
‘Your mother and I we did this act/ In some hotel ’bout nine months back/ Now, it’s love that brings you here.’ Hiatt beschreef ook een vaderlijk gevoel van een onbestemde toekomst: ‘There’s no telling what she might do/ Before her doin’ days are through.’
Welnu, inmiddels is die bestemming er: Lilly Hiatt uit Nashville is singer-songwriter geworden. Op haar debuut nog tamelijk nadrukkelijk in het spoor van haar vader, maar op haar tweede album klinkt een andere muzikale erfenis door: die van de alternatieve kant van de jaren negentig, van de gitaarrock van de Pixies en de Breeders. Dat begint al in opener Far Away, met die gruizige gitaar en die ijlig hoge uithaal. Het is een spannende scheidslijn waarop Hiatt zich beweegt: een versmelting van erfenissen. Je hoort liefde voor Tom Petty, voor country en blues, en tegelijk hoor je iemand die is opgegroeid nadat Nirvana en de bands waardoor Kurt Cobain zich liet beïnvloeden de jaren tachtig definitief ten grave hadden gedragen. Hiatt klinkt verzorgd in de arrangementen en rauw in de afwerking van de nummers. Hart in Nashville, hoofd in Seattle, en af en toe een vleug Berlijn en New York: synthipop en een rand jaren-zeventigpunk. In Get This Right komt het allemaal samen, ook omdat het nummer op een prettige manier klinkt, alsof het in een oude garage is opgenomen. Haar teksten zijn vaak donker en altijd direct. Weinig omhalen, geen mooischrijverij.
In een interview met Rolling Stone zei John Hiatt, ex-alcoholist en ex-drugsverslaafde, ooit dat in de nacht dat zijn dochter was geboren hij in een Mexicaans restaurant over zijn schoen stond te kotsen. Het onvermijdelijke moment in de carrière van Lilly Hiatt dient zich op dit album aan: dat waarin ze Georgia Rae beantwoordt, en zelf over haar vader zingt. Somebody’s Daughter heet het nummer, waarin ze de vorm schikt naar de vent: nadrukkelijk klinkt de steel pedal-gitaar, weg zijn de effecten en synthesizers, dichtbij klinkt Nashville, al lonkt ze in de tekst naar Californië. ‘I ain’t looking for a savior/ Just tryin’ to be me’, zingt ze. Akte twee: de verwijdering. ‘I’m sorry that I hurt you/ I’m sorry that I fled/ But I gotta see the ocean/ Gotta make my own bed.’ De geruststelling zit in akte drie: ‘I’m somebody’s daughter/ And I’m gonna be fine.’
Lilly Hiatt, Royal Blue (Pias)
Beeld: Lilly Hiatt (Gregg Roth)