Dag en nacht bespioneerde ik mijzelf daarmee. De eerste weken voegden bitter weinig aan mijn zelfkennis toe. Ik bleef mij in mijn eigen woning als een gast gedragen. Bij het openen van een deur liet ik de denkbeeldige ander voorgaan en de stoel van de overzijde van de eettafel wenste ik een smakelijk eten. Zelfs op het toilet zat ik uiterst gedisciplineerd te schijten - ik durfde nauwelijks mijn uitwerpselen te bestuderen, zoals ik dat gewend was. Zodra ik uit het bad stapte, schoot ik een badjas aan, na even tevoren mijn schaamte met een handdoek te hebben bedekt.
Na een dag of tien was ik de uitputting nabij en liet ik van het ene moment op het andere mijn zelfcontrole varen. Verbijsterd bekeek ik mijzelf op de monitor, boerend, winden latend, vloekend, schuddebuikend, uitbundig masturberend en huilend boven een vergelende fuchsia. Maar wat was ik camerageniek! Mijn natuurlijke presence overtrof alle sterren van het witte doek.
Zielstevreden besloot ik mij ook buiten de deur als thuis te gedragen.
Het resultaat mag er zijn. Iedereen loopt achter me aan. De vrouwen willen natuurlijk met mij naar bed. De mannen bedelen om een spoedcursus charme. Wildvreemde kindertjes noemen mij papa. De huisdieren springen het raam uit en zijn niet meer van me weg te slaan.
Beste lezer, sinds ik dank zij mijn gesloten videocircuit heb ontdekt dat ik uniek ben, gaat het mij dus voor de wind.
Maar wat me pas echt uniek maakt is het feit dat ik u mijn methode openhartig toevertrouw.
Weet u waarom? Ik wens concurrentie! En wel zo snel mogelijk!
Ik voel me potverdorie te goed om eenoog in het land der blinden te zijn.
Rubriek
Ik als koning eenoog
Ken ik mijzelf eindelijk voldoende, na al die jaren van innerlijk geworstel? vroeg ik mij af op de dag van mijn veertigste verjaardag. Om hier achter te komen installeerde ik twaalf verborgen videocamera’s in mijn appartement.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1995/5
www.groene.nl/1995/5