Kunst maak je alleen.

Afgelopen tijd bezocht ik de set van een film. Er liepen zo’n zestig mensen rond. De regisseur moest moeilijke beslissingen nemen. Hij overlegde met de cameraman, de opnameleider en de assistent-regisseur — en deed vervolgens iets geheel anders wat goed uitpakte.

«Waarom deed je dat?» vroeg ik aan de regisseur.

«Beter zo», zei hij, «ook omdat ik toch alleen die beslissing moet nemen.»

Dat is nu net het moeilijke van regie — het nemen van beslissingen in het besef dat er minstens honderdtwintig mensen van jouw beslissing afhankelijk zijn.

Met het maken van televisie is dat net zo, maar nog moeilijker. Wanneer ik voor de Amsterdamse televisiezender AT5 een talkshow presenteer, dan is dat een programma dat door nog zo’n vijftien andere mensen wordt gemaakt: drie cameramensen, een regisseur, regieassistente, geluidsman, redactie et cetera. Al die mensen zijn op een bepaald moment wat betreft hun geld afhankelijk van mij en ik van hen. Dat geld krijgen wij door veel kijkers te trekken waardoor wij aantrekkelijk worden voor de adverteerder.

Ik dacht vroeger dat je desondanks kunst kon maken, als je maar eigenwijs genoeg was. Ik twijfel daar nu aan. Het kan wel, maar uiterst langzaam. Wat recht tegenover «kunst» staat is namelijk: «verantwoordelijkheid».

Eigenlijk weten we dit al: wie de verantwoordelijkheid heeft voor een huis en een gezin kan geen kunst meer maken. De druk van buiten is te groot. En dat geldt helemaal wanneer er mensen van je afhankelijk zijn. Hoe meer verantwoordelijkheid over verantwoordelijkheid, des te minder kunst. Wie verantwoordelijkheden heeft, neemt al snel de filosofie van de bakker over: «Hoe beoordeelt u de kwaliteit van dit brood, bakker?» «Dat bepaal ik niet, dat bepaalt u, mijnheer.»

Voor kunst geldt precies het omgekeerde. «Hoe beoordeel ik de kwaliteit van dit kunstwerk, kunstenaar?» «Dat hoeft u niet te doen, dat heb ik al gedaan, en de kwaliteit is goed, want ik heb het gemaakt, mijnheer.

De televisie in Nederland is zowel fantastisch als verschrikkelijk. Als enige in Europa kunnen wij tv-programma’s als brood maken. «U, beste klant, bepaalt de kwaliteit.»

We kankeren wel op de televisie, maar nergens krijg je zulke goede tv te zien. In Frankrijk doen ze inderdaad meer aan cultuur ja, maar daar wordt nog minder naar gekeken dan hier.

Hoe komt dat

Dat komt doordat wij inderdaad niet weten wat kwaliteit is, en toch steeds iets moeten leveren om te kijken of het aanslaat. Noodgedwongen gedragen programmamakers zich dus als kunstenaars, alleen hebben ze andere uitgangspunten. Een kunstenaar is vrij. Een programmamaker denkt: ik ga een programma maken voor een breed publiek — dus niet te moeilijk, het moet absoluut scoren — dus iets banaals of met liefde of andere schokkende dingen — anders verdien ik er niets aan.

Ik kreeg deze week een paar banden met De hunkering van Theo van Gogh te zien. Een geweldig programma. Het vreemde is dat de recensenten dit als «heel banaal» neerschreven en zich blijkbaar in de maling lieten nemen door het «Umfeld»: de omroep Veronica. Maar laat ik u vertellen dat je nergens op de wereld zo’n defaitistisch programma kunt zien waar gespeeld wordt met het kwaad, met gevoelens en met de kijker. De hunkering verdient de Nipkow schijf. Waar of niet, recensent?