Soms werden de films vertoond voor anderhalve man en een paardenkop, maar in veel landen was zo’n evenement een kans voor locals om eens iets anders dan Hollywood-films te zien en zat de zaal barstenvol. Vooral in Oost-Europa, de Arabische wereld en Zuid-Amerika was dat het geval.

In Manilla was het wat minder een ‘gebeurtenis’. De bioscoop was op de derde verdieping van een warenhuis en uiteindelijk zaten er maar een man of 50 in de grote zaal. Het was een Europees evenement en dat wilden de verschillende ambassades weten ook. Veel kleine vlaggetjes en een grote blauwe met een cirkeltje sterren. Ambassadeurs en cultureel attachés aanwezig bij een heuse openingsceremonie. De Europese vlag werd gehesen en over de derde etage klonk Alle Menschen werden Brüder.

Naast mij stond de Portugese consul strak in het gelid. Later hoorde ik dat hij een paar honderd Portugese onderdanen faciliteerde. Hoofdzakelijk Chinezen uit Macao. De Portugees was aangedaan. Tranen biggelden over zijn wangen alsof er een fado speelde. ‘Muito emocionante’, zo verontschuldigde hij zich.

Voor veel politici en academici is Europa een belijdenis. Ingewreven en ingehamerd via de verschillende instituten. Door Europa nooit meer oorlog en méér Europa is de enige weg. Europa als einde van de geschiedenis.

Ik ben ook een Europeaan. Het Europa van de mensenrechten is onmiskenbaar een baken van licht in een woelige, vaak onvrije of onveilige wereld. Men wil erheen en gaat er niet meer weg. Stemmen met de voeten is de peiling der peilingen. Europa is mooi. Het avondland. Een oord van vrijheid en wetenschap. Van gelijkheid. Een verzameling van functionerende civil societies. Men wil er naartoe. En ook al beseft men dat soms zelf niet, dat is vanwege die waarden en de welvarende samenlevingen die daar het gevolg van zijn.

Maar de vraag is of de EU die Europese waarden van democratie en gewetensvrijheid wel vertegenwoordigt. Een vraag die vaak met een te gretig ‘ja’ of met een welgemeend ‘fuck them’ wordt beantwoord.

Bangmakerij van twee kanten. Zonder Europa oorlog en armoede, of door Europa juist burgeroorlog en knechting door de superstaat, niet zelden EUSSR genoemd. Een criticus wordt door het establishment al snel als gekkie en eurofoob weggezet en een voorstander is al snel een landverrader en een eurofiel.

Ikzelf vind Europa te snel gaan. Het is een academisch pet-project dat de burgers wordt gedwangvoederd. Dat denk ik althans, maar ik weet het niet. Het wordt me niet uitgelegd. De eerlijke voors en tegens. Het debat is te ideologisch. Te polemisch. Zelden verhelderend.

De antipartijen schreeuwen zo hard dat ik ze niet meer hoor en de propartijen walsen zo hautain over het gat tussen kiezer en academische Eurolite heen dat ik me ook door hen niet serieus genomen voel.

Zolang vóór Europa meer een ideologisch dictaat dan een optie lijkt, stem ik bij de Europese verkiezingen een keer niet. Omdat ik niet weet waarvoor ik stem. Omdat men mij niet het idee heeft kunnen geven dat mijn stem er ook toe doet. En vooral omdat men mij tussen alle bangmakerij en samenzweringstheorieën door niet duidelijk kan maken of ik meer of minder Europa moet willen. Ik denk dat dat niet alleen aan mij ligt.

Ik ben niet ‘eurokritisch’ maar gewoon kritisch. Dus ook over hoe Europa en hoe het aan mij als kiezer wordt voorgelegd. Ik stem dus bij hoge uitzondering niet. Ondanks maar ook dankzij de tranen van die Portugese consul in Manilla. Omdat ze voor mij staan voor juist die valse sentimenten rond de EU waardoor ik er zo moeilijk in mee kan gaan.