Zodra ik in de ander probeer te zoeken wat hij/zij en ik gemeen hebben, vallen des te duidelijker de verschillen op - en ben je nog eenzamer dan je al was.
Al jaren verzet ik me tegen het in-orde-denken. U weet wel: je hebt mensen die zeggen dat racisme niet mag, dat je voor het milieu moet wezen en dat je altijd eerlijk moet zijn.
Natuurlijk vind ik dat ook - wanneer ik mijn meningen verkondig als waarheden ten overstaan van een groot publiek. Maar waarom zou ik thuis, ongevaarlijk, voor mezelf, niet de fascist mogen uithangen? Waarom moeten mijn particuliere gedachten gelijk zijn aan mijn algemene opvattingen? Ik zou het wel willen, maar ik kan het niet eens.
Ik geloof ook niet dat er mensen bestaan wier schitterende, keurige gedachtengoed overeenkomt met wat ze in diepste wezen zelf vinden. Daarom heb ik over het algemeen zo de pest aan politici. Die moeten zijn wat ze beweren - en ze zijn daarom per definitie ongeloofwaardig.
Ik zou daarom willen dat de hypocrisie wat meer zou winnen aan sympathie. Hypocrisie is namelijk alleen erg wanneer er grote maatschappelijke gevolgen zouden zijn.
Laat het me uitleggen.
Ik heb bijvoorbeeld een enorme hekel aan bruinen! Aan mensen die een kleurtje hebben, aan Indo’s bijvoorbeeld. Ik vind ze onbetrouwbaar, ze stinken en ze zijn er alleen op uit om mijn minderjarige dochter vroegtijdig zwanger te schoppen want elke vorm van intelligentie is ze vreemd. Dit is mijn strikt particuliere opvatting.
Tegenover de buitenwereld beweer ik volstrekt het omgekeerde, omdat ik weet dat mijn opvattingen nergens op slaan. Ook op mijn gedrag valt in dezen niets aan te merken; ik discrimineer nimmer en zal iedereen bestrijden die discriminerende opmerkingen maakt.
Maar ik ben wèl hypocriet en dat is maar goed ook. Wanneer ik niet hypocriet was, zou ik waarschijnlijk een niet te harden fascist zijn.
Daarom vind ik de interviewvraag: ‘Wat vindt u er eigenlijk zelf van?’ altijd zo onzinnig. Die levert namelijk onzin op, want mensen kunnen niet anders - uit verantwoordelijkheidsgevoel dat voortkomt uit hun intelligentie - dan liegen.
Beschaving is niets anders dan een vorm van liegen; het kanaliseert onze hypocrisie. Hoe onbeschaafder een groepering of een volk, hoe minder hypocriet die groep of dat volk is. Janmaat is volstrekt zichzelf - reken maar. Hij zou inderdaad zijn bek moeten houden, maar omdat hij onbeschaafd is, doet hij dat niet. Hij liegt niet. Hij flapt eruit wat hij voelt.
Domme mensen zeggen altijd wat ze denken op grond van wat ze voelen en daarom noemen we het domme mensen, want daar moet je je bek over houden. Ik denk bij iedere aantrekkelijke vrouw die ik zie: die zou ik wel willen neuken. Ik kijk wel uit om dat te zeggen. Dat is onverstandig, vooral als je werkelijk zou willen neuken.
Taal is een compromis. Het is een afspraak tussen gevoel en verstand; soms wint het gevoel, soms het verstand. Taal - vooral de structuur van de taal - geeft het best weer hoe onze geest werkt. Beschaafd denken geeft beschaafde taal, en die taal zegt iets over hoe wij de inrichting van de werkelijkheid zien.
Die werkelijkheid hoeft alleen niet zo te zijn.
Hypocrisie en de leugen zijn in wezen uitgevonden om de beschaving te laten gedijen - om de vrede te bewaren.
Domme mensen willen altijd strijd en oorlog en de barricaden op.
Wat ze vinden loopt gelijk met wat ze voelen en wat ze zeggen.
Ik vind dat nooit een verdienste.