
Elke dag van haar campagne voor het presidentschap van de Verenigde Staten begon met een uur waarin haar haar en make-up werden gedaan. Op een gegeven moment rekende Hillary Clinton het uit: ze had in totaal zeshonderd dagen campagne gevoerd, wat betekende dat ze in die tijd 25 volle dagen had moeten besteden aan haar styling. Ze moet er hartelijk om lachen: 25 dagen! En constateert dan losjes dat mannen dat niet hoefden te doen.
Zo bekeken heeft het iets vanzelfsprekends dat Hillary, de vierdelige documentaireserie over Hillary Clinton die vanaf volgende week op tv wordt vertoond, telkens begint met een interviewscène waarbij ze ondertussen wordt opgemaakt. Terwijl regisseur Nanette Burstein moeilijke vragen op haar afvuurt, vliegt de poederkwast over Clintons jukbeenderen. Clinton ondergaat het routineus. Bij elkaar heeft Burstein in de loop van drie, vier dagen zo’n 35 uur met haar gepraat om, zoals ze het zelf noemt, het onopgesmukte verhaal over haar leven te horen.
Haar eerste vraag luidt of het niet frustrerend is dat Clinton zich dertig jaar in de publieke arena heeft opgehouden en niemand haar lijkt te kennen. Dat ze niet authentiek lijkt. En dan is de setting van het interview aan een grimetafel opeens behoorlijk ironisch: het wordt Hillary Clinton inmiddels decennia verweten dat ze een permanent masker van waakzaamheid draagt, en nu wordt haar gevraagd zich te ontwapenen terwijl er gewerkt wordt aan haar maquillage. Uiteindelijk gaat Hillary dan ook over meer dan alleen Hillary Clinton; de documentaireserie is net zo goed te bekijken als een verhandeling over vrouwelijke politici en authenticiteit. Waarom wordt Clinton telkens weer voor de voeten geworpen dat men haar niet vertrouwt? Waarom veroorzaakt ze zoveel polarisatie?
Hoe kun je authentiek zijn als je van jongs af aan hebt geleerd je emoties te verbergen, omdat emotionele vrouwen op weinig bijval kunnen rekenen? Althans als je een vrouw in het buitendomein bent, in een mannenwereld. En nog iets: keert de huidige eis dat politici authentiek moeten zijn en hun persoonlijke leven in de strijd moeten werpen zich niet tegen vrouwen, voor wie nog altijd geldt dat ze vooral als ‘te’ worden gezien: te koud, te warm, te onzeker, te afstandelijk, te calculerend, te zeurend, te bits. Ook Elizabeth Warren, die aanvankelijk als grote kanshebber voor het presidentschap werd beschouwd, werd uiteindelijk te serieus bevonden, te schooljufachtig. Hoe dan ook worden vrouwen altijd beoordeeld op hun vrouwelijkheid.
Een scène in de serie toont Clinton in een soort klaslokaal, omringd door vrouwen. Een van hen stelt de vraag of als een vrouw president zou worden ze dan geen beslissingen neemt op basis van emoties. Ze barst in schaterlachen uit en zegt: ‘People think I hardly have emotions!’
In Hillary wisselen de interviewscènes, historisch filmmateriaal over Clintons leven en beelden van haar presidentscampagne van 2016 elkaar telkens af. Nanette Burstein kreeg beschikking over maar liefst zeventienhonderd uur film van achter de schermen van de campagne, geschoten door Clintons campagneteam, vast met het doel er een fijne film van te maken als ze eenmaal president was. Daarnaast interviewde ze campagnemedewerkers, vriendinnen, journalisten, zowel progressief als conservatief, en komen Bill Clinton en Barack Obama aan het woord. Alleen lukte het haar nauwelijks Republikeinen voor de camera te krijgen. Newt Gingrich antwoordde op haar verzoek daartoe dat hij nog liever een naald in zijn oog stak dan over Hillary te praten.
In de chronologische behandeling van Clintons leven is veel bekend, uit de media, uit biografieën die over haar verschenen, uit haar eigen memoires. Haar onbezorgde middenklassejeugd in een conservatie suburb van Chicago. Haar highschooltijd, waarin ze aangestoken wordt door de strijd om burgerrechten en Martin Luther King hoort spreken in Chicago. Haar studietijd aan het vrouwencollege Wellesley en daarna de Yale Law School, in de tijd dat het feminisme opbloeit. Hoe ze Bill Clinton ontmoet op Yale en hem, na een intermezzo in de commissie die onderzoek doet naar de afzettingsprocedure van Richard Nixon na Watergate, volgt naar Arkansas. Daar wordt ze advocaat, maar heeft ze ook haar eerste ervaring als first lady, als Bill gouverneur wordt van de staat. Zijn gooi naar het presidentschap en hoe zij al tijdens de verkiezingen uitgroeit tot nationaal symbool. En vervolgens haar eigen politieke carrière, waarin ze moet leren niet ‘wij’ maar ‘ik’ te zeggen.
Het is allemaal bekend, maar in Hillary wordt haar geschiedenis gelardeerd met een overvloed aan veelzeggende beelden. Alleen al Clintons uiterlijk is telkens een spiegel van de tijd, maar je ziet ook hoe Hillary ‘Hillary’ wordt, om de titel van een scherp stuk van Robert Draper in The New Yorker over te nemen. Van schattig meisje wordt ze een alternatieve studente, met losse, lange haren en dikke bril. Zoals een vriendin in de serie zegt: ‘We negeerden opzettelijk de schoonheidsvoorschriften.’ Naarmate de politieke carrière van Bill een vlucht neemt, kiest ze meer en meer een cosmetisch geruststellend persona voor zichzelf: haar studentikoze bril wordt verruild voor contactlenzen, ze blondeert haar haar, gaat ongevaarlijke pastelkleuren dragen, tot ze uiteindelijk steevast gekleed gaat in het inwisselbare broekpak waar vrouwelijke leiders het patent op hebben.
En dan zijn er nog de beelden van haar in de media: van gladde coverfoto’s waar heel wat stilisten aan te pas zijn gekomen tot bewerkte beelden van haar als angstaanjagende sm-meesteres tot een Hillary-vogelverschrikker die in brand wordt gestoken. Het zijn beelden die de toenemende haat reflecteren die ze oproept.

Clintons levensloop loopt parallel met een halve eeuw feminisme. Het is de subtiel gegeven context in de film die duidelijk maakt hoezeer zij botste met haar tijd en hoe wrang het is dat Bernie Sanders tijdens de presidentiële voorverkiezingen als revolutionair wordt gezien en zij als vertegenwoordiger van het establishment. Zoal New York Times-journaliste Amy Chozick het in de film zegt: ‘Ik dacht altijd over Hillary als iemand die haar tijd vooruit was, die voorop liep. Tijdens de campagne werd ze opeens neergezet als centrist. De meeste Democratische stemmers realiseerden zich niet dat ze het grootste deel van haar carrière die enge, beha-verbrandende liberal was. Dus je hele leven probeer je mensen duidelijk te maken dat je niet die enge liberal bent, en nu moet je ze er opeens van overtuigen dát je liberal bent. Het moet doodvermoeiend zijn.’
Het moment dat Nanette Burstein over Sanders begint is het enige dat Clinton haar voorzichtigheid laat varen. ‘Baloney!’ roept ze, onzin. ‘Nobody likes him, nobody works with him, he doesn’t get anything done.’ Terwijl zij een leven van activisme voor vrouwen- en kinderrechten achter de rug heeft, is hij een carrièrepoliticus die voor zijn 41ste überhaupt niet gewerkt heeft. Ironisch genoeg haalde juist deze uithaal de wereldpers.
Want kijk naar de context. Tijdens haar jeugd in suburbia kende ze geen enkele vrouw die buitenshuis werkte. Op school zag ze veel meisjes die geen hogere cijfers wilden halen dan hun vriendje, want dat maakte hen ‘onhuwbaar’. Toen ze toelatingsexamen deed aan Harvard werd ze zo geïntimideerd door de jongens dat ze voor Yale koos, waar ze met 27 vrouwen begon tegenover ruim tweehonderd mannen. ‘You got points for not being emotional’, herinnert Clinton zich. Het was een kwestie van bescheiden je ogen neerslaan. Ze voegt daaraan toe: ‘When you train yourself like that and then you move fast-forward into an age where everybody wants to see what your emotions are and how you respond and all that, it’s really a different environment.’
Toen Bill gouverneur werd, was zij de eerste first lady met een fulltimebaan en verdiende ze drie keer zoveel als hij, ze droeg haar eigen achternaam Rodham en was niet in Arkansas geboren – ‘I didn’t fit the image.’ Toen Bill niet herkozen werd, begon haar make-over naar de pastel-Hillary. Maar zijn campagne voor het presidentschap bracht haar feminisme zozeer op de voorgrond dat de verkiezingen als een referendum over vrouwen werden gezien. En toen ze, heel authentiek, opmerkte dat ze ook thuis had kunnen blijven zitten, thee drinkend en koekjes bakkend, was het land te klein.
Bovenop de afkeer die Hillary opriep bij Conservatief Amerika, waren er toen Bill president was ook nog eens de officiële onderzoeken naar vermeende schandalen en werden ze achtervolgd door de idiootste complottheorieën, tot de beschuldiging van moord aan toe. Een constante in hun leven, ook tijdens haar presidentscampagne. ‘I’m the most investigated innocent person in America’, zegt Hillary ergens in de serie.
Clintons gereserveerdheid tegenover de media is een reactie op het schrille beeld dat ze vaak van haar schetsen. In Hillary neemt ze ook de verantwoordelijkheid voor haar verhouding met de pers. Ze is te snel defensief, geeft ze toe. Tijdens de campagne van 2016 breekt ook haar wantrouwen haar op, zeker in vergelijking tot Trump, die het spel met de media tot in de toppen van zijn vingers beheerst.
Hillary heeft dan ook iets tragisch. De documentaireserie is zeker niet hagiografisch, al Clintons zwakheden komen aan bod, maar vooral krijg je bewondering voor haar idealisme, haar doorzettingsvermogen en haar moed. En als je de beelden ziet van achter de schermen van haar campagne en ziet hoe los ze is, hoe geestig en warm, dan betreur je dat die nu pas naar buiten komen, nu ze niets meer te verliezen heeft. De kop in de recensie in The New York Times vat de tragische ironie van Hillary mooi samen: ‘Een politiek strijder die gebukt gaat onder haar pantser’, om daar in het stuk aan toe te voegen dat het die wapenrusting is die haar in leven houdt.
En toch eindigt de serie hoopvol. ‘Ik denk niet dat we ooit klaar zijn voor de mensen die het pad voor ons banen’, zegt een van Clintons campagnemedewerkers. ‘We zijn klaar voor de mensen die na hen komen.’ Hillary Clinton was de eerste vrouw die partner werd van het oudste advocatenkantoor in Arkansas, de eerste vrouwelijke senator van New York en de eerste vrouwelijke presidentskandidaat voor een van de twee grote politieke partijen in de VS. Ze is, zoals de Amerikanen het noemen, van de ‘Mozesgeneratie’ van de vrouwenbeweging. Geboren in 1947 liep haar volwassenwording gelijk op met de tweede feministische golf, en als een Mozes doorkruiste ze woestijnen. Mozes zette nooit voet in het Beloofde Land, al kwam hij heel dichtbij, hij zag het vanaf een bergtop.
Hillary is vanaf donderdag 2 april om 23.00 uur te zien op NPO 2, vpro.nl/hillary