Kaboel – Op de begraafplaats Saraj Shamali in Kaboel lijkt het of de doden uit hun graf zijn opgestaan. Mannen liggen en hangen op de graven of sjokken traag rond over het kale, heuvelachtige terrein in district Amandeltuin, tegenover een openluchtmarkt voor auto-onderdelen. Sommige mannen zitten gehurkt in groepjes, de hoofden bijeengestoken, bezig met naalden, zilverfolie en aanstekers. Drugsverslaving is een groot probleem in Afghanistan, ’s werelds voornaamste producent van heroïne. En hoewel de Taliban hebben gezegd met zowel productie als gebruik korte metten te zullen maken, is daar in de praktijk weinig van te merken. Sterker, door de economische crisis die volgde op de machtsovername door de Taliban lijkt het aantal verslaafden alleen maar te zijn toegenomen.

Een verslaggever van persbureau AP stelde vorige week vast dat het nog altijd een drukte van belang is rond de gebruikersplekken in Kaboel. De komst van de nieuwe regering heeft Afghanistan weinig goeds gebracht, afgezien van het feit dat de oorlog tussen de Afghaanse regering en de Taliban nu is afgelopen. Nadat zij in augustus vorig jaar de macht hadden overgenomen, was er nog enige (voorzichtige) hoop dat de Taliban gematigder zouden zijn dan in hun vorige regeerperiode, van 1996 tot 2001. Toen zaten de vrouwen gevangen in hun huis dan wel achter de venstertralies van hun boerka. Voor de hele bevolking golden strenge, soms bizarre regels, op overtreding waarvan draconische straffen stonden. Nou, het is niet meegevallen, zoveel is een jaar na de machtsovername wel duidelijk.

De VN-missie in Afghanistan, Unama, maakte vorige maand in een rapport de stand op. Alle categorieën misstanden worden door Unama afgevinkt. Er wordt gemarteld, er zijn buitengerechtelijke executies en willekeurige arrestaties. ‘Autoriteiten maken zich straffeloos schuldig aan schendingen van mensenrechten.’ De Afghaanse vrouwen lijken nauwelijks beter af dan 25 jaar geleden. Gezichtsbedekking is weer verplicht (al zijn vrouwen meer dan destijds geneigd met die regel te sjoemelen), onderweg moeten vrouwen worden vergezeld door een mannelijk familielid. De middelbare scholen voor meisjes zijn in de meeste districten nog gesloten. ‘Totdat de omstandigheden voor meisjes weer veilig zijn’, zeggen de Taliban. Maar ja, dat was in 1996 ook het verhaal. Dit alles in een bedroevende humanitaire context. Buitenlandse fondsen zijn opgedroogd, de economie is ingestort. O nee, één sector functioneert nog: de opiumproductie.