De romans van John Irving (1942) zijn vol van plot, rijk aan uitweidingen en barsten uit hun voegen van avonturen en toevallige gebeurtenissen. Irving wordt vaak vergeleken met Charles Dickens (1812-1870) en dat is niet zo gek gedacht. Kijk maar hoe Irving een alcoholistische leraar beschrijft in zijn nieuwste boek Last Night in Twisted River: ‘Mr. Leary was red-faced from drink; he had a potato-shaped nose, the veritable image of the alleged staple of his countrymen’s diet. Wild white tufts of hair, like fur, stuck above his ears, but Mr. Leary was otherwise bald – with a pronounced dent in the top of his head. He looked like a partially defeathered owl.’ Het is een smakelijke en heldere karikatuur, het juiste dier (de uil) bij de juiste persoon (een docent) en de milde spot geeft aan dat dit personage onze sympathie verdient. Mr. Leary had zomaar de enige aardige schoolmeester kunnen zijn in Oliver Twist (1837).
Wat Irving verder met Dickens gemeen heeft is dat zijn beste werk resoneert vanuit een sombere grondtoon. Er valt veel te lachen in de boeken van Irving, maar altijd zijn de belangrijkste personages een kleine stap verwijderd van een grimmig einde. Garps moeder Jenny Fields wordt neergeschoten in The World According to Garp (1978); Dr. Wilbur Larch sterft aan een overdosis ether in The Cider House Rules (1985); Owen Meany slaat de honkbal die Tabitha Wheelwright fataal wordt in A Prayer for Owen Meany (1989); in A Widow for One Year (1998) sterven de twee geliefde zonen van Ted en Marion Cole door een auto-ongeluk. Ook in Twisted River tieren dood en verderf.
Het is jammer dat Irving zijn determinisme deze keer niet heeft weten te vangen in een pakkend verhaal. Het gaat al mis bij een cruciale gebeurtenis in het boek: de jonge Danny slaat per ongeluk Injun Jane, de harige en topzware minnares van zijn vader, dood met een koekenpan. De aanleiding is te zot om hier ruimte aan te besteden en de gebeurtenissen die uit deze daad volgen zijn even ongeloofwaardig. Irving heeft de dreiging die zijn hoofdpersonen omringt in een concreet voorval ingebed en niet in hun psychologische opmaak – een te dunne draad om het hele verhaal aan te hangen.
Misschien speelt ook mee dat Twisted River te netjes past in het palet van thema’s en motieven dat de schrijver zich in zijn oeuvre lijkt te hebben opgelegd. In Irvings twaalfde wemelt het weer van de beren, van de zonen zonder vaders, de zonen zonder moeders, van de incestueuze seksuele initiaties. En dan zijn er nog de worstelaars, een schrijvende protagonist, New Hampshire, een menage à trois en een verkrachting. De meest saillante overeenkomst met eerder werk is het beschreven gevaar van een blow job in de auto. Zowel in Garp als in Twisted River zorgt een dergelijke bezigheid voor een noodlottig resultaat. Het is allemaal te veel en te veel van hetzelfde. Gelukkig staan tegenover de narratieve overdaad ook memorabele personages. De boeiendste figuur is woodsman Ketchum. Hij is woest en teder, minachtend en hondsloyaal, libertair en moreel onwrikbaar. Ketchum is het geweten en het Griekse koor van de roman. Het is alleen vreemd hoe vanzelfsprekend hij Danny behandelt als een zoon – een belofte vanwege een romance met diens moeder – maar zijn eigen, verder niet nader geschetste kinderen nooit meer ziet.
Met een kok als hoofdpersoon zit Irvings hart duidelijk bij de culinaire figuren: de hartelijke, melancholische keukenstaf van restaurant Vicino di Napoli en de vermakelijke Chinese uitbaters van het etablissement met de grappige naam Mao’s. Helaas zijn kok Dominic en zoon Danny dan weer passieve figuren die in excentriciteit achterblijven bij de rest. Zodra het perspectief naar Danny verschuift tegen het einde van de roman trapt het verhaal zelfs onherstelbaar op de rem. Danny heeft weliswaar zijn zoon verloren en is inmiddels een bestsellerauteur, maar hij blijkt toch vooral een nukkige man die wacht tot een vrouw hem komt redden (en dat gebeurt nog ook!).
Genoeg geklaagd; het soepele proza van Irving is nooit een straf om te lezen en ook Twisted River slingert verleidelijk genoeg naar zijn ontknoping voor een plezierige leeservaring. En zoals gezegd, er valt weer veel te lachen. Irvings gebruikelijke thema’s krijgen de spreekwoordelijke uitroeptekens (Wees zuinig op familie! Hou een open hart! Liefde zit op onverwachte plekken! Memento mori!), maar missen het centrale verhaal dat krachtiger morele kwesties zou kunnen oproepen. In Twisted River stuurt Irving constant aan op verzoening met zijn lezer en dat haalt de angel uit het werk. Een kleine honderd bladzijden voor het einde is het opeens 11 september 2001. Elke gedachte van elk personage over deze dag is voorspelbaar, obligaat en besmet door wijsheid achteraf.
Irving laat zijn schrijvende protagonist Danny klagen over ‘that tiresome Hemingway dictum of writing about what you know’. Het is ironisch dat Irving niet lijkt te beseffen dat hij, door zijn overvloedige herhaling van thema’s, Hemingway’s vermeende richtlijn slaafs volgt. Hij mag zich eens echt in het diepe gooien.

De Nederlandse vertaling verschijnt in februari 2010 bij De Bezige Bij