rug steeds krommer! Wat hebben de Syriërs de wereld aangedaan om op deze manier in de steek gelaten te worden? Al meer dan tien jaar sterven ze stilletjes, zo niet begraven onder bombardementen, dan wel verdronken in de zeeën of op de wegen die ze namen op zoek naar een leven of een betere hel dan die ze achterlieten. Ze stierven door honger en kou. En nu vallen ze dood neer door de aardbeving. Is de onmacht van de wereld echt vergelijkbaar met de mijne?

Martin Griffiths, de ondersecretaris-generaal voor Humanitaire Zaken en de coördinator voor noodhulp, gaf zondag 12 februari op Twitter toe dat de Verenigde Naties tot nu toe mensen in Noordwest-Syrië in de steek hadden gelaten: ‘Ze voelen zich terecht in de steek gelaten. Op zoek naar internationale hulp die niet is aangekomen. Het is mijn plicht en onze plicht om deze fout zo snel mogelijk te corrigeren. Dat is nu mijn focus.’ In een interview met Al-Jazeera op dinsdag 14 februari zei hij heel graag zware machines te willen leveren aan Noordwest-Syrië. Maar hij zei niet hoe. Toen hem werd gevraagd waarom de VN de Syriërs in de steek hadden gelaten, werd de verbinding plotseling verbroken. Ik wilde heel graag zijn antwoord weten. Zelfs na de zevende dag van de aardbeving blijft de internationale respons traag.

Ondanks de slechte economische omstandigheden waaronder de Syriërs lijden, lanceerden ze verschillende volksinitiatieven om hulp in te zamelen. Zo konden de inwoners van de stad Deir ez-Zor, die in de loop van de jaren bijna volledig werd verwoest door grote veldslagen, een konvooi van tussen de tachtig en honderdvijftig vrachtwagens sturen met voedsel, kleding, dekens, matrassen, enzovoort. De Syriërs merkten op dat wat alleen Deir ez-Zor heeft gegeven vier keer meer is dan wat de VN tot nu toe leverden.

De Syriërs geven zichzelf het recht om de hele wereld te vervloeken na deze lange reeks teleurstellingen. Maar de wereld bestaat niet uit een enkel blok. De Syriërs willen niet toegeven dat deze wereld een complex internationaal systeem is, niet zozeer gedreven door moraal, als wel door politieke belangen en berekeningen. Die zijn de belangrijkste drijfveer voor de snelle reactie van de Verenigde Staten en andere landen die niet op goede voet staan met Erdogan.

De Syriërs vergeten ook, omdat ze de hele tijd in een razende hel zitten, dat mensen wezens zijn die snel verveeld raken. Milan Kundera stelde dat de geschiedenis alleen licht werpt op de eerste minuten van gebeurtenissen en dat geen enkele actuele gebeurtenis continu in het nieuws blijft. Hij zei: ‘Zullen de stervende kinderen van Somalië, naar wie miljoenen zo gespannen hebben gekeken, niet sterven? Wat is er van hen geworden? Zijn ze dikker geworden of geraamtes? Bestaat Somalië zelf echt?’

Verveling was waarschijnlijk een van de belangrijkste redenen waarom de ministers Stef Blok en Sigrid Kaag in september 2018 besloten te stoppen met het steunen van de Syrische Witte Helmen. De ministers waren in hun bericht aan de Tweede Kamer pessimistisch over de situatie in Syrië. De kans dat de rebellen in de burgeroorlog het tij nog weten te keren is volgens de ministers ‘buitengewoon beperkt’ geworden en de steun waar Nederland in totaal zeventig miljoen euro voor vrijmaakte, heeft ‘niet het gewenste resultaat’ opgeleverd.

De opschorting van de steun viel samen met de grote militaire aanval die het regime en zijn bondgenoot Rusland op dat moment voorbereidden op de provincie Idlib, het laatste bolwerk van de gewapende oppositie. Een maand voor de datum waarop de steun werd stopgezet, meldden mensenrechtenorganisaties de zwaarste bombardementen die de provincie in een maand had meegemaakt. Syrische en Russische vliegtuigen zouden toen tegen de 870 bombardementsvluchten hebben uitgevoerd. Het was in die tijd dus het werk van de Witte Helmen om degenen te redden die vastzaten onder het puin van honderden huizen.

Syriërs vragen zich op sociale media af: zijn een repressief regime dat zijn gelijke niet heeft, een jarenlange oorlog, extreem barre economische omstandigheden, armoede, de pandemie, cholera, doden door koudegolven, en nu de aardbeving nog niet genoeg? Wat moeten we nog meer meemaken?

Ik stelde deze vraag aan mijn vader, hij glimlachte en zei dat hij het niet wist. ‘Maar er komt zeker meer, en zoals het Arabische gezegde luidt: deze wang is het gewend om geslagen te worden.’

Een Syriër schreef op Facebook: ‘Op een dag zullen we ook sterven in een vulkaanuitbarsting en een tsunami en zo zullen God en de wereld worden verlost van ons bestaan.’