
Op papier is Last Last - een openhartige break-up-song gebaseerd op een interpolatie van Toni Braxtons He Wasn’t Man Enough for Me - een onwaarschijnlijke zomerhit. Hartzeer en festival-euforie gaan doorgaans lastig samen. De praktijk wijst anders uit: op TikTok zingen tallozen het met Nigeriaans slang doorspekte refrein – ‘I need igbo and shayo’ - fonetisch mee tegen de achtergrond van verschraalde festivalweides, overvolle buurtbarbecues, uitzichtloze Schiphol-rijen en spaarzaam verlichte VIP-tafels.
Er zijn er weinig die hun melancholie met de triomfantelijke extase van een met horeca-vuurwerk versierde fles Dom Perignon kunnen voorzien. Maar dat is slechts een van de redenen om gefascineerd te zijn door de Nigeriaanse popsensatie Damini Ebunoluwa Ogulu, beter bekend als Burna Boy. Als een van de voornaamste hedendaagse wegbereiders van Afrikaanse popmuziek heeft hij zich in de afgelopen jaren met ieder album hoger op de Olympus van de internationale popmuziek geworpen. Dat is fascinerend omdat 1) hij zijn met Pidgin-Engels, Yoruba, Igbo en Brits-Jamaicaans slang doorspekte teksten nooit heeft hoeven aan te passen om het voor elkaar te krijgen dat zelfs stadions vol Amerikanen ze liefdevol meekwelen. En 2) omdat hij met elk stilistisch experiment – hoe ver hij ook uit de bocht schiet – zijn artistieke identiteit niet vertroebelt, maar juist verrijkt.
Burna Boy had ervoor kunnen kiezen op zijn zesde plaat zelfgenoegzaam op zijn lauweren te rusten, maar op Love, Damini blijft hij broeden. Iets meer context: in hetzelfde jaar dat hij geschiedenis schreef met een reeks weergaloze avonden in onder meer Ahoy, de O2 Arena in Londen en Madison Square Garden, liep zijn relatie met de Britse rapper Stefflon Don op de klippen. Tussen de snapshots van Burna Boy’s tumultueuze leven – een leven van nachtclubs met condens op de ramen, jetlags, Grammy-feestjes, mainstages en nachtelijke studiosessies – passeren momenten van diepe rouw, vurige liefde en politiek engagement de revue. Op Last Last blust hij met ‘igbo and shayo’ (Nigeriaans slang voor marihuana en alcohol) zijn hartzeer, om verderop in een vlaag van nuchterheid zijn blik inwaarts te richten: ‘I put my life into my job and I know I’m in trouble.’
Burna Boy noemt zijn muziek afro-fusion – een genre dat in de basis wordt getypeerd door elegante, deinende afrobeats-percussie en steriel afgemixte accenten van dancehall, Congolese rumba, UK hiphop en r&b. Hij beschikt over een hese schurende bariton die kan zalven, over bergtoppen kan scheren en automatisch subtiele polyritmes injecteert in iedere beat die hij krijgt voorgeschoteld. De focus verslapt wanneer hij in de tweede helft van het album een batterij streamingkanonnen – Ed Sheeran, J Balvin en Kehlani – opentrekt, die met weeïge, zoetgevooisde emo-poprefreintjes veel van de levendigheid uit de muziek meppen.
Hoewel Love, Damini minder conceptueel en gefocust is dan de artistieke mokerslagen die de twee meest recente voorgangers waren, blijft Burna Boy de parameters van wat afro-fusion kan zijn en waar afro-fusion over zou mogen gaan verder oprekken.
Burna Boy, Love, Damini