‘Ik wilde altijd oncologisch chirurg worden, daar was ik tot twee jaar geleden zeker van. Nu werk ik bij het Stedelijk Museum als Blikopener. Ik werd aangenomen toen ik veertien was, dat was heel bijzonder want het is eigenlijk bedoeld voor jongeren van vijftien tot negentien jaar. Toen ik begon te werken, kon ik zeggen: “Hoi, ik ben de jongste medewerker ooit.” Iedereen begint bij de Albert Heijn als vakkenvuller, maar ik wilde dat nooit. Ik wilde niet ordinary zijn, maar altijd net iets anders zijn dan normaal. Het Stedelijk Museum helpt daar erg bij, het anders zijn. We hebben met de Blikopeners twee museumzalen ingericht, “De Blikopener Spot”, met alleen maar boekenkasten en zitzakken. Daarna hebben we een hele kamer blauw geverfd, rond gemaakt en een wereldkaart erop geschilderd. Bezoekers konden op de wereldkaart briefjes plakken op de plek waar hun leven was veranderd en waar ze hun leven wilden veranderen. Op een briefje stond: “Het moment waarop ik besefte dat ik iedereen kon verliezen.” Dat heeft mij geraakt. Je kon echt zien waar iedereen vandaan kwam.

Ik begon op het Montessori Lyceum Amsterdam in vmbo-t. Ik wist niet wie ik was, het was niet de beste tijd voor mij. Ik heb heel hard gewerkt zodat ik naar 2 havo mocht. Ik heb zo genoten van die tweede klas dat ik helemaal was vergeten te werken! Ik kreeg te horen dat ik van school af moest. Dat vond ik verschrikkelijk, want op het mla had ik zo’n grote vriendengroep opgebouwd. Ik kwam naar Openbare Scholengemeenschap Bijlmer als een niets-wetend Oud-Zuid-meisje. In mijn buurt was de enige allochtoon de dochter van de conciërge. Eerst dacht ik over de Bijlmer: daar wil je niet dood gevonden worden. Elke pauze stond ik bij meisjes die alleen over make-up konden praten en over jongens die ze niet kenden. Ik wilde over festivals praten, reizen, kunst, daar konden zij gewoon niets over zeggen. Als je in je tuinbroek naar school kwam, werd je vreemd aangekeken. Maar ik ben nu wel blij dat ik naar osb ben gegaan, anders was ik nog steeds een heel naïef meisje geweest.

De Vinse School staat echt open voor jouw ideeën, in plaats van dat ze je zo aankijken van: “Wie denk je wel dat je bent, je bent maar een leerling.” Op mijn andere scholen heb ik dat nooit meegemaakt, die waren heel streng. Ik mag nu schoolfoto’s maken. Iedereen doet gewoon wat hij zelf wil, who cares. Dat zijn echt mijn soort mensen, ze geven een heel goede vibe af.

Iedereen die als Blikopener heeft gewerkt komt goed terecht. De helft van mijn oud-collega’s is in Aberdeen (Schotland) of Amerika aan het studeren. Er zitten ook veel kunstenaars tussen, waaronder Wessel Rossen, die onlangs door ID Magazine is uitgeroepen tot “kunstenaar van onze generatie”. Hij zat in mijn groep, dat heeft indruk gemaakt. Ik fotografeer ook veel. Voor het Stedelijk doe ik nu de sociale media. Ik wil later geen saaie kantoorbaan, het liefst helemaal niets saais. Het Stedelijk Museum kan ik ook heel goed op mijn cv zetten. Zonder die baan had ik veel minder een idee over wat ik later zou willen doen. Het liefst reis ik mijn hele leven rond de wereld om foto’s te maken.’