Londen – Een half jaar geleden had ik de eer om op bezoek te mogen komen bij Lord Frost, mijn buurtgenoot in Greenwich die in een vrij eenvoudig rijtjeshuis bleek te wonen. Na het interview vertelde de voormalige Brexit-onderhandelaar half schertsend dat het halve kabinet woont in deze maritieme wijk waar de tijd begint. Het bleek te gaan om Liz Truss, Kwasi Kwarteng en James Cleverly. En hijzelf was minister voor Brexit-zaken geweest.
Nu Truss premier is geworden wordt The Royal Borough of Greenwich voor het eerst sinds de dagen van Queen Elizabeth I, die in Greenwich Palace werd geboren, geassocieerd met de macht. Wat het Noord-Londense Islington was voor Tony Blairs New Labour en het West-Londense Notting Hill voor David Camerons Conservatieven, is Greenwich voor de radicale Conservatieven onder leiding van ’s lands derde vrouwelijke premier.
Haar buurtgenoten Kwarteng en Cleverly krijgen waarschijnlijk de zware posten Financiën en Buitenlandse Zaken, terwijl Frost zelf wordt genoemd als stafchef. In The Guardian is al gesproken over The Greenwich Gang, al woont Cleverly officieel net in het aangrenzende Blackheath. In Greenwich woont ook Andrew Gilligan, de journalist die al jaren op Downing Street werkt en adviezen geeft over het fietsbeleid.
The Trussians of Greenwich hebben een bekende voorganger in Samuel Johnson, de Conservatieve lexicograaf en essayist die hier in zijn vroege Londense dagen woonde. Wandelend door Greenwich Park en uitkijkend op de rivier, The Queen’s House en The Royal Naval College zei hij op een zomerdag in 1763 tegen zijn boezemvriend James Boswell: ‘Is not this very fine?’ Anno 2022 is dat nog steeds een terechte opmerking.
Greenwich is allesbehalve Conservatief. De laatste keer dat de bewoners een Tory naar Westminster stuurden was in 1935, toen ze werden vertegenwoordigd door George Hume, een in Oekraïne geboren ingenieur. Het stadsdeel heeft altijd een eigenzinnig trekje gehad. In de jaren tachtig was dit een broednest van de Social-Democratic Party, een Engelse ds’70.
De huidige afgevaardigde in het Lagerhuis is Matthew Pennycook. Deze sociaal-democraat, die filosofie heeft gestudeerd op Oxford en genoemd wordt als minister in een toekomstige Labour-regering, heeft zo’n ruime meerderheid dat Conservatieve keizers zich de moeite van de stembusgang kunnen besparen. Als troost worden ze nu op een andere wijze in Westminster vertegenwoordigd.