1,3 miljoen Nederlandse huishoudens hebben problematische schulden. Per gezin in het rood zijn er gemiddeld vijftien verschillende schuldeisers die aankloppen om betalingen te innen. Deze financieel kwetsbare groep wordt overeind gehouden met gemiddeld dertien verschillende vormen van inkomensondersteuning. Die vreemde realiteit is opgetekend door de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (rvs) in haar recente rapport Eenvoud loont.

Nu kleeft er aan schuld het idee van verwijtbaarheid. Een schuldenaar is iemand die op te grote voet leeft, roekeloos leent of te vaak winkelt op afbetaling. Dat beeld wordt door de rvs flink bijgesteld. De (semi-)overheid blijkt de voornaamste schuldeiser te zijn. De meeste betalingsachterstanden gaan over huur, energie, zorgverzekeringspremie en belastingen. Anders gezegd: niet frivole consumptie, maar basale levensvoorzieningen blijken de voornaamste aanjager van schuldenproblematiek.

Natuurlijk, wie verstandig is betaalt eerst alle vaste lasten en zet geld opzij voor de belastingaanslag in april. Maar ook dat is voor veel huishoudens minder eenvoudig dan het klinkt. Het zijn vooral de laagste inkomens die in de problemen komen. Tweederde van de schuldenaren zit op het minimumloon of daaronder. De schuldeisers verdringen zich kortom om een kip waarvan weinig te plukken valt.

De schuldeisers verdringen zich om een kip waarvan weinig te plukken valt

En de verzorgingsstaat zelf draagt ook een steentje bij. Schuld begint vaak met te veel ontvangen toeslag of uitkering die moet worden terugbetaald of met een boete die de overheid uitdeelt wanneer iemand een bureaucratische vergissing begaat. Wat er vervolgens gebeurt, is wat de rvs een ‘escalatie van schulden’ noemt: kleine bedragen worden niet terugbetaald en via automatische verhogingen loopt de rekening snel op.

Dit is niet de eerste keer dat hierover aan de bel wordt getrokken. Eerder waarschuwden ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de Nationale Ombudsman ervoor dat de overheid te snel naar straf grijpt wanneer mensen financieel in gebreke blijven, waardoor het betalingsprobleem alleen maar erger wordt. Er is geen morele basis voor dit gedrag. Het geld dat de overheid eist van burgers is voor een belangrijk deel kunstmatig gecreëerde achterstand in de vorm van boetes en verhogingen, en geen uitgeleend geld dat ze als crediteur moet missen.

Zo wordt steeds duidelijker dat de overheid een ingewikkelde dubbelrol aan het spelen is: als steunpilaar voor wie het financieel krap heeft en tegelijk als strenge deurwaarder die met een uitgebreid systeem van negatieve prikkels mensen tot financiële prudentie probeert te manen. Dat roept fundamentele vragen op. Burgers die massaal in het krijt staan bij hun eigen overheid, wat betekent dat voor de verstandhouding tussen die twee? In een gezonde samenleving is de overheid een bondgenoot en niet iemand die je liever ontloopt omdat hij nog geld van je krijgt.

Met Eenvoud loont voegt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving zich in het koor van stemmen dat smeekt om een eenvoudiger systeem. Geen dertien verschillende vormen van inkomenssteun met ieder een eigen papiermolen, geen premies die misschien wel of misschien niet moeten worden terugbetaald, geen overheid die het opdrijven van schuld gebruikt als pressiemiddel. Het versimpelen van de verzorgingsstaat is een lange missie voor ongeacht welk nieuw kabinet er uit de formatie komt. Een coulantere opstelling als het om schuld gaat kan morgen beginnen: in alleen vasthouden aan het bedrag dat daadwerkelijk uitstond, zonder verdere opslag of rente.