Eurydice – Die Liebenden, blind, regie Piere Audi © Ruth Walz / DNO

Vanaf het eerste begin van de opera, vierhonderd jaar geleden, tot de huidige dag is het thema van Orpheus die Eurydice uit de onderwereld terug wil halen zeer geliefd. Een nadeel is wel dat Orpheus de hele opera volop kan zingen, maar Eurydice al dood is voor het verhaal goed en wel begint en dus als personage weinig indruk kan maken. Dat wordt nu tijdens het tegendraadse Opera Forward Festival van De Nationale Opera anders aangepakt. Op één festivaldag zag ik twee Eurydice’s die zelf het heft in handen nemen en een beteuterde Orpheus het nakijken geven.

In Orphée / l’Amour / Eurydice, een coproductie met Reisopera en Opera Zuid, kunnen we dezelfde voorstelling twee keer zien en het verhaal van twee kanten bekijken. Regisseur Robin Coops en virtual reality-regisseur Avinash Changa maakten op basis van de Orpheus-opera van Gluck met librettist Hélène Vrijdag en componist Zbigniew Wolny een ingenieuze opzet. Je kunt kiezen of je Orphée volgt, tenor en gitarist Lucas van Nierop, als een popartiest die ons meeneemt naar aria’s van Gluck en naar een virtuele werkelijkheid; of je volgt danseres Kalin Morrow (of Tijana Prendovic) live. Je ziet haar gedanste wanhoop als Orpheus zelfs niet eens naar haar omkijkt. Zij verkiest hem dan maar te verlaten. Als extraatje gunt L’Amour, een flamboyante Brechtje Kat (of Tirza de Boer), je een blik op Café Elysium, een nachtclub met dansende schimmen of misschien een hemel met zwervende zielen.

Nog sterker is sopraan Julia Kleiter in Eurydice – Die Liebenden, blind, een nieuw werk van de Duitse componist Manfred Trojahn, die zelf het libretto schreef met gebruikmaking van prachtige gedichten van Rilke. Deze Eurydice is al wat ouder als zij de jongere Orpheus (bariton André Schuen) in een trein ontmoet en zij stelt hem op verschillende manieren op de proef. Zij doet alsof zij drie vroegere minnaars tegenkomt (bariton Thomas Oliemans in verschillende gedaanten) en bovendien gaat de trein maar in één richting: de dood. Deze Eurydice heeft zelf voor de dood gekozen. De trein verandert dan in een boot waarop Proserpina (mezzo Katia Ledoux), de vrouw van Pluto, elk jaar naar de onderwereld vaart. Als Pluto (ook weer Thomas Oliemans) merkt dat zij het met Orpheus wil aanleggen geeft hij hem toestemming met Eurydice uit de onderwereld weg te gaan. Maar Eurydice beslist anders, zij dwingt hem om te kijken en blijft zelf in de onderwereld. Zij heeft geen zin in een vrolijk leventje op aarde als dat toch altijd op dood en afscheid moet uitlopen.

De muziek van Trojahn voor het Nederlands Philharmonisch Orkest, gedirigeerd door Erik Nielsen, is somber en prachtig, acht madrigaalzangers (en acht mimespelers) dragen daar ook aan bij. De tekst bevat bijna te veel poëtische en diepzinnige passages over leven en dood, liefde en afscheid nemen, stilstand en verandering. Pierre Audi heeft het mooi en helder geregisseerd, de decors van Christof Hetzer zijn schitterend, het licht van de oude rot Jean Kalman is opvallend suggestief. Met iets meer humor en een beetje levenslust wordt deze nieuwe opera een klassieker.

Te zien t/m 17 maart; operaballet.nl