Was William Melvin Kelley (1937-2017) echt zoekgeraakt in de literatuurgeschiedenis en werd zijn debuutroman A Different Drummer (1962) onlangs toevallig herontdekt door The New Yorker? Of ging het om het particuliere enthousiasme van een pseudo-ontdekker, opgepikt en aangedikt door een hype-gevoelige uitgever? Zeker is dat Kelley’s eersteling gewoon genoemd én geroemd wordt in diverse naslagwerken over Amerikaanse literatuur (zijn latere, experimentelere, romans komen er bekaaid van af).

Faulkner-biograaf Frederick R. Karl bijvoorbeeld heeft het in zijn voortreffelijke American Fictions 1940-1980 (1983) over ‘een literaire gebeurtenis’ en omschreef de kern van de vertelling – het massale wegtrekken van de zwarte bevolking uit een imaginaire Zuidelijke staat – als een briljante vondst. Hij zag in A Differerent Drummer verteltechnische overeenkomsten met As I Lay Dying en inhoudelijke gelijkenissen met Absalom, Absalom! en situeerde Kelley tussen Richard Wrights Native Son (1940) en Ralph Ellisons klassieker Invisible Man (1952). Dat is niet gering. Karl eindigde zijn respectvolle analyse van A Different Drummer met een zin waaruit zijn literaire voorkeur sprak: ‘Ideologie die voortkomt uit karakters is veel overtuigender dan karakters die voortkomen uit een ideologie.’ Met andere woorden: liever het modernistische individualisme van Ellison dan de sociale zendingsdrang van Wright. Kelley kon niet kiezen tussen die twee opvattingen.

De dwarse drummer in Kelley’s debuut heeft een literaire naam: Tucker Caliban. Deze iele zwarte man, met bril en hoge stem, stamt af van een legendarische, reusachtige Afrikaan die ver vóór de Burgeroorlog in een slavenschip naar Amerika werd gebracht maar lang weigerde zich te onderwerpen, net als Caliban in Shakespears’s The Tempest. De daad die Tucker Caliban stelt verbijstert de blanke bevolking: hij strooit zout over zijn akkers, steekt zijn gepachte boerderij in brand, doodt zijn paard en koe en vertrekt met zijn zwangere vrouw en kind naar het Noorden. Wat volgt is ongelooflijk: de gehele zwarte bevolking uit de denkbeeldige staat, ingeklemd tussen Mississippi en Alabama, vertrekt voorgoed en laat de blanke bevolking ontredderd achter. Wat te doen? Een zwarte prediker uit New York die wil weten wat er gebeurd is, krijgt de schuld van de exodus en wordt bijna gelyncht.

Kan dat zomaar, je ketenen van je afwerpen zoals De Afrikaan deed?

Dit is dan wel de plot van A Different Drummer, het boek begint als alles al voorbij is. Veel spannender is de manier waarop Kelley zijn verhaal vertelt: a-chronologisch en vanuit wisselend maar immer wit perspectief, vooral dat van de familie Willson, afstammelingen van een Zuidelijke generaal uit de Burgeroorlog (in Absalom, Absalom! is Harvard-student Quentin Compson eveneens kleinzoon van zo’n generaal). Vanuit dat volgehouden vertelstandpunt wordt de zwarte exodus eind mei 1957 nog raadselachtiger en ongrijpbaarder voor simpele rationele en politieke verklaringen. Lag het massale vertrek aan het opspelende Afrikaanse ‘bloed’? Wilde Tucker Caliban de leider zijn van een zwarte opstand? Of zat de zwarte jezuïet Bennett T. Bradshaw er toch achter? Niets van dat al. Maar wat dan? Kelley bouwt zijn roman brokstuksgewijs – de beperkte blik van jongere en oudere blanke mannen en vrouwen – op en nodigt de lezer stilzwijgend uit zelf antwoorden te formuleren uit de fragmentarische levensverhalen die hij krijgt gepresenteerd: prachtige en perfect passende puzzelstukjes. Duidelijk is dat Tucker Caliban niets heeft van een ‘oom Tom’, de zwarte man uit Harriet Beecher Stowe’s klassieker die zich de vernedering systematisch liet aanleunen. Hij lijkt dan wel iets van ‘een goeie nikker’ te hebben, maar er broeit iets in hem wat er vroeg of laat uit komt.

Tegen ‘meneer Leland’, een achtjarig jongetje, zegt Tucker Caliban dat hij nog niets is kwijtgeraakt omdat hij nog zo jong is. Het jongetje begrijpt niet wat hij dan nog heeft wat anderen zijn kwijtgeraakt. Calibans uitspraak komt later in de roman terug in het lange fragment dat vanuit de zeventienjarige Dymphna Willson wordt verteld. Daarin borduurt de ex-huishoudhulp Bethrah, de vrouw van Tucker, voort op dat ‘kwijtraken’: ‘Ik weet het niet, maar misschien zijn mensen die studeren – Dewey [Willson], ik, misschien iets kwijtgeraakt wat Tucker nog heeft. Misschien zijn we het geloof in onszelf kwijtgeraakt. Wanneer we iets moeten doen, doen we het niet gewoon maar denken we er ook over na…’, waarna het denken de daad vervangt. Vandaar dat Tucker zich verzet tegen organisaties die zogenaamd de belangen propageren van de zwarte bevolking maar dadenloos blijven.

Kelley begon met zijn roman tegen het einde van de jaren vijftig, toen de burgerrechtenbeweging aarzelend op gang kwam, Martin Luther King van zich deed spreken en de segregatie ter discussie stond. Tucker Calibans vader John, die zijn hele leven opofferde aan de familie Willson, stierf in een bus met aparte plaatsen voor blanken en zwarten. Tijdens de begrafenisplechtigheid barst Tucker in woede uit als hij het woord ‘opoffering’ hoort. Een spontane ontbranding, die niets te maken heeft met ingewikkelde ideeën over hoe de mensen met elkaar, of apart van elkaar, kunnen leven. Kan dat zomaar, je ketenen van je afwerpen zoals De Afrikaan (Caliban de Eerste) deed? Wie dwars tegen de stroom in gaat en zich niet laat inpakken door welke slappe vereniging ook voor ‘kleurlingenzaken’ kan iets teweeg brengen. Geloof in jezelf is niet iets typisch Amerikaans…

A Different Drummer was in 1962 een scherpe maar ook genuanceerde discussiebijdrage tégen de communistenjacht en vóór de strijd voor gelijke burgerrechten. Niet alle blanken bleken racisten, David Willson schreef artikelen tegen de apartheid, die via zijn vriend Bradshaw in ‘communistische’ kranten terechtkwamen. De jezuïet Bradshaw, oprichter van de Opstandingskerk van de Zwarte Jezus Christus in Amerika en in woord en geschrift strijder tegen de segregatie, wordt afgeschilderd als communist en antisemiet. Maar Bradshaw beseft dankzij Tucker Calibans actie dat woorden geen daden zijn en dat hij zijn ideeën moet bijstellen. De lezers van A Different Drummer moeten dat ook.