Hoe het doelwit, aartshertog Frans Ferdinand, en zijn vrouw dodelijk getroffen werden. Hoe de schutter, de negentienjarige Bosnische Serviër Gavrilo Princip een radicale daad wilde stellen die uiting gaf aan zijn politieke ideaal: de volken op de Balkan bevrijden van Habsburgse heerschappij.

Zo uitvoerig als de oorlog die volgde op Princips aanslag is gedocumenteerd, zo bescheiden is de literatuur over hemzelf. Deels omdat de bronnen bijzonder dun gezaaid zijn. Er zijn nauwelijks teksten van Princip bekend. Maar het is ook omdat zijn naam is ondergesneeuwd in de roerige geschiedenis van de Balkan gedurende de twintigste eeuw. Het begon al na direct na zijn dood in gevangenschap in 1918. Princips stoffelijk overschot werd anoniem begraven omdat de Habsburgse autoriteiten vreesden dat zijn graf anders een monument voor Slavisch nationalisme zou worden. Onder Tito gold de communistische canon als belangrijke historische inspiratiebron. Voor de strijdende partijen in de Joegoslavische burgeroorlog van de jaren negentig was Princip geen figuur van grote betekenis.

Honderd jaar Eerste Wereldoorlog bleek aanleiding om uit te pluizen hoe de boerenzoon Princip opgroeide tot de revolutionair die de lont in kruitvat Europa stak. In Slaapwandelaars, de meest scherpzinnige Eerste Wereldoorlog-analyse van dit moment, schetst Christopher Clark het broeierige politieke klimaat op de Balkan waarin Princip volwassen werd. In De dagen van Gavrilo Princip kleurt de Nederlandse historicus Guido van Hengel het leven van Princip in door de intellectuele invloeden die hem vormden uit te diepen. Maar de prijs voor de meest spectaculaire Princip-biografie gaat naar de Britse schrijver en journalist Tim Butcher. Al is de term biografie hier eigenlijk niet van toepassing. Het startschot: Op jacht naar Gavrilo Princip, de moordenaar die de wereld in oorlog bracht is een fraaie vermenging van reisverslag, memoires, biografie en geschiedschrijving. Butcher koos voor een journalistieke aanpak: hij maakte een reis door de streken waar het korte leven van Princip zich afspeelde, in de hoop te ontdekken waar ‘de schutter van Sarajevo’ vandaan kwam en te ontrafelen wat hem tot zijn daad bracht.

Op zijn dertiende doorkruiste Princip te voet een derde deel van Bosnië om in Sarajevo naar school te gaan. Van dat leren kwam weinig terecht. Princip werd opgeslokt door ondergronds studentenverzet tegen het Oostenrijks-Hongaars bewind en radicaliseerde steeds meer. Tijdens een verblijf in Belgrado smeedde Princip het plan voor de aanslag op Frans Ferdinand. Er waren destijds velen zoals hij, laat Butcher zien: jonge Bosniërs die de armoede en onderontwikkeling in hun land aan het hart ging en daar de Habsburgse overheersing de schuld van gaven. Politieke moord was in die tijd een haast normaal middel om je doel te bereiken, merkt Butcher droogjes op.

Het jonge publiek heeft geen idee wie die verfomfaaide jonge man op de zwart-witfoto is

Butcher gaat de gangen van Princip zeer precies na. Gewapend met een stafkaart waarop onopgeruimde mijnenvelden staan aangegeven en met kennis van de streek opgedaan als correspondent tijden de Balkanoorlog gaat hij op pad. Bij de eerste halte van zijn reis, Princips geboortedorp Oblaj, stuit Butcher meteen op goud. Terwijl hij het dorp binnenwandelt zitten de nog levende leden van Princips familieclan op het bordes van hun boerderij. In de achtertuin van het familiehuis treft Butcher een bemoste steen waar Princip in 1909 zijn initialen in kraste. ‘Omdat de mensen op een dag mijn naam zullen kennen’, gaf Princip destijds als verklaring, zo luidt de overlevering die de schrijver van Princips nazaten te horen krijgt.

Butcher is een man van het detail. De valse honden die hem tijdens zijn tocht wegblaffen, de slivovitsj en drabberige koffie die hem worden aangeboden tijdens zijn tocht, alles wordt vermeld. Ondertussen haalt hij herinneringen op aan zijn eerdere tijd op de Balkan. Over hoe hij vast zat in de stad tijdens het beleg van Sarajevo. Over de buitenlandse militante islamisten die in de jaren negentig in Bosnië vochten en later betrokken waren bij de aanslag op de Twin Towers, een van de vele voorbeelden die Butcher geeft om te laten zien hoe verschillende uitbarstingen van geweld door de geschiedenis met elkaar verbonden zijn. Zo blijkt de joodse arts die Princip behandelde in de gevangenis in Theresienstadt daar later te zijn teruggekeerd ‘vanwege omstandigheden die mede door Princip werden veroorzaakt’, aldus Butcher: de arts werd gevangene van de nazi’s die van Theresienstadt een concentratiekamp maakten.

Het reisverslag van Butcher laat zien hoe historisch trauma soms op aparte wijze doorklinkt. Hij loopt mee in de jaarlijkse vredesmars waarmee de moordpartij bij Srebrenica wordt herdacht, door Butcher omgeschreven als een mars die het ‘jeugdig enthousiasme van een popfestival’ combineert met ‘de duistere onderstroom van een Auschwitz-herdenkingsdienst’. In Banja Luka, de tweede grootste stad van Bosnië en Herzegovina waar voornamelijk Serven wonen, bezoekt hij een concert van Franz Ferdinand (de band) die een levensgrote afbeelding van Gavrilo Princip projecteert op doek achter het podium. Het jonge publiek heeft geen idee wie die verfomfaaide jonge man op de zwart-witfoto is.

Toch blijkt Princips slagschaduw zichtbaar, maar alleen voor wie goed zoekt. In Sarajevo treft Butcher een kapelletje waar Princip in 1939 werd herbegraven. Butcher was daar eerder in 1994 toen de stad onder vuur lag. De gedenkkapel werd toen gebruikt als openbare wc. Twintig jaar later is hij schoongemaakt en gerestaureerd, maar nog steeds is de interesse voor het monument minimaal. ‘Een stoffige plek voor geluidloze herdenking’, aldus Butcher. Zijn boek is het tegenovergestelde: het is een levendige herdenking van Gavrilo Princip en de lange geschiedenis waar zijn naam mee verbonden is.


Tim Butcher: Het startschot: Op jacht naar Gavrilo Princip, de moordenaar die de wereld in oorlog bracht. Prometheus Bert Bakker 384 blz., € 24,95


Beeld: Gavrilo Princip poseert voor een studiefoto samen met zijn broers Jovo en Nikola, rond 1910 (Uit het besproken boek / met dank aan het stadsmuseum van Belgrado).