
Mijn bubbel is groter dan Monteverdi, maar van soul weet ik bar weinig en Donny Hathaway kende ik niet. Zijn biografie bij de Nederlandse Wikipedia is zo beknopt dat ik vast niet de enige ignorant ben. Maar als popkenner en veelzijdig documentairemaker David Kleijwegt een film aan hem wijdt, dan kijk ik. Gelukkig. Want Mister Soul is meer dan een muziekdocumentaire over een verbluffend zang-, toetsen-, schrijf- en arrangeertalent. Hij geeft ook een beeld van het sociaal-culturele fundament waarin dat tot bloei kwam – de zwarte kerk in St. Louis en de gospelmuziek die Donny daar als vierjarig wonderkind solo of met oma zong. En een beeld van het belang van muziek voor de zwarte gemeenschap als uitingsvorm, vormgever van identiteit, medium voor troost, protest en hoop (‘Someday We’ll All Be Free’), en, individueel voor getalenteerden, als kans aan het getto te ontsnappen.
Maar de film is ook een geestesziektegeschiedenis die eindigt in 1979 met een val uit een raam van het Essex-hotel in New York. Donny was 33 en zou in die stad een plaat opnemen met zangeres Roberta Flack (‘Killing Me Softly’), ook uit de kerk voortgekomen. Hun eerste album was een groot succes en dit was een poging Donny, na een totale breakdown verergerd door drugs, weer op de been te helpen. Zijn demonen bleken dus sterker. De demon zit zelfs in de titel, want zo eenduidig als die lijkt (eretitel door Mister voor zijn genre te zetten), zo dubbel is hij: Donny zag in wanen wat anderen niet zagen, onder wie Mister Soul: een zwarte man in een zwarte, natte regenjas.
We horen ’s mans stem in de voice-over: ‘Natuurlijk was ik een product van zijn verbeelding, maar ik was er duidelijk wel. Ik kan iedereen zijn. Ik ben iedereen. Ik ben de andere mensen.’ En dit auditieve vormelement past Kleijwegt nog sterker toe in beeld: steeds zien we intermezzo’s van mensen die alleen over drukke stadsstraten lopen of door stille halflandelijke buitenwijken; die langzaam in een auto voorbijrijden en die iets belichamen van de diagnose paranoïde schizofrenie die bij patiënt Donny werd gesteld. Zonder effectbejag. Sterk sfeerbepalend. Strikte documentairewetten voorbij.
Donny hóórde ook wat anderen niet hoorden. Zozeer dat een geluidstechnicus, die lyrisch is over zijn stem (‘de operazanger van de r&b’), vertelt hoe er 122 takes nodig waren voor het opnemen van een nummer. ‘Waarom verkloten jullie mijn muziek?’ vroeg Donny aan zijn verbaasde topbegeleiders, die langzaam beseften dat hij in de war was. Jesse Jackson, die zijn uitvaartdienst vol zwarte muzieksterren leidde, komt in de film aan het woord. We zien een schitterende kerkpreek van een jonge Martin Luther King, in beurtzang met de gemeente. En we horen en zien herhaaldelijk Donny’s zussen en broer, die ontroerend vertellen over Donny’s geschiedenis, over dat kreng van een oma en de engel van een moeder. Die hen leerde: het enige dat jullie hebben is elkaar. Ze maakten en maken het waar, soms sprekend in haast kerkelijke beurtzang.
David Kleijwegt, Mister Soul: A Story About Donny Hathaway, VPRO 2Doc, zaterdag 8 februari, NPO 2, 23.05 uur