‘LEGE MODEPOPPEN zitten erbij tegenwoordig. Een van die dames die uit Big Brother ging, kreeg aanbiedingen voor televisie! Toen dacht ik: nou ja, het heeft blijkbaar geen reet betekend wat ik de afgelopen twintig jaar heb gedaan. Het heeft helemaal geen effect gehad. En het heeft mij al zoveel moeite gekost om mijn vak serieus te nemen, om in te zien dat het echt mijn vak is. Ik word er niet vrolijk van. Je moet wel meer doen dan daar zitten en mooi zijn, dacht ik altijd. Als ik nu de televisie zie, het is nog net geen Rai Uno. Veel van die presentatrices zitten er ter meerdere glorie van zichzelf. Als die moeten interviewen luisteren ze niet eens naar wat de gesprekspartner te zeggen heeft. Ze lullen maar een eind weg in die camera, het doet er allemaal niet toe, vreselijk. Het erge is dat het door de kijkers ook nog wordt geslikt. Dat is het pijnlijke. Ik hoop dat er kijkers blijven met oog voor kwaliteit. Je kunt van mij houden of niet. Ik maak best wat fouten, maar ik vind wel dat ik een bepaald soort kwaliteit heb. Ik ben nog van de generatie die de autocue gebruikt, niet andersom. Ik kan spelen met de tekst die voorbij rolt omdat ik heb geleerd het zonder de tekst voor de camera te doen. Ik weet wat ik zeg. Als er iets fout staat in de autocue dringt dat door tot mijn hersenen. Die generatie van nu weet niks meer zonder tekst. Ze stellen ook alleen maar vragen van het lijstje, bang om op een zijpaadje te belanden.’
‘DEGENE DIE MIJ begin jaren tachtig ontdekte, had wel lef. Ik werkte bij de KRO als fotoredactrice van TV Studio toen ik werd gevraagd. Ik was niet de doorsnee omroepster die tot dat moment op de buis verscheen. Ik was piepjong, absoluut geen deftige mevrouw. Ik had een wilde, woeste haardos, kleedde me hippieachtig en was brutaal. Ik sprak een jonge generatie aan, ik was een van hen. Er ontstond een verschrikkelijke hype rond mij: bakken fanmail kreeg ik, zelfs een liedje werd er over mij gemaakt. Ik was nog een meisje. Ik heb er heel lang heel jong uitgezien, veel jonger dan ik was. Ik zag laatst mezelf terug in een documentaire over Jannes van der Wal. Toen was ik achtentwintig, maar ik leek wel zestien, nog niet eens droog achter de oren, vet in de wangetjes. Ik gedroeg me ook heel lang als een kind. Niets is lekkerder dan je te gedragen als een kind. Ik was een heel nieuw type, waarmee een trend gezet werd. Na mij werden er massaal jonge meisjes ingezet, hoewel ze vaak inhoudsloos blijken te zijn. Ik heb mijn carrière niet alleen aan mijn schoonheid te danken. Met alleen een mooi koppie had ik het niet gered. Ik denk ook niet dat ik mooi ben, er zijn een hoop dingen scheef aan mij. Ik ben wel aangenaam om naar te kijken. Een combinatie van mijn stem en mijn manier van doen. Ik heb een imago waardoor mensen nogal eens op het verkeerde been worden gezet. Sommigen denken dat ze me in kunnen pakken. Toen ik de 5 Uur Show deed schrok een voormalig hoofdredacteur van Panorama zich rot omdat ik een scherpe, gemene vraag aan hem stelde. Nou, nou, dat meisje, zag je hem denken.’
‘IK DOE NIET alles om op die buis te komen. Als er bepaalde grenzen worden gepasseerd, dan niet. Behalve presenteren kan ik niet zo veel, ik ben behoorlijk ongeschoold. Ik heb alleen havo en een stenodiploma. Toch zou ik niet ten koste van alles op tv gaan. Ik ga geen vrolijke amusementsprogramma’s doen. Daarom heb ik met RTL4 de zaak toen zo doorgezet. Ik stond volkomen in mijn recht. Ze waren er niet aan gewend dat een presentatrice in opstand kwam. Ze gaan ervan uit dat je graag wilt. Een zwaar gesponsord filmprogramma! Geen programma waarbij je zelf bepaalt wat je wel en niet laat zien. Er zou niet eens een filmjournalist in de redactie komen. Plus de manier waarop ze mijn talkshow abrupt afbraken. Het is niet best geweest voor mijn naam. Ik ben lastig in de ogen van veel mensen. Die onthouden: dat is Dieuwertje die een rechtszaak aanspande tegen haar omroep en 150.000 gulden kreeg. Een lastig typetje. Ik vreet nog liever droog brood dan iets te doen wat ik niet kan. Eind jaren tachtig, bij het programma Drie vrouwen voelde ik me ook zo gebruikt. De Vara had ineens heel veel presentatrices, ook een heleboel die echt wat konden. Marcel van Dam had bedacht dat er een programma met drie vrouwen moest komen. Met Ati Dijckmeester, Marjolein Uitzinger en mij. Drie vrouwen, volstrekt willekeurig, een recept werd er verder niet bijgeschreven. Ik ben er aan begonnen, maar waarom we daar met z'n drieën zaten werd voor mij niet duidelijk. Bij dubbelpresentatie moet het volledig vanzelfsprekend zijn dat er meerdere zijn. Ik had het idee dat ik gebruikt werd voor een leuk ideetje van Marcel van Dam. Toen ben ik er uitgestapt. Als ik braaf aan van alles had meegedaan was ik allang binnen geweest.’
‘VROUWEN ZIJN ER niet op uit om de macht over te nemen. Het is echt iets voor mannen om dat te denken. Vrouwen zijn helemaal niet met macht bezig. Er wordt bij de omroepen ontzettend veel door vrouwen gedaan, maar niet op machtige posities. Vooral op de redacties zitten ze. Een groot gedeelte werkt vijf tot acht jaar heel hard. Daarna gaan ze trouwen, krijgen ze kinderen en blijven ze weg. Volgens mij is alleen Vera Keur een echt machtige vrouw in omroepland; die wordt dan ook meteen vergeleken met een man. Er zullen er best nog wat zijn, maar het overgrote gedeelte is man. Dat gaat ook echt niet veranderen in de volgende eeuw. In het begin, in de tijd van Mies Bouwman was er nog geen vrouw te bekennen. Nu zijn er veel omroepsters en redactrices, maar ik denk niet dat ze gaan doorstomen naar de top. Dat soort functies ambiëren vrouwen niet. Ik zou er niet aan moeten denken op zo'n positie te moeten zitten. Ten eerste omdat je tachtig uur per week moet werken en daar heb ik, zoals veel vrouwen, geen zin in. Vrouwen leven namelijk gevarieerder dan mannen. Je hebt niet alleen je werk en verder niets. Vrouwen staan veel meer in het leven, ze gaan niet alleen voor hun carrière. Als vrouwen willen kunnen ze overal terechtkomen, de meesten hebben gewoon geen zin in die hoge posities. Dat mannen dat bewust tegen zouden houden vind ik echt gelul. Al dat emancipatiegedoe houdt me niet bezig. Ik ben niet solidair met vrouwen. Ik heb het niet zo op mijn seksegenoten, hou niet van wij tegen de rest van de wereld. Ik vind mannen veel leuker, ik ben gek op mannen. Ik heb er nooit last van gehad dat ik een vrouw was. Ik heb altijd zelf kunnen bepalen wat er gebeurde. Ik laat me niet zo gauw door een man aan de kant zetten.Ik riep zoiets ook een keer in een gesprek met Cisca Dresselhuys. Die zei: wijffie, je weet niet waar je het over hebt. Vrouwen worden alleen machtiger in de zin dat ze meer televisie kijken dan mannen. Al die emotieprogramma’s komen door vrouwen. Al die soaps en babbelprogramma’s ook.’
‘IK DENK NIET dat het televisieaanbod zou veranderen met vrouwen aan de macht. Macht doet hetzelfde met vrouwen als met mannen. Vrouwen in topfuncties zouden ook chicks neerzetten als dat extra kijkers oplevert. Vrouwelijk schoon trekt kijkers, maar ik hoop niet dat het doorslaggevend is voor mensen om te blijven kijken. Als er niets uitkomt, het alleen maar buitenkant met grote tieten blijft, dan houdt het op, lijkt mij. Zelfs mannen zijn toch niet vierentwintig uur per dag geïnteresseerd in grote tieten? Nou ja, misschien ook wel. Blijkbaar vindt de massa dat, anders zou ze niet massaal kijken naar die commerci'le zenders. Het is wel zo dat een vrouw gewoon leuker is om naar te kijken. Mannelijke naaktbladen zijn ook nooit echt aangeslagen. Televisievrouwen die bewust gekozen zijn om hoe ze eruitzien, dat heeft niks te maken met onderdrukking. Vrouwen vinden het lekker zich schaamteloos te exhibitioneren, en daar heb ik ook niks op tegen. Ik denk niet dat omroepbazen die vrouwen onderdrukken. Het is geen seksistische daad, ben je gek. De meesten die je ziet, zijn van die brutale meiden, die zijn er toch zelf bij? Als het om uiterlijk gaat heeft het meteen iets minderwaardigs. Het klinkt zo verbitterd als andere vrouwen daar iets van zeggen. Het is een mazzeltje als je er leuk en lekker uitziet. Zolang je je niet laat misbruiken is er toch niks op tegen? Tuurlijk heb je domme blondjes, die lopen er ongetwijfeld tussen. Die worden dan gebruikt. Wat dan nog? Dan zijn ze op televisie, dat willen ze toch zo graag? Weten zij veel dat ze gebruikt worden.’
‘VOORAL WETEN wat je zegt. Je grenzen kennen. Ik kan van alles eruit flappen, maar ik weet dat ik voor de camera zit, ik ga niet te ver. En luisteren, vooral luisteren. Ten slotte is er je voorkomen, dat heb je mee of tegen. Echtheid is belangrijk, niet veinzen. Televisie is meedogenloos. Daarom snap ik ook niet dat er veel actrices bijgehaald worden. Presenteren is juist niet acteren. Ik doe wel eens kleine rolletjes voor de gein, maar ik ben toch presentatrice. Er wordt soms te makkelijk over presenteren gedacht. Laatst vroegen ze weer ergens een actrice voor, ik ga geen namen noemen, en dan heb ik iets van jongens, waarom zou die kunnen presenteren? Dat vind ik een belediging. “Nog een kenmerk van een vakvrouw. Het lef hebben zijpaadjes in te slaan. Hoewel dat mij ook niet altijd goed afgaat. Je moet in ieder geval meer hebben dan alleen je looks. Ik praat graag maar kan het heel moeilijk over niks hebben. Het moet bij mij altijd ergens over gaan. Dat hoeft helemaal niet zo diepgaand te zijn, ik ben vrij oppervlakkig. Ik weet van een heleboel dingen een beetje. Een gesprek moet wel een onderwerp hebben. Ik heb een redelijk goede algemene ontwikkeling, kom uit een intellectueel milieu. Ik heb een mening over dingen, ben redelijk belezen. Over het algemeen ben ik ook voor informatieve programma’s gevraagd. Toen ik bij Veronique met de 5 Uur Show begon, wat toen nog veel journalistieker was, ging de zender zelf ook pas van start. Moest ik samen met Hennie Huisman het grote begin van Veronique presenteren. Kreeg ik zo'n Aalsmeer-make-up opgesmeerd, een andere mond getekend. Ik vind dat verschrikkelijk, in een galajurk de trap afkomen, dat was een traumatische ervaring. Dat heeft niets met mij te maken. Mensen hebben geprobeerd mij dat soort dingen te laten doen. Ik heb in het begin bij de KRO ook meegedaan aan Sterrenslag. Daar kun je me echt doodongelukkig mee maken.’
‘IK HEB VAAK dat ik het even niet meer weet. Ik raak nooit in paniek. Ik benoem het meteen, dat is de beste manier om de paniek te bezweren. Je kunt beter hardop uitspreken dat je het niet meer weet. Voor mensen thuis is het leuk om naar te kijken. Ik vind het niet erg om fouten te maken, dingen niet te weten, om stomme dingen te zeggen. Dat is een gezond uitgangspunt, denk ik. Als je iemand bewondert kan het mis gaan. Met Annemarie Oster had ik een black-out. Ik vind haar heel geestig, als ik zou kunnen schrijven zou ik willen schrijven zoals zij. Ze zei voor de uitzending dat ze me bewonderde en begroette me met twee zoenen alsof ze me al jaren kende. Daar werd ik zo onzeker van, ik wilde het te goed doen. Tijdens het gesprek viel ik helemaal stil.
Mensen die complimenten maken tijdens het interview, dat is helemaal dodelijk. Frank Govers flikte dat een keer, ik zat nog bij AT5. Voor je nu wat zegt wil ik even kwijt dat ik je fantastisch naturel vind Dieuwertje, zei hij. Natuurlijk vind ik het leuk een compliment te krijgen, vind ik zalig, maar op dergelijke momenten wordt alles uit je handen geslagen. Ik kon geen enkele kritische vraag meer stellen. Het had met valsigheid te maken, hij was gewoon doodsbang dat ik wat plagerigs zou gaan zeggen.’
‘IK KRIJG VAAK de vraag van vrouwen wat ze moeten doen om te bereiken wat ik heb bereikt. Ik zeg dan dat het echt geen makkie is. Dat het een probleem is als je echt wilt. Ik weet ook niet waar ze moeten zijn, stuur een brief of zo. Er zijn vast veel meisjes die banden en foto’s sturen en misschien bewaren omroepbazen die in grote ladekasten en trekken ze er af en toe een lekkertje uit te voorschijn, ik weet het niet. Ik vertel de vrouwen vaak mijn verhaal, dat het helemaal niet mijn ambitie was, dat het me overkomen is. Ik heb daardoor ook het idee dat het goed is wat ik doe. Ik had talent, ik had dat zelf niet in de gaten en het werd ontdekt. Als je echt wilt lukt het vaak niet. Dan gaan ze heel erg hun best zitten doen om goed over te komen op die camera, terwijl het natuurlijk moet zijn. Ik flirt met de camera, kijk er een beetje doorheen. Dat had ik al twintig jaar geleden toen ik begon. Ik vond het geen eng ding, ik vond het wel lekker.’