ATLANTA – In haar autobiografie My Life so Far toont Jane Fonda (67) zich niet bepaald een doorsnee Hollywood-ster. Behalve filmdiva en voormalig seks symbool, zoals Brigitte Bardot en Catherine De neuve, is ze vooral ook een erudiet schrijfster en beroemd activiste. Door dit boek staat ze we reldwijd volop in de publiciteit, deze week ook in Nederland. In haar loft in Atlanta spreekt ze over haar nieuwe strijd als feministe en vredes activiste.

Jane Fonda: «Het is allemaal begonnen toen ik trouwde met Ted Turner. Hij richtte een family foundation op met het bevolkingsvraagstuk en de milieukwestie als focus. Er is sprake van een mondiale crisis: er zijn te veel mensen op aarde, met beperkte natuurlijke hulpbronnen. Maar welke strategie is nu de beste om de bevolkingsgroei af te remmen? Is het slechts een kwestie van meer condooms verspreiden? Er is een groep die vindt dat het een verkapte vorm van genocide is als een groep blanken tegen de zwarte bevolking in Afrika zegt dat ze condooms moeten gebruiken. Anderen zeggen juist dat er helemaal geen bevolkingsprobleem is, maar dat het een kwestie is van een betere verdeling van de middelen. Al die verschillende opvattingen brachten me ertoe dit onderwerp zelf te bestuderen. Zodoende kwam ik in de picture bij het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties. Ik werd gevraagd om voor deze organisatie goodwill ambassador te worden. Ook mocht ik over dit thema een lezing houden in Cairo.

Bij die bijeenkomst waren vrouwen met leidinggevende posities vanuit alle delen van de wereld om te praten over het thema gender. Eerst dacht ik nog: wat moet je daar nou mee? Maar gedurende de conferentie realiseerde ik me dat dit een centraal thema is bij de grote problemen in de wereld. Er zijn veel redenen waarom vrouwen veel kinderen krijgen. Gebrek aan scholing bijvoorbeeld. Of uit angst dat als ze anticonceptie gebruiken ze worden mishandeld of zelfs vermoord door hun man. Maar ook omdat ze kinderen nodig hebben voor het dagelijks werk en voor de verzorging van hun oude dag. Ook geniet een grote familie meer status dan een klein gezin. Voor mij is duidelijk geworden dat vrouwen in derde wereldlanden geen enkele zeggenschap hebben over hun eigen voortplanting. Het is een mannenaangelegenheid.»

Vindt u, zoals veel onderzoekers en politici, dat de islam verantwoordelijk is voor de achterstandspositie van vrouwen?

«Ik durf op deze vraag geen concreet ja of nee te antwoorden, omdat mijn kennis daarvoor te oppervlakkig is. Wat ik wél weet is dat het niet zo eenduidig ligt. In Nigeria bijvoorbeeld is in het noordelijke moslimgebied de aanpak om de positie van meisjes te verbeteren en hen te helpen zelf te beslissen over de voortplanting, sterk gericht op klein ondernemerschap. Ze krijgen les in typen, naaien, kleren maken en ze leren vaardigheden om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Ik heb met vrouwen in kleine hutten gesproken die me apetrots lieten zien hoe ze met behulp van een naaimachine in staat zijn om twintig dollar per maand te verdienen. Een vrouw vertelde me dat de komst van de naaimachine haar hele leven heeft veranderd. In het zuiden loopt een programma, Girl Power Initiative, dat sterk gericht is op genderkwesties. In de hoofdstad Lagos gaat de aandacht weer uit naar de gezondheid rondom de voortplanting. Je ziet dat de focus verschilt per gebied en dat de mate waarin iets wordt ge daan aan de positie van vrouwen sterk samenhangt met hoe conservatief een gemeenschap is. Wat ik, meer algemeen, heb geleerd van al mijn reizen door Afrika en Egypte is dat áls je armoede wilt bestrijden en de bevolkingsgroei wilt afremmen je het beleid primair moet richten op meisjes die net in de puberteit komen. Geef je meisjes onderwijs, dan zullen zij niet meer zulke grote gezinnen willen stichten. Het is het begin van sociale verandering.

Als je in die landen bent, trek je je al snel het lot aan van kinderen en baby’s. Het lijkt makkelijk om daar je aandacht op te richten. Maar als ze eenmaal in de puberteit komen, zijn ze moeilijk te bereiken. Ze zijn lastig en grillig. De ontwikkeling van adolescenten is cruciaal. Je moet je goed realiseren dat het in deze landen voor meisjes heel veel moeilijker ligt dan voor jongens.»

Wat is het verschil?

«Voor jongens is de adolescentie een fase van het verhogen van hun sociale status. Voor jonge meisjes betekent deze fase een verlies van hun stem, van hun macht. Meisjes zijn bezig zich aan te passen, om aardig te worden gevonden, zodat ze sociaal goed genoeg worden bevonden. Dit proces doet zich in de ontwikkelingslanden veel scherper voor dan in de westerse wereld. Als je niet doorhebt hoe belangrijk deze dynamiek tussen de seksen is, kun je geen programma met succes ontwikkelen. Ik heb bijvoorbeeld gezien dat er in Nigeria, Egypte en Ethiopië veel geld wordt geïnvesteerd in het opzetten van tienercentra. Maar dat helpt niet.»

Wie gaan er dan naar deze tienercentra?

«Jongens. Grote multinationale hulporganisaties, zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, hebben niet begrepen dat in Afrika en in alle islamitische landen meisjes op piepjonge leeftijd trouwen, waardoor er totaal andere sociale kansen ontstaan. Als meisjes eenmaal zijn getrouwd, gaan ze niet meer naar school en niet meer de deur uit. Ze zijn onbereikbaar geworden voor hulpprogramma’s en lopen een enorm risico op hiv-besmetting. Dat is de reden waarom aids een meisjesziekte is geworden, veroorzaakt door het gedrag van hun mannen. Vandaar ook dat het terugdringen van kinderhuwelijken een belangrijke component is van de empowerment van vrouwen, van de bestrijding van aids en van het terugdringen van de bevolkingsgroei. Als een meisje op haar twaalfde voor het eerst menstrueert in het huis van haar echtgenoot begint ze onmiddellijk met het krijgen van kinderen. Als ze eenmaal volwassen is, heeft ze al gauw vijf à zes kinderen. En daarmee heeft ze geen macht meer over haar eigen bestaan. Kortom, kinderhuwelijken aanpakken heeft voor mij topprioriteit. Ik pleit voor aparte programma’s voor meisjes en jongens.

En hoe moet je omgaan met de media? Meisjes worden verpest door de beelden op tv en in tijdschriften. Als je ervan uitgaat dat sociale indoctrinatie via media plaatsvindt, zou er een ander beeld neergezet moeten worden: niet als slachtoffer en consument, maar als trotse, sterke burger. Media zouden een enorme rol kunnen spelen bij de versterking van de sociale macht van mensen, maar het gebeurt in het algemeen helemaal niet. Media zijn big business. Het gaat over buitensporig veel geld. Dat willen veranderen, is niet realistisch. Wat wél kan is jongeren bewustmaken hoe ze worden gehersenspoeld. In Lagos loopt een programma waarin kinderen wordt geleerd wat een clitoris is. Ze horen hoe be langrijk die is voor het seksuele genot van de vrouw, en dat als de clitoris wordt weggesneden de vrouw ieder plezier wordt ontnomen. Maar ook dat de man geen kans krijgt zijn vrouw genot te schenken. De meeste jongeren zijn niet eens van het bestaan ervan op de hoogte. Tegen een meisje dat ik sprak zei ik: ‹Ik weet dat als je niet besneden bent, het heel moeilijk voor je is om een man te vinden.› Waarop zij zei: ‹Maar iedere man die mij wil trouwen zal gelukkig zijn.›»

Moeten de Verenigde Naties de westerse landen aanzetten tot sancties tegen landen waar besnijdenis niet wordt afgeschaft?

«Het probleem is dat het niet werkt. De enige manier is dat het vanuit Afrika zelf verandert. Ik heb gewerkt met de organisatie VDAY, die probeert geweld tegen vrouwen te stoppen. Het wordt geleid door Eve Ensler (bekend als schrijfster en producent van de Vaginamonologen – red). Ze werkte onder meer in de Ris Valley in Kenia. Het beleid is gericht op individuen. Er was een vrouw, Agnes, die jarenlang per voet door de vallei liep, van dorp naar dorp, met een tas vol plastic modellen van de vagina. Ze legde aan de hand van dit model aan jongens en meisjes uit wat besnijdenis betekent. Ik heb gezien hoe onder de schaduw van een boom de kinderen aan haar lippen hingen. Ze was uiteraard niet populair bij de dorpelingen, maar voor de kinderen was ze een openbaring. Ensler vroeg Agnes: ‹Hoe kan ik je helpen?› Agnes zei: ‹Als je een jeep voor me hebt, kan ik sneller werken en een groter gebied bestrijken.› Ze kreeg die jeep. Een jaar later vroeg Ensler: ‹Wat kan ik nu voor je betekenen?› Agnes zei: ‹Richt alsjeblieft een safehouse op.› Nu is in Ris Valley een eerste safehouse opgericht. Meisjes kunnen daar een inwijdingsritueel tot vrouw-zijn ondergaan zonder dat er genitale mutilatie aan te pas komt. En let wel: vaders en moeders brengen hun dochters ernaartoe. Moeders voelen zich er bovendien veilig om verhalen aan elkaar te vertellen over wat ze hebben meegemaakt aan huiselijk geweld. Deze Agnes, die ooit de paria van de omstreken was, is nu de burgemeester van de stad geworden.»

U heeft Georgia Campaign for Adolescent Pregnancy Prevention opgericht. Waarom?

Jane Fonda: «Dat ik gefocust ben op tienerzwangerschap heeft onder meer de volgende reden: als je de landkaart van de Verenigde Staten pakt – of op grotere schaal: je neemt de wereldatlas – en je kijkt naar de gebieden waar diepe armoede heerst, dan zie je dat armoede samengaat met enorme bevolkingsgroei. Kinderen uit de middenklasse zijn daarentegen gemotiveerd om te voorkomen dat ze jong zwanger raken. Ze gebruiken anticonceptie en worden ze toch zwanger, dan ondergaan ze een abortus. Maar wat we ook constateren is dat de middenklasse in de Verenigde Staten slinkt, de rijkdom zich steeds meer concentreert in een heel kleine klasse van hyperrijke mensen en dat de straatarme onderklasse groeit. Dit proces doet denken aan landen als Brazilië. Hier manifesteert zich ook het thema van geschoolde arbeid. Er zijn tienduizenden kinderen die geen opleiding hebben genoten en die niemand kennen die ooit een normale baan heeft gehad. Er is bij hen thuis niemand die hen ’s ochtends uit bed trommelt en zegt: hup, opschieten, aan het werk. Hoe kunnen ze dan werk ambiëren?

Er zijn voor deze massa’s kinderen geen voorbeelden hoe ze hun weg moeten vinden. Dus wij moeten ze blauwdrukken aanreiken. De rechtse politici in mijn land zeggen: maar dat is de taak is van de ouders. Nou, sorry hoor, de ouders werken zelf niet, die komen hun bed niet uit en zijn depressief. Ze leven in een cirkel van armoede, met drugsgebruik als groot risico. En het is trouwens niet alleen armoede. Veel ouders weten niet hoe ze moeten opvoeden. Een op de zes kinderen in de VS leeft onder de armoedegrens. Maar wat niemand zich realiseert is dat zeventig procent van die arme kinderen opgroeit in gezinnen waarvan een ouder fulltime of parttime werkt. De meeste ouders doen wat ze kunnen voor hun kinderen. Desondanks leidt een gebrek aan geschoold werk tot een slechte inkomenspositie, met bovendien geen of nauwelijks ge zondheidszorg voorzieningen.»

Speelt binnen deze wereld geweld een rol?

«Geweld is een drama. Michael Moores film Bowling for Columbine maakt glashelder dat aan deze kant van de rivier bij Detroit gigantisch veel geweld is, terwijl aan de andere kant van de rivier, in Canada, mensen hun voordeur niet eens op slot doen. De rivier markeert twee verschillende samenlevingen. De jeugd kijkt in beide landen naar dezelfde gewelds video’s, maar in Canada is er nauwelijks ge weld. In deze film wordt duidelijk gemaakt wat de oorzaak is van het verschil. Je ziet Canadese kinderen die zeggen: natuurlijk is gezondheidszorg ons geboorterecht. Een burgemeester van een stadje zegt: ‹Natuurlijk zijn we verantwoordelijk voor het welzijn van onze burgers, natuurlijk zorgen we voor onze zwangere vrouwen, dat spreekt vanzelf.› Met andere woorden, in Ca nada voelen mensen zich gewaardeerd door de bestuurders van het land. Net als in Europa.»

Wat zijn uw andere plannen voor de toekomst?

«Op het ogenblik ben ik aan het herstellen van een heupoperatie. De eerste drie maanden van volgend jaar ga ik op een landelijke tournee tegen de oorlog in Irak. Ik word daarin begeleid door mijn kleinkinderen, en hopelijk ook door Iraakse burgers en Amerikaanse soldaten die in Irak hebben gevochten en tegen de oorlog zijn. Het wordt een hele karavaan, dwars door het land om mensen te mobiliseren. We kunnen niet almaar doorgaan met deze oorlog. Ik gooi mezelf er weer helemaal in. Oude tijden herleven, het voelt als in de jaren zeventig.»

_______________________

Jane Fonda, feministe uit herkenning

Dat filmdiva Jane Fonda strijdt voor een betere positie van jonge meisjes waar ook ter wereld, heeft direct te maken met haar achtergrond. Als seksobject van het witte doek, als dochter van een afstandelijke vader, de acteur Henry Fonda, en van een moeder die zelfmoord pleegde toen ze net twaalf jaar oud was én als drie keer gescheiden vrouw zegt ze te weten wat het betekent om volledig afhankelijk te zijn van een man. Ze schrijft daarover pijnlijk eerlijk in haar pas verschenen autobiografie My Life So Far. Ze stelt dat ze haar hele leven last had van het «onvermogen om als vrouw voor jezelf op te komen. En als ík dat in mijn bevoorrechte positie al had, dan zullen er miljoenen jonge meisjes lijden onder een gebrek aan zelfrespect.»

Als klein kind probeerde ze continu bij haar vader in het gevlij te komen om hem emotioneel te kunnen bereiken. Voor zijn goedkeuring wrong ze zich in bochten om een lief, aardig en schattig meisje te zijn. Hij was het bovendien die haar in de puberteit – en ook later toen ze een gevierd actrice was van films als Barbarella, Klute en Coming Home – er telkens op wees dat ze geen grammetje te veel mocht wegen. Ze ontwikkelde een permanente obsessie met haar uiterlijk. Absurd aan de slanke lijn doen wisselde ze af met ziekelijke vraatzucht om «de leegte van binnen op te vullen». In de jaren tachtig manifesteerde ze zich met haar fitnessvideo’s, die een wereldwijd succes waren, als een strakke bodyfreak.

Ze trouwde drie keer – op zich niet ongewoon in de filmwereld – met opvallende mannen: de Franse regisseur Roger Vadim (die ook getrouwd is geweest met Brigitte Bardot), de linkse Amerikaanse politicus Tom Hayden en ten slotte Ted Turner, de multi miljonair en oprichter van CNN. Na haar tweede gestrande huwelijk liet ze op 51-jarige leeftijd haar borsten fors vergroten met implantaten. Vijf jaar geleden werden ze verwijderd, nadat ze was gescheiden van Turner (die al vijf maanden na hun huwelijk begon met structureel overspel). Fonda kreeg twee kinderen, voor wie ze zich achteraf – heel klassiek – een «slechte, egoïstische moeder voelt». Uit haar boek blijkt dat ze bij al haar drie echtgenoten «lichamelijk en geestelijk ontrouw was aan zichzelf». Ze deed er alles aan «zich te identificeren met een man, om daarna alles te doen wat ik kon om hem te plezieren. Het begon bij mijn vader, die koud, koud en nog eens koud was, en het was een vast patroon tot mijn 62ste.»

Het onthullende relaas achter het glamourplaatje blijft niet alleen bij een even treurige als clichématige Hollywood-story. Hiertegenover staat een heel andere Fonda: een krachtige linkse activiste die in de jaren zeventig beroemd werd vanwege haar anti-Vietnam-demonstraties. Ze kreeg de bijnaam Hanoi Jane. Sinds ze op zichzelf woont heeft ze zich ontpopt tot een prominent feministe en – opnieuw – tot een politiek activiste. Ze zet zich onder meer in voor de Georgia Campaign for Adolescent Pregnancy Prevention, een stichting in Atlanta die zich bezighoudt met het voorkomen van tienerzwangerschap. Ze strijdt tegen ste reo typering van seksen: vrouwen die willen behagen en zich sociaal aanpassen aan de status van de man. Of dat nou in Atlanta of in Kenia gebeurt. Het gaat volgens haar om de onmacht van een vrouw «zichzelf te zijn».

Margreet fogteloo