Verzamelplaats onder het standbeeld van Robert E. Lee aan de Monument Avenue in Richmond, Virginia. 10 juli © Peter van Agtmael / Magnum / ANP

‘Biden? Pff. Biden is een schaamlap voor het kapitalisme. Een doe-maar-alsof-Democraat. En Trump is een volslagen idioot. Het stemmen bij deze verkiezingen is een kwartje opgooien en kijken welk van de twee kwaden wint. Ik ben boos: boos dat ik gedwongen word op een derde partij te stemmen. Maar ik heb geen keuze, alleen zo kan ik laten zien dat mijn generatie geen genoegen hoeft te nemen met wat ons wordt voorgeschoteld.’

Eden Marie Gordley (19) windt er geen doekjes om: haar eerste stem in een presidentiële verkiezing is een proteststem. Het past de generatie die opgroeit in een tijd van maatschappelijke onrust en protesten. Net als haar leeftijdgenoten demonstreerde Gordley al voor ze mocht stemmen. In 2018 ging ze de straat op na een schietpartij op een school in Parkland Florida; beelden van woedende tieners die hun politici ter verantwoording riepen gingen de wereld over. Ze demonstreerde tegen klimaatverandering en het immigratiebeleid van Trump en de hele zomer lang liep ze mee in protesten van de Black Lives Matter-beweging. ‘Putting your body to the streets’, zoals Amerikanen dat zo mooi zeggen, behoort voor Gordley en haar leeftijdgenoten tot het standaard levensrepertoire.

Amper volwassen beleefde Generatie Z twee economische crises: een klimaatcrisis en een technologische revolutie. Het is bovendien demografisch de meest diverse generatie in het electoraat van de Verenigde Staten. Dit jaar kunnen ze met die ervaring voor het eerst een fors stempel op de verkiezingen drukken. Jongeren tussen achttien en 24 jaar vormen in 2020 tien procent van het electoraat, ruim 23 miljoen kiezers. Bij de vorige presidentsverkiezingen waren dat er nog zeven miljoen (vier procent).

Maar de opkomst bij jongeren is notoir laag. Bij de tussentijdse verkiezingen in 2018 stemden drie op de tien van deze groep. De partijen maken het ze ook niet makkelijk: de populariteit van beide kandidaten schommelt bij deze jongvolwassenen tussen de twaalf en 22 procent. Is dat voldoende om ze deze keer wél naar de stembus te krijgen? Wat drijft deze generatie en wat betekent haar volwassenwording op de lange termijn voor het politieke landschap in Amerika?

‘Generatie Z-jongeren zijn kinderen van de recessie’, doceert Corey Seemiller vanuit haar studeerkamer in Arizona. Seemiller is professor aan is professor aan Wright State University in Dayton, Ohio, heeft zich onder andere gespecialiseerd in burgerschap en leiderschap en doet inmiddels ruim zeven jaar onderzoek naar Generatie Z. ‘Ze waren nog jong toen hun ouders in de crisis van 2008 hun baan verloren of het gezin het huis uit werd gezet. Dat draag je met je mee, een dergelijke ervaring tekent een kind. In tegenstelling tot wat mensen vaak denken maakt dat deze generatie fiscaal zeer conservatief en economisch bewust. Ze kennen de waarde van geld, ze begrijpen dat politieke beloftes geld kosten en ze weten dat waarde kan devalueren. Economische voorspoed is geen gegeven voor deze generatie.’

Ze vervolgt: ‘Maar deze generatie is ook iets anders kwijtgeraakt: de sociale beloften van Amerika die eerdere generaties hebben gehad, zijn hen ontnomen. In onderzoeken noemen ze legio voorbeelden: onderwijs wordt steeds duurder, het recht op abortus is in veel staten ingeperkt. Hun vrienden, dreamers – kinderen van illegale immigranten die in de VS zijn opgegroeid – worden mogelijk uitgezet. Ze zien dat zwarte vrienden anders behandeld worden door de politie. Kinderen die het leger in willen, kunnen dat ineens niet omdat er een transgenderverbod is ingevoerd. Voor deze jongeren geldt iets wat voor eerdere generaties niet gold: ze ervaren sociale regressie. Jarenlang breidde Amerika sociale rechten uit, rechten waar generaties vóór hen van hebben geprofiteerd. Nu worden ze ingeperkt. Daarom is deze generatie zo gebrand op sociale rechtvaardigheid.

Die klassieke tegenstelling tussen fiscaal conservatief en sociaal progressief verenigd in één generatie is ontzettend interessant, dat zagen we niet eerder.’ Hoe zich dat gaat ontwikkelen durft Seemiller niet te voorspellen: ‘Het is geen gegeven dat de generatie naar links opschuift. Maar het cliché hoe ouder, hoe conservatiever hoeft ook niet te gelden: data laten zien dat alleen babyboomers daaraan voldoen. Dat is de generatie die alles had en dat wilde behouden. Dat geldt voor generaties daarna niet.’

Eden Marie Gordley weet wat het is om niets te hebben: ze groeide op bij haar moeder in een arme, zwarte buurt in Virginia. ‘Mijn wereld was klein, er waren niet veel mogelijkheden. Op mijn elfde verhuisde ik naar mijn vader, die wit is, in een goede wijk. Toen pas realiseerde ik me wat er allemaal mogelijk was. Het idee dat ik naar de universiteit zou gaan kwam daarvoor niet in me op. Nu ben ik afgestudeerd. Ik weet hoe de wereld eruitziet als je weinig hebt en zwart bent. Maar ik ken ook de andere kant. Ik heb die twee kleuren en die twee werelden in me en ik waardeer ze allebei. Omdat ik ze allebei ken, voel ik ook een verplichting om een brug te slaan. Dat kan ik niet doen als ik op Biden en Harris stem.’

Haar vrienden zeggen allemaal dat ze tegen Trump moet stemmen en dus voor Biden. Dat een beetje verandering beter is dan geen verandering. ‘Maar dat is precies het probleem’, zegt Gordley. ‘Met Biden en Harris kiezen we een zoethoudertje. Dan kan iedereen weer rustig gaan slapen omdat we doen alsof we racisme aanpakken. Ik zeg niet dat Trump een betere president is, maar onder hem kan niemand ontkennen dat racisme bestaat. Onder hem heeft de anti-racismebeweging pas echt vleugels gekregen.’

Ze is ervan overtuigd: met Biden en Harris gaan we terug naar af, ze zijn onderdeel van het systeem. ‘Dat Biden zich kandideert is per definitie elitair. Hij zit daar omdat hij 45 jaar lang mee heeft gewerkt aan wetten die andere Amerikanen naar de randen en de absolute sociale bodem van Amerika hebben geduwd. En dan heb ik het nog niets eens over hoe klasse en ras verweven zijn. Biden is het tegenovergestelde van wat een Democratische presidentskandidaat zou moeten zijn.’

Instagramposts van @settleforbiden ©  Settle for Biden

Sam Weinberg (19) en Sabina Roberts (19) delen het Democratische ongemak met Gordley maar kozen een andere strategie. ‘Bernie was mijn kandidaat’, vertelt Weinberg vanuit de woonkamer bij zijn ouders in Chicago. ‘Toen hij de voorverkiezing had verloren stroomden sociale media over met leeftijdgenoten die zeiden niet óf op een derde partij te gaan stemmen. Dat vond ik zorgelijk; de gedachte aan nog vier jaar Trump vind ik onverteerbaar.’

Vorig jaar deed Jill Biden in een interview een uitspraak die Weinberg steeds bijbleef. ‘Het is even slikken maar uiteindelijk zal iedereen het maar gewoon moeten doen met mijn man’, zei ze. ‘Destijds vond ik het een rare opmerking maar na de voorverkiezingen viel het kwartje’, zegt Weinberg. ‘Jill had gelijk. Ik begon Settle for Biden op Instagram. Het begon onder de radar, gewoon posten waar ik zin in had, maar binnen een paar weken hadden we al 140.000 volgers en was ik er tachtig uur per week aan kwijt. Toen belde ik Sabina en wat andere vrienden: jongens, ik geloof dat we iets te pakken hebben.’

‘Ze waren nog jong toen hun ouders in de crisis van 2008 hun baan verloren. Economische voorspoed is geen gegeven voor hen’

‘Ik had geen idee waar ik aan begon’, lacht Sabina Roberts, directeur onderzoek bij Settle for Biden (‘Dan maar Biden’) vanuit Schotland, waar ze aan de St. Andrews Universiteit studeert. ‘Maar ik weet wel waar ik het voor doe. Amerika is een plek waar voorspoed zou moeten bloeien. Het kan: we hebben de grondstoffen, het geld, de internationale status, de bevolking. Maar die kansen zijn niet voor iedereen beschikbaar, om veel verschillende, vaak systemische redenen. Dat klopt niet; dat moet en kan anders.’

Het account grossiert in zwarte humor: foto’s van Biden met teksten als: ‘Omdat een zesje beter is dan een twee’, ‘Yes we can – maybe’, ‘Liever witte leugens dan witte overheersing’, ‘Een president waar onze kinderen tegenop kunnen kijken, nou ja, bij wijze van spreken dan’. Of Biden in de auto met een tekst: ‘Kom erbij, we gaan een matige vier jaar tegemoet!’ ‘Zeker in het begin zat er niet veel strategie achter onze berichten’, zegt Sam Weinberg, ‘het kwam intuïtief. Nu denken we er iets beter over na, we willen zo effectief mogelijk zijn, maar dat is echt een leerproces.’

Het probleem is dat veel van de oude leiders in de Democratische Partij denken dat ze naar rechts moeten bewegen om te winnen, stelt Weinberg. ‘Het is niet eens naar het centrum, het is echt naar rechts, omdat dat is waar de Republikeinen naartoe bewegen. Dat is geen duurzame strategie; dan drijven we alleen maar weg van onze waarden. Het is vrij duidelijk waar we voor staan: iedereen verdient een eerlijke kans op succes en geluk. Daar horen maatregelen bij zoals eerlijk loon, betaalbare gezondheidszorg, gratis onderwijs, schone infrastructuur en klimaat. Uiteindelijk gaat het erom dat we geven om mensen en om de planeet.’

Roberts vult aan: ‘Republikeinen zetten ons dan vaak neer alsof we niet vaderlandslievend zijn en dat we niet van Amerika houden. Het is het tegenovergestelde: we houden van dit land en daarom moeten we juist een stap extra zetten.’

Instagramposts van @settleforbiden ©  Settle for Biden

‘Deze generatie laat zich leiden door ideologie en niet door een partij. Ze weten precies wat hun waarden zijn, maar zeventig procent voelt zich niet thuis of vertegenwoordigd bij een van beide politieke partijen’, duidt Seemiller. ‘Bijna 45 procent identificeert zich met linkse idealen – variërend van gematigd tot uiterst links. Aan de rechterkant is dat 23 procent. In het midden zweeft een groep jongeren – 22 procent – die heen en weer beweegt tussen linkse en rechtse idealen. Zij stemmen op onderwerp of op kandidaat maar niet op een partij.’

Dat principe gaat dwars door de partijen heen. Voor Elle Kalisz (21), directeur communicatie bij de vernieuwingsbeweging GenZGOP (Grand Old Party), is het glashelder waar de Republikeinse Partij voor zou moeten staan: ‘Kleine overheid, fiscale verantwoordelijkheid, een duurzame toekomst, persoonlijke vrijheid en gelijke kansen. In de kern zijn wij een partij die zich goed informeert en vanuit die waarden op een beschaafde manier in gesprek met de andere kant politiek bedrijft, niet vanuit polarisatie. Daar zie ik niets van terug bij de partij. We zijn gekaapt door een autoritaire, populistische, haatdragende stroming die vooral desinformatie verspreidt en niet gericht is op samenwerking of op onze toekomst. Een stroming die veel groter is dan de president.’

En dus maakte ze een principiële keuze: ‘Ik stem op Biden. Hij heeft het er zelfs over om John Kasisch – een Republikein – in zijn kabinet te benoemen! Ik stem met tegenzin maar ik verkies mijn land boven de partij.’

Toen vrienden afgelopen juli GenZGOP begonnen, sloot Kalisz zich dan ook meteen aan. Tussen de tentamens door vertelt ze gedecideerd en als een getrainde professional over de uitdagingen van haar generatie: ‘We kunnen niet doen alsof we de wereld veranderen en tegelijkertijd klimaatverandering negeren of institutioneel racisme ontkennen. Er zijn grote veranderingen nodig in onze strafrechtketen, we moeten onze klimaatdoelstellingen verbeteren, de positie van immigranten verbeteren, verantwoordelijk fiscaal beleid voeren. Het zijn gesprekken die nu vooral door links worden gevoerd. Zoals de Green New Deal. We zijn het met links eens over de problemen maar wij zien veel meer in bijvoorbeeld publiek-private samenwerking of kernenergie als oplossing. Daar hoor je de partij niet over terwijl dat juist het gesprek is dat we moeten voeren. Wij willen met onze generatie een conservatief alternatief bieden.’

Daar is lang niet iedereen in de Grand Old Party blij mee, vertelt Kalisz. ‘Veel jonge mensen zijn enthousiast en willen met ons praten. Maar we krijgen ook behoorlijk veel weerstand van meer gevestigde kanten van de partij. Dat laat alleen maar zien dat we op de goede weg zitten. Hoe harder zij duwen, hoe harder wij terugduwen.’

‘Deze generatie is niet bang om op te staan tegen machten boven hen’, legt Seemiller uit. ‘Ze doen het zelf wel, het activisme van deze generatie spreekt voor zich. Het is spannend om te zien waar dat heen gaat politiek gezien, want geen van beide partijen reflecteert de ideologie van deze generatie. Republikeinen moeten een antwoord hebben op de sociale vraagstukken en de racistische retoriek achter zich laten. En Democraten moeten uitleggen hoe ze voor hun plannen gaan betalen, voorbij de makkelijke oneliners. Deze generatie neemt geen genoegen met halfbakken antwoorden.’

Instagramposts van @settleforbiden ©  Settle for Biden

Het is niet alleen het verlangen de koers van de partijen te veranderen, ook het politieke systeem is de jongeren een doorn in het oog. ‘Nu ik in Schotland woon zie ik dat een driepartijensysteem ook niet alles oplost, maar je wordt tenminste niet gedwongen om voor iemand zoals Biden te kiezen’, zegt Roberts. ‘Een derde keuze heeft een eerlijke kans, in tegenstelling tot in de VS. Er zitten zoveel oneerlijke constructies in ons systeem: kiezersonderdrukking, ons systeem van kiesmannen, hoe kiesdistricten bij ons worden getekend. Het is niet makkelijk dat te veranderen maar het moet anders.’

‘Republikeinen zetten ons vaak neer alsof we niet vaderlandslievend zijn. Maar we houden juist van dit land’

Kalisz ziet vooral een probleem in de partijdigheid: ‘Het systeem is gebouwd om te werken, als iedereen het land boven de partij stelt. Congres en Senaat zouden gewoon hun werk moeten doen in plaats van elkaar vliegen afvangen. We hebben nog steeds geen nieuw pakket van coronanoodmaatregelen, er wordt al maanden onderhandeld! De gerechtelijke hoven zijn niet politiek maar we maken ze politiek. Partijen moeten de vijandigheid laten varen en het gewoon weer gaan hebben over oplossingen.’

Volgens professor Seemiller heeft Generatie Z een diep wantrouwen tegenover het politieke systeem. ‘Dat uiten ze luid en duidelijk: “Ik voel me smerig dat ik moet stemmen in een systeem dat zo corrupt is”, of een variant daarop komt vaak terug in onze onderzoeken. Ik zie dat wantrouwen niet als iets slechts. Soms moet je ergens doorheen breken voordat het beter wordt. Veel kiezers voelen dat het systeem kapot is en dat het anders moet. Niemand durft het te doorbreken omdat we liever leven met de duivel die we kennen dan de duivel die we niet kennen. Deze generatie heeft van die terughoudendheid geen last.’

Het wantrouwen richt zich niet alleen op de overheid maar ook op instituties zoals media en onderwijs. ‘Het is alsof media ook alleen nog maar denken in rood of blauw, terwijl we allemaal – weet ik veel – paars zouden moeten zijn’, zegt Gordley. Net als zeventig procent van haar generatiegenoten haalt ze haar nieuws vooral van sociale media en van bekenden. ‘Ik kan niet zomaar aannemen dat wat ik lees in de krant ook waar is, ik moet zelf op onderzoek uit.’

Ook Kalisz is scherp gebrand op betrouwbaarheid van informatie. ‘Er doet ontzettend veel desinformatie de ronde, ook in de politiek. We moeten ons juist nu goed informeren, bronnen nazoeken en op feiten gebaseerde politiek bedrijven.’

‘Het vertrouwen in de instituties is laag maar het vertrouwen in individuen binnen die instituties kan weer heel hoog zijn’, voegt Seemiller toe. ‘Over het thuisonderwijs zijn jongeren ontzettend kritisch. “Universiteiten willen vooral ons geld maar geven niet om de kwaliteit van ons onderwijs”, hoor ik ze zeggen. Maar individuele docenten vertrouwen ze juist heel erg. Zo werkt het ook met nieuwsconsumptie: berichten van bekenden op sociale media worden meer vertrouwd dan berichten van de grote nieuwsorganisaties. Het gaat deze generatie om authenticiteit en transparantie. Juist die eigenschappen zien zij niet terug bij de mensen die de touwtjes in handen hebben. Ze hebben het idee dat ze continu worden belazerd.’

Instagramposts van @settleforbiden ©  Settle for Biden

Bedonderd door iedereen, op die ene grote uitzondering na. ‘Bij Bernie weet je dat hij om mensen geeft; hij meent wat hij zegt’, zegt Roberts. ‘Ik was het echt niet altijd met hem eens maar ik steunde hem volledig omdat hij precies is wie hij zegt dat hij is. Ga zijn geschiedenis maar na: je moet heel erg je best doen wil je daar een inconsistentie in vinden.’

‘Ik hou van Bernie! Hij durft af te wijken, hij ziet ons land voor wat het echt is en gaat staan voor de verandering die nodig is. Hij begrijpt wat het betekent om nu jong te zijn. Hij begrijpt ons’, zegt Gordley.

Onder de vleugels van Sanders’ beweging timmert Settle for Biden aan een progressieve toekomst. ‘Als Biden verkozen wordt, moeten we echt aan de bak’, zegt Weinberg. ‘Dan gaan we vanuit een denktank-achtige rol zorgen dat de progressieve agenda ook echt wordt ingezet. Als Trump wordt verkozen heeft dat weinig zin, je kunt een vis niet leren vliegen. Dan vinden we een andere vorm om ons platform in te zetten, waarschijnlijk in samenwerking met andere progressieve bewegingen. Dit is te groot en krachtig om los te laten.’

Kalisz, beslist: ‘Wij hebben ons altijd gericht op de lange termijn. Verandering kost tijd. Dit gaat over meer dan de president, dit gaat over onze toekomst en over structurele verandering. Wij zijn pas net begonnen.’

Weinberg, Roberts, Kalisz en Gordley gaan allemaal stemmen. Maar zijn ze de uitzondering of gaat hun generatie deze verkiezingen het verschil maken? ‘Ideologisch is het overduidelijk dat mijn generatie Trump niet wil. Ik hoop echt dat ze komen, dan stemmen we hem weg. Maar we zullen zien’, zegt Weinberg voorzichtig. Ook Gordley en Roberts missen de overtuiging. ‘Het kan, maar jongeren zijn ook lui en politiek voelt vaak ver van hun bed’, zegt Roberts.

Alleen Kalisz heeft van schroom geen last: ‘Reken maar dat we komen. Onze toekomst staat op het spel. Wij hebben iets te verliezen.’


Deze publicatie kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten,fondsbjp.nl