Het incident met de Amerikaanse minister van Defensie Robert Gates is gesloten. Als een rechtgeaarde afstammeling van de Watergeuzen heeft Eimert van Middelkoop hem van katoen gegeven. Gates heeft eerst nog geprobeerd zich eruit te draaien door te zeggen dat hij in de L.A. Times verkeerd geciteerd was, maar daarna zijn excuses aangeboden. Nederland kan zich weer met de mensenrechten in China bezighouden, bang zijn voor Wilders, naar Boer zoekt vrouw kijken, en onze jongens en meisjes kunnen in Uruzgan met een gerust hart verder vechten. Misschien is er een kans geweest dat het kabinet zich serieus met een van de grootste vraagstukken van de internationale politiek had bemoeid. Maar we zijn terug in het kritiekloze knechtschap.
Gates meende natuurlijk wat hij in eerste aanleg gezegd heeft. Het gaat niet zozeer om de dapperheid van de Europese soldaten in Afghanistan, als wel om de inzet van de Navo-leden en de strategie die ze ter plaatse volgen. Beschouwen we de Navo als een geheel, het ‘machtigste bondgenootschap ter wereld’, zoals het in de Koude Oorlog werd genoemd, dan is het naar Amerikaanse maatstaven afgezakt tot een zooitje ongeregeld. Britten, Canadezen en Nederlanders vechten in het zuiden, Fransen en Duitsers doen een soort opbouwwerk in de relatief veilige gebieden en de Taliban en al-Qaeda maken zich op voor hun voorjaarsoffensief. Amerika en de Navo samen hebben ongeveer veertigduizend soldaten in het land. Dat wordt niet voldoende gevonden. Er komen 3200 Amerikanen bij. Meer kan niet, want de hoofdmacht zit gegijzeld in Irak. Geen wonder dat minister Gates even boos werd.
Het korte rumoer na de opmerking van Gates is van groter belang, omdat het weer een symptoom is van de grote crisis waarin het Westen als geheel terecht is gekomen na 11 september 2001. Op die datum is de volgende grote oorlog begonnen. Daarover is men het in dit deel van de wereld in grote trekken wel eens. Maar er is een intern westers conflict. Dat gaat over de definitie van de opgave en de strategie van de inzet. Dit conflict woekert voort. Na de aanval was de Europese solidariteit met de Verenigde Staten maximaal. Maar die verdween snel toen het na de Amerikaanse overwinning op de Taliban duidelijk werd dat president Bush naar Irak wilde. Wat Washington vijf jaar later ook over vooruitgang daar vertelt – laten we aannemen dat het voor een deel waar is – de kosten zijn veel hoger.
Volgens Bush c.s. is de inzet van de ‘oorlog tegen het terrorisme’ het democratiseren van, om te beginnen, de Arabische wereld. In Irak is het niet gelukt, evenmin als in Afghanistan, Palestina of Saoedi-Arabië. Irak is politiek, organisatorisch en economisch een puinhoop en dat zal het nog wel even blijven. Palestina heeft zich tijdens het bewind van Bush verder geradicaliseerd en gefragmentariseerd; het bliksembezoek van de president heeft daaraan niets veranderd. In Saoedi-Arabië blijft alles bij het oude, omdat de koning daar tot de vriendenkring van de president behoort en omdat Amerika de olie nodig heeft. Met Iran balanceert Amerika al jaren op de rand van een oorlog, die overigens bij gebrek aan middelen niet gevoerd kan worden. In de hele islamitische wereld is de afgelopen zeven jaar de haat tegen Amerika toegenomen.
Willen ze daar dan niet gedemocratiseerd worden? Beseffen ze niet dat ze in een land waar alle mensen, ook de vrouwen, dezelfde rechten en plichten hebben, veel gelukkiger zijn? Kennelijk niet. Als de democratisering zich voltrekt ten koste van honderdduizend of tweehonderdduizend mensenlevens met een bezetting van jaren in het vooruitzicht, of als die uitdraait op de blijvende knechting van een heel volk, zoals in Palestina, dan is die operatie mislukt. Dan wordt democratisering tot een nieuwe vorm van neokolonialisme, zoals J.A.A. van Doorn in NRC Handelsblad van het afgelopen weekeinde duidelijk heeft uitgelegd. Dan draait die gigantische operatie uit op een historische mislukking. Aan deze mislukking is Nederland sinds het begin van de oorlog in Irak medeplichtig, zonder dat daarover een serieus debat is gevoerd.
Kan het erger? Zeker. Nu wordt duidelijk dat de Amerikanen onder leiding van deze president zich in een economische crisis hebben gemanoeuvreerd. Het is begonnen met de hypotheken die massaal niet meer konden worden afgelost. In de grond van de zaak is het een crisis van de doorgewoekerde consumptiebeschaving, die haar slachtoffers belooft dat alles op een koopje beschikbaar is, van de grootste fun tot de totale wereldhervorming. De Amerikanen komen nu tot de ontdekking dat dit een geweldige vergissing is. In hun kielzog zijn ook wij het slachtoffer. Voorlopig nog in mindere mate.