
America to Me, de tiendelige documentaire over een highschool in Chicago, ‘werd door critici geprezen en door kijkers in het hart gesloten’ (vpro-gids). Deze criticus zag twee delen, prijst en sluit ze, met de geportretteerde leerlingen, in het hart. ATM is prachtig en verschrikkelijk, ontroerend en schokkend, geestig en confronterend. In de opening wordt een zwarte scholier gevraagd of hij naar de bijeenkomst van Black Lives Matter is geweest. Die was alleen toegankelijk voor leerlingen ‘van kleur’ en daar is heisa over, want waarom niet All Lives Matter?
Die affaire wordt niet uitgewerkt maar zet de toon, want bijna alles in de serie gaat over ras en kleur. Ons taboe op het gebruik van ‘ras’ bestaat daar niet. De toevoeging ‘Caucasian’ wordt door zwarte kinderen gebruikt om witte aan te duiden. Etnische registratie is vanzelfsprekend: 55 procent van de leerlingen is wit; 27 procent zwart; negen procent Latino; zes procent gemengd; drie procent Aziatisch. Dit is een redelijk elitaire school in een welvarende wijk: vlakbij liggen all-black scholen waar het onderwijsniveau lager is. Hoewel de term niet viel is de basso continuo onder de serie ‘white prejudice’. Hoe pijnlijk dat begrip ook aanvoelt voor wie ervan profiteert zonder dat te beseffen (de vis weet niet dat hij in water zwemt), je kunt er in ATM niet omheen. Ook niet om het feit dat de studieresultaten van zwarte leerIingen gemiddeld lager liggen dan die van de anderen.
Binnen bestuur en schoolleiding bestaan grote visie- en houdingsverschillen inzake dat probleem, en hoe ‘progressief’ de school ook schijnt, onder gedreven docenten (niet alleen zwarte) heersen tal van frustraties over het gevoerde, weinig vernieuwende beleid. Docent Engels, Jessica Stovall, gebruikte een sabbatical om de Nieuw-Zeelandse aanpak van onderwijsachterstand bij Maori-kinderen te bestuderen. Voor het resultaat, haar uitgewerkte plan om docenten zich bewust te laten worden van vooroordelen, wordt ze beleefd bedankt. Dat was het.
Trouwens: de schoolleiding was tegen het maken van de serie en dat is in lichaamstaal te zien. In de twaalf leerlingportretten die door de serie verweven zijn en die er de ziel van uitmaken (elf kinderen ‘van kleur’, één Caucasian die ik nog niet zag) word je diep geraakt door het ‘zwart bewustzijn’ van de kinderen – in positieve, maar vooral negatieve zin: het besef minder te tellen. Tafels in de kantine zijn overwegend ingedeeld naar ras, een enkele is gemengd. Zoals de ontroerende Kendale in de drumband sfeermaker is voor zijn witte maten maar toch meer trekt naar zijn zwarte vrienden van het worstelteam. Bij schrijfles (hij is de enige zwarte leerling daar) leest hij het portret van een jongen voor, opgegroeid tussen moord en doodslag. Autobiografisch naar blijkt. De witte docent prijst hem. ‘Ken je Ta-Nehisi Coates?’ Nooit van gehoord. Je hoopt dat Kendale op een spoor is gezet. En dat hij negen kilo afvalt om in het worstelteam te komen. Hij ging zelfs niet naar het schoolgala want hij moest hardlopen, ’s ochtends om vijf uur.
Steve James, America to Me, VPRO, elke werkdag vanaf maandag 12 augustus, NPO 2, 22.45 uur