Gregor Schneider, Zwillingstochter (No. 1+2), Rheydt 2008. Siliconen, kleding, plastic zak, 20 x 60 x 112 cm © West Den Haag/ courtesy the artist

Kunstruimte West Den Haag huist in een beladen gebouw. Tussen 1959 en 2018 zat de Amerikaanse ambassade in het pand aan de Lange Voorhout, een ontwerp van architect Marcel Breuer, bekend van het unesco-hoofdkwartier in Parijs en de Bauhaus-stoel, maar dat is hier irrelevant. Dit was Amerikaans grondgebied, vanaf 11 september 2001 was het afgeschermd met hekken.

De ruimte lijkt gemaakt te zijn voor het werk van de Duitse Gregor Schneider (Rheydt, 1969). In zijn werk gaat het over afgesloten ruimtes en de associaties, verlangens en spookbeelden die we daaraan verbinden. Schneider is geobsedeerd door deuren, muren, plafonds en wat daarachter gebeurt of gebeurd is. In 2001 won hij de Gouden Leeuw op de Biënnale van Venetië met zijn Totes Haus u r, waarbij hij 24 kamers uit een woning in Reydt, zijn woonplaats, had over-gebracht naar het Duitse paviljoen. Net als in het huis in Duitsland bouwde hij kopieën van de oorspronkelijke kamers in de bestaande kamers.

Bij deze eerste overzichtstentoonstelling in Nederland laat Schneider zijn verzameling muren en vloeren thuis. In plaats daarvan laat hij de naargeestige ruimtes van de ambassade hun werk doen, en vult ze vooral met films en foto’s van zijn bouwwerken, afgewisseld met enkele beelden. Het onaangename effect wordt er niet minder door. Van tevoren moet de bezoeker een verklaring tekenen. Niet alleen moet je ‘een voor een’ de kamers doorlopen, je moet ook ‘je eigen weg vinden’.

Schneider was als tiener beïnvloed door de radicale Wiener Aktionisten – hij begroef zichzelf, smeerde zich in met meelsmurrie, deed plasticfolie over zijn hoofd zodat hij geen adem meer kreeg, en fotografeerde dat. Afsluiting, afgesloten zijn is de rode draad in Schneiders werk, eerst als persoon, later in de ruimte. Het is onaangenaam stil, de bezoeker moet zelf deuren openen, onduidelijk is welke open gaan, waar iets te zien is.

De ruimtes hebben nog de stopcontacten, radiatoren en vloerbedekking van vroeger, alleen de sloten die op de deuren zaten zijn er meestal afgesloopt. Er hangen zwart-witfoto’s van dichtgeplamuurde deuren, van Schneiders Total isolierter toter Raum, een woning die van binnenuit hermetisch gesloten was. Twee witte kubussen vullen een kantoorruimte, elk groot genoeg om een mens te omhullen. Dan, opeens, een gruwelkamer: twee kleine kinderen met een plastic zak over hun hoofd, identiek, bewegingloos liggend op de grond. Nee, niet echt. Toch?

Op de begane grond zijn de ruimtes donker, de films lijken bijna luchtig, zelfs die van het geboortehuis van Goebbels, óók in Rheydt. Een maquette van Schneiders op het laatste moment afgezegde plan in 2005, een zwarte kubus te plaatsen op het San Marcoplein in Venetië, is ondanks de afzegging geslaagd – dat beeld vergeet je niet. Maar dan is er in de kelder een ‘Interrogation Room’. Eerder, in 2007, in een installatie in Düsseldorf, was deze onderdeel van een groter geheel van geluiddichte gangen, nu is hij ook in deze kleinere vorm een directe echo van een bouwsel uit Guantánamo Bay. Net als deze plek Amerikaans grondgebied. Een paar spaanplaten en een spiegel zijn voldoende voor een ijzingwekkend effect.

Gregor Schneider, Tote Räume, tot 6 december in West Den Haag