Ik heb altijd geleerd dat je eerst moet nadenken en pas daarna je mond open moet doen. Maar ik heb het nooit gedaan. Ik wil ergens wel geloven dat andere mensen het kunnen, eerst alles diep overpeinzen en daarna in heldere bewoordingen zeggen wat je hebt bedacht, maar wat mezelf betreft heb ik de hoop allang opgegeven.
Het echte probleem is dat the next best thing, nadenken tijdens het praten of schrijven, me ook niet echt goed afgaat. De enige manier waarop ik tot coherente gedachten kom is door dingen te herformuleren. Ik moet het eerst dom en onnodig ingewikkeld zeggen voordat ik het een beetje kan oppoetsen tot iets dat helderder is en verstandiger lijkt. Maar soms blijf je poetsen zonder noemenswaardig resultaat. Soms blijft het allemaal doffe ellende, een hele grote berg onbegrepen waanzin.
Trump zegt ‘The Chosen One’ te zijn, hij heeft het over iets als zijn heilige plicht China door middel van een handelsoorlog op de knieën te dwingen. Ik was nog niet bijgekomen van de gekte van gisteren. Of was het eergisteren dat hij Groenland wilde kopen? Dat was natuurlijk best grappig, maar wel op die afgestompte manier die iets van een déjà-vu weg heeft. Alsof wij het lachbandje zijn geworden. Hij twitterde zelfs een plaatje van een blinkende Trump Tower die een toendradorpje in de schaduw stelde, samen met de belofte dat hij zoiets niet in zijn hoofd zou halen.
Hoe reageer je daarop, Denemarken zijnde, bedoel ik? Je mompelt iets over een indecent proposal en bedankt vriendelijk? Hoe dan ook: de president van de Verenigde Staten voelde zich geschoffeerd en zegde een voorgenomen staatsbezoek af.
Op Instagram is het elke dag de mooiste dag ooit om de leukste dingen ooit te doen. TikTok is, voor zowel volwassene als kind, hoe ik me een middagje in de TunFun voorstel. Facebook is de tergend saaie visite aan een ver familielid met wie zelfs je ouders niets te bespreken lijken te hebben. Op Twitter was en wordt de wereld nooit gekker dan nu.
Ik lees dat iemand het manuscript van zijn magnum opus heeft ingeleverd. In de 118.000 woorden tellende nieuwe geschiedenis van de mens wordt ons bestaande beeld van onszelf volledig op zijn kop gezet.
Blijkt het toch weer net compleet, totaal en helemaal radicaal anders te liggen. Mooi is dat.
Twee weken geleden dacht ik dat ik nooit over die foto heen zou geraken. Die grijns die boven die baby zweefde, die baby wiens ouders een dag of twee eerder tijdens het boodschappen doen waren doodgeschoten door een racist met het soort geweer waar je in de meeste computerspelletjes langer voor moet sparen dan in de Amerikaanse realiteit.
Die grijns en dat opgestoken duimpje naast die baby van die nog niet begraven ouders. Het is al bijna alsof ik er toevallig weer eens aan denk. Het vreemdste aan het internet is toch de paradox dat elke dag alles hetzelfde is en niets gelijk blijft. Dat alles permanent aanwezig is terwijl het voortdurend verdwijnt. Dat wat gisteren onontkoombaar was, vandaag onvindbaar is en morgen onwerkelijk toeschijnt. Dat niets meer wordt vergeten in een wereld die geen gelegenheid heeft zich iets te herinneren. Dat de waan van de dag de zeitgeist is. Of andersom?
Het heeft niet per se iets met Trump te maken, al definieert en rekt het zijn presidentschap. Het is ook gewoon dat het tropisch regenwoud in de fik staat. Op elk willekeurig moment lijkt of blijkt alles op het spel te staan. Maar er is amper tijd om dat wat lijkt en dat wat blijkt van elkaar te scheiden.
We zeiden een tijdje tegen elkaar dat we wat meer ‘in het nu’ moesten leven, maar hoeveel meer heeft dat opgeleverd dan geen toekomst?
Ik had gisteren een ervaring die op de een of andere manier heerlijk ouderwets aanvoelde. Ik probeerde een boek te kopen en het lukte maar niet. En toen ik eindelijk een winkel vond die wel een paar exemplaren had binnengekregen zag ik dat ze op één na allemaal gereserveerd in de kast achter de balie stonden. (Ja, ik weet van het bestaan van e-boeken, en ik lees ze graag, maar laten we wel wezen: e-boeken zijn geen boeken.) Hier was sprake van een kleine Culturele Gebeurtenis.
Jia Tolentino trekt volle zalen en dat is ook hier niet onopgemerkt gebleven. In het eerste essay in Trick Mirror, ‘The I in the Internet’, beschrijft ze in dertig pagina’s de hele waanzin die ons leven met het internet is. Hoe velen van ons nu mens-zijn op en vooral ook door het internet. Ik onderstreepte een hoop, waaronder de zin: ‘It seemed to me that this sense of punishing oversaturation would persist no matter what was in the news.’
Haar stem glijdt als een mes door de bullshit, jaloersmakend helder, wanneer het gaat over virtue signalling, misogyn getrol en wokeness die een parodie op zichzelf is geworden. Ze beschrijft het internet als een machine die van ons verlangt dat we onszelf zichtbaar maken. Soms net zo lang totdat we het tegenovergestelde doen van wat we denken te doen. We maken en delen de foto die vertelt dat we van een zonsondergang genieten: een foto die meteen ook het bewijs van zijn eigen leugenachtigheid is.
Via het internet komt de gekte van over de hele wereld tot ons. Het is allemaal te veel, maar we vormen er braaf een stellige mening over. We zeggen: zie de waanzin! En daarmee, vertelt het internet ons, hebben we aan onze plicht voldaan.