Abke Haring en Koen van Kaam in Platina © Kurt van der Elst

Het toneel ziet eruit als een ruimte tussen het mensenlaboratorium van een massapsycholoog en de fotostudio van Erwin Olaf. Het licht heeft aanvankelijk iets van warmte, wordt in de loop van het kleine uur dat het wonder Platina duurt, kouder, of krijgt een aanschijn dat ook wel ‘duistere helderheid’ wordt genoemd. Er is een tafel, er zijn twee stoelen. Er is een man, een vrouw. Er zijn twee manieren van kijken. De man (k) kijkt dof, naar binnen gekeerd, of liever: naar binnen geslagen. De vrouw (a) kijkt helder, maar haar blik graait naar ons als naar een laatste houvast voor de fatale tuimeling. De eerste woorden van beiden worstelen zich naar buiten en rusten nergens. Ze gaan over eten. Maar ze zoeken naar iets anders. De man onthult na een paar replieken waar de spanning tussen hen vandaan zou kunnen komen:

k dat ik doodga
a ja
k o.k.
a om de boodschappen op te maken
k ik ga nog niet.

De man wordt vertolkt door acteur Koen van Kaam, stevig gebouwd, robuuste verschijning. De vrouw wordt gespeeld door Abke Haring, die tevens de tekst dichtte, frêle, breekbaar. De hele scène gaat over afscheid. De ‘anekdote’, zo u wilt: de sfeer van de scène, is dat de man moet maar niet wil (zo gaat dat bij aangekondigde dood), de vrouw weet alles, maar niet hoe met woorden iemand te omarmen die eigenlijk al ver weg is. Dat is tevens de kortste samenvatting van de alledaagse waanzin van het sterven. Het is een wanhoop met het hoogste smeltpunt. Platina. Ook wel witgoud geheten.

Als de warmte van het geelachtige licht is overgegaan in het clair-obscur van de snel invallende avond, beginnen de omarmende woorden van de vrouw te woekeren als gespierde tumoren, zij wankelt daardoor opeens als een eik in een oerstorm, ze baart een troostend bedoelde aria en lijkt ons en haar dierbare stervende stamelaar naar een vroegtijdig einde te geselen: ‘lichte kamers vol zon van weten en vooruitblik/ maar daar niet komen, niet naar durven kijken, gaan, kruipen door stoffige gangen van nostalgische wanhoop/ angstig met de blik op gister en toen en weer terug’. Geluidsontwerper Jimi Zoet, de stille tovenaar, heeft onder die tekst een wervelwind gestreken die met mijn pen niet te beschrijven valt. Daarna is het sterven nog slechts wat het is. Een vraag: wil je bij me blijven tot het eind? En dan: een zuchtje. En dan: gaan liggen.

Dan rest nog slechts een epiloog van pijn en wroeging: ‘ik ben gebleven/ omdat ik hoopte/ op een moment/ van verstaan’. Moedig en groots wat Abke Haring en Koen van Kaam hier aanrichten. De voorstelling van Toneelhuis en Zuidpool is op de valreep geselecteerd voor het Theaterfestival in september. Hoe terecht!

Platina is nog te zien in Theater Frascati te Amsterdam van donderdag 31 mei t/m zaterdag 2 juni; theaterfrascati.nl