Binnenkort gaat de nieuwe film van Alex van Warmerdam in roulatie, in het jaar dat de geschiedenis zal ingaan als het jaar van de publieksfilm. Nog nooit kwamen zoveel mensen kijken naar zoveel grote Nederlandse films. Publiekgericht denken voert de boventoon. Ook de artistieke, eigenzinnige filmmakers moeten zich bewust worden van hun publiek.

Van Warmerdams nieuwe film, Grimm, was op het Film Festival in Utrecht nog niet te zien omdat distributeur A-film voorrang gaf aan Cloaca en Phileine zegt sorry.

Alex van Warmerdam: «Ik heb nooit een publiek voor ogen. De kijker ben ik zelf. Met Grimm wilde ik een beetje een avonturenfilm maken. Dat kan wellicht een groter publiek trekken maar dat bedenk ik pas achteraf. Andere makers voelen wat er leeft en schrijven een scenario in de geest van de tijd, maar ik kan alleen schrijven over waar ikzelf nieuwsgierig naar ben.

Iedereen heeft het in deze tijd over de positie van de Nederlandse film, maar als je diep in mijn hart kijkt kan het me geen reet schelen. Ik heb genoeg zorgen om mijn eigen films. Ik trek misschien ook profijt van de kentering in de bezoekersaantallen. Natuurlijk wil ik ook dat iedereen naar mijn films komt, maar ik doe er geen enkele concessie aan.»

Concessies doet hij wel aan het geld. Grimm is met een budget van vier miljoen euro Van Warmerdams duurste film ooit. Van Warmerdam: «Het probleem is dat je nooit het geld bij elkaar krijgt dat je echt nodig hebt. Vlak voordat we naar Spanje gingen voor opnames moest ik nog een dierbare scène schrappen, een hallucinerende doolrit door een groot kassengebied. Een scène die al veel eerder sneuvelde was er een waarin Marie (Halina Reijn) door het ijs van een bevroren kanaal zakt, bijna verdrinkt en in een soort coma ineens onder water een huisje ziet. Datzelfde idee had ik voor die poel in het bos in De Noorderlingen. Daar wilde ik de jongen op zoek laten gaan naar het meisje uit het bos. En dan blijkt ze in een huisje met een tuintje onder water te wonen. Voor de deur moest de brommer van Dikke Willy (Theo van Gogh) staan, maar ook toen kostte dat te veel geld.»

Vorige week bezocht hij het filmfestival van San Sebastián, waarvoor zijn film was geselecteerd — Grimm speelt zich immers voor de helft af in Spanje. Alex van Warmerdam: «Carmelo Gómez, die de rol van Diego speelt, hield bij de persvoorstelling een vurig politiek betoog tégen de Spaanse film. Over de vervlakking en de soap, hetzelfde verhaal als hier. Carmelo ging mij ophemelen ten koste van de Spaanse film. Vervolgens is Grimm aan alle kanten afgebrand. Ik verwijt het Carmelo niet want hij moet kunnen zeggen wat hij wil. Bovendien hebben we goede recensies, in de Variety en Screen International, dus mij deert het niet zo erg. De film is af. Urbi et orbi, zou ik zeggen.»

Voor Grimm nam hij het sprookje Broertje en zusje van de broers Grimm als uitgangspunt. Hij wilde draaien in een westerndorp in Spanje. «Toen ik aan het schrijven was, dacht ik: hoe krijg ik ze helemaal Frankrijk door? Tot ik bedacht dat ik Spanje tegen Nederland aan kon plakken. Als je dat een beetje overdrijft kan het nog wat opleveren ook. Dus rijden broer en zus (Jacob Derwig en Halina Reijn) door een fietstunnel en zien ze bij de uitgang een Spaans landschap voor zich.»

Net als in zijn andere films is er in Grimm bij verschillende karakters sprake van een problematisch beleefde seksualiteit. «Als mensen zeggen dat er veel seks in mijn films zit, dan schrik ik altijd. Voor mij zijn het motortjes om een goede scène te schrijven. Misschien schiet ik gewoon tekort om een ander probleem te bedenken. Het is wel waar dat mijn hersenpan gevuld is met de benauwde jaren vijftig. We woonden in de eerste nieuwbouwwijk aan de rand van Den Bosch. Als je naar school ging, moest je door een bos waar je gepakt kon worden. De man naast ons, vader van elf kinderen, werd op een dag meegenomen door de politie. Die bleek het met zijn dochters te hebben gedaan. De Noorderlingen is verdomd biografisch. Die film lag daar voor het oprapen. Ik gebruik ook graag archaïsche namen, Jacob en Anton, die roepen direct weer die wereld op, van klassenverschillen, gezaghebbende vaders en terreur op school. Mijn personages zijn vaak gezagsondermijnende types.

Grimm heb ik veel minder snel geschreven dan De Noorderlingen en Abel. Ik had te veel ideeën, ik heb wel honderd versies gemaakt. Er was een geplande draaitijd, maar dat ging plotseling niet door omdat de cv-regeling mislukte. We hebben op een gegeven moment drie coproducenten gehad uit Spanje en Duitsland; dat bleken allemaal oplichters te zijn. Ik heb bij een paar van die gesprekken gezeten, met eindeloos arrogante mensen. Het zijn tussenhandelaars tussen subsidiefondsen en jou die leuke percentages opstrijken. Eerst reageren ze enthousiast, maar op een dag zijn ze spoorloos. Er zit veel tuig tussen. Er is geen producent die zegt: ‹Ik vind het een te gekke film, ik breng hem uit, kan me niet schelen hoeveel mensen ernaartoe komen.›

Uiteindelijk hebben we Grimm een jaar uitgesteld. Steeds opnieuw was onderwerp van gesprek ‹gaan we hem maken, of is er niet genoeg geld en blazen we de boel af?› Maar na vier jaar ga je de boel niet meer afblazen. Toen zijn we gaan draaien nog voordat het geld rond was en hebben we onszelf in de schulden gestoken.»

Zijn broer en producent Marc wil nooit meer zo’n lijdensweg door Europa volgen. Hij wil alleen nog films maken die niet meer dan één miljoen kosten. Alex van Warmerdam zint al op een nieuwe film. «Je moet uitkijken dat je niet gaat verzinnen wat je al een keer verzonnen hebt. Ik hoop niet dat ik het belangrijkste al verteld heb. Er zitten nog altijd onontdekte gebieden in mijn hoofd. Er wordt me wel eens gevraagd wanneer ik nu een echte publieksfilm ga maken, maar dat betekent dat ik films als anderen moet maken, niet zo hoekig, zonder te traineren en met muziek die door de scène loopt. Maar dat wil ik niet. Ik wil dat je ogen alles doen. De kijker moet werken bij mij, je hebt lectuur en literatuur. Ik zeg niet dat mijn films kunst zijn, alsjeblieft niet. Maar er moet wel gewerkt worden.»

Van Warmerdam is niet dol op reflectie. «Dat gezoek naar wat me beweegt loopt altijd zo dood. Soms krijg ik er ruzie met interviewers over, omdat ze alles willen psychologiseren. Naturalisme heeft me nooit iets gezegd.

Mijn personages spreken in wezen allemaal dezelfde taal. In het begin zeiden mensen: ‹Zoiets zegt een arbeider niet.› Ik zoek naar extreme situaties. Billy Wilder zei: ‹Het is niet interessant als iemand door de deur binnenkomt, pas als hij door het raam binnenkomt wordt het interessant.› Daar ben ik naar op zoek.»

u