Dit jaar zijn er vijftien dorpen met een iepenloftspul. Het mooie woord betekent openluchtspel.

Het decor, de afgelopen maanden gebouwd in een loods, is op het veld neergezet. Een lange bank op het gras, daarachter een kroeg: tafeltjes met Perzische tapijtjes, een bar. Verder een paar huizen, een balkon voor een balkonscène. Op de voorgrond een klein kippenhok. In het kippenhok scharrelen drie kippen.

De acteurs, de bouwploeg, de mensen van de kleding en de grime, het bestuur, de Commissie financiën, de Commissie licht, geluid en tribunes en de Commissie PR zijn negen maanden aan het werk geweest om drie voorstellingen te verzorgen. Het gaat om een organisatie zo degelijk als van de Elfstedentocht. De Commissie parkeren zorgt dat iedereen zijn auto kwijt kan in een weiland.

Ik ga op de tribune zitten en bekijk het decor. Ik had er de achterkant al van gezien, vanuit onze tuin die aan het kaatsveld grenst. Nu zie ik hoe de hoge bomen om onze tuin, die daar al tientallen of honderd jaren staan, deel uitmaken van het decor. Ik besef dat ook de lucht er deel van uitmaakt, en de wolken die al kleur beginnen te krijgen van de lage zon.

De voorzitter heet ons welkom en het spel begint. Een groep acteurs komt het speelveld op in oude, treurige zwarte pakken en jurken. Nu word ik afgeleid door de kippen op de voorgrond. Ik hoor wel wat de acteurs zeggen, maar ik kijk naar de kippen in hun hok.

Het spel brengt een afbeelding van de wereld en het is zelf een wereld.

Ze zijn aan het scharrelen. Ze pikken in de grond, gaan zitten, klapperen met hun vleugels, staan weer op, pikken weer in de grond, lopen tegen een trappetje omhoog, springen met open vleugels naar beneden, gaan weer zitten, draaien zich om, draaien zich weer om. Ze doen, ik zeg dit zonder enig verstand, wat kippen doen. En het begint me te interesseren dat ze zich helemaal niets aantrekken van wat er vlakbij gebeurt. Voor de acteurs en hun spel, waar zeshonderdvijftig mensen om me heen naar zitten te kijken, hebben die kippen geen enkele aandacht. En ik bedenk: ook niet voor ons, hier op de tribune.

Een van de acteurs loopt met boze stappen voor het kippenhok langs en gaat af, de achterblijvers verheffen hun stem, de kippen kijken niet op of om. En nu zie ik hoe ook de wolken hun eigen gang gaan in de lucht. Het begint te schemeren en de vleermuizen komen weer op insecten jagen. In een luchtlaag daarboven zijn de zwaluwen ook nog in de weer, ik heb dat nooit tegelijk gezien. En dan komt er een duif overvliegen, op weg naar een van onze bomen.

De kippen gaan op stok. Twee van de drie blijven nog even scharrelen, de derde springt al op een lat even boven de grond. Zoekt haar evenwicht, fladdert, gaat andersom zitten. En weer andersom, zit rustig, begint weer te fladderen, gaat op een andere plek op de stok zitten. Opnieuw rust. Nu komt een van de andere twee erbij, en moet nummer één weer een flink stuk opzij. Ik kan, zonder kennis van zaken, niet uitmaken of het hier om afgunst gaat of om gezelligheid.

De kippen, de vleermuizen en de zwaluwen zijn druk met hun bedrijf, terwijl ik tussen een zeshonderdvijftig mensen zit die niet om zich heen of in de lucht maar naar het spel kijken, die nadenken over de tekst, de gestileerde gebaren, het opkomen en het afgaan van de acteurs, alles zo vol betekenis en ritueel. Het duizelt me als ik besef hoeveel werkelijkheden er naast elkaar bestaan. En hoe onafhankelijk van elkaar ze zich afspelen.

Het spel brengt een afbeelding van de wereld en het is zelf een wereld. Maar het is een wereld omgeven door tal van andere werelden die er zijn zodra je erop let. Een gedachte van niets, maar sinds ik het iepenloftspul zag, raak ik hem niet meer kwijt. Nu maar weer snel naar het nieuws over de grote drama’s van Europa.


Voor meer informatie over de iepenloftspulllen die nu te zien zijn: http://iepenloftspullen.nl/main.php?p=overzicht&jaar=2015