De vraag is nog steeds, voor de derde en laatste keer, of Marokko «een politiestaat» is, zoals een kennis van mij beweerde. Ik denk dat de aanhangers van de islamistenbeweging Al Adl Wal Ihsane mijn kennis gelijk zouden geven. Al Adl is een beweging waarvan moeilijk vast te stellen valt hoeveel aanhangers die eigenlijk telt en wie het precies zijn – dat het er veel zijn, is zeker. In iedere stad in Marokko heeft de beweging wel een «afdeling». Aan het hoofd ervan staat de oude sjeik Yassine, die terug wil naar de tijden van het kalifaat – en dat is ver terug. De koning moet weg, want die is corrupt, sjeik Yassine moet kalief worden en de regels van de islam moeten allemaal strakker worden nageleefd. Vrolijker wordt het er niet op met sjeik Yassine, maar hij heeft de wind in de rug dankzij de armoede, de werkloosheid en de corruptie. Zijn beweging doet bovendien sociaal werk. Het schijnt dat de sjeik «visioenen» heeft gehad waarin hij gezien heeft dat de door hem voorziene veranderingen inderdaad zullen plaatsvinden, en in navolging van de sjeik zeggen nu ook veel van zijn volgelingen gelijksoortige visioenen te hebben gehad. Eerst wees de sjeik het jaar 2006 aan als jaar van de Apocalyps, tegenwoordig schijnt hij 2007 te noemen. 2007 is het jaar van de verkiezingen.

Er zijn in Marokko twee islamistenbewegingen van serieus te nemen omvang. Die van sjeik Yassine, die de politiek niet in wil noch in mag en het liefst het hele establishment weggevaagd ziet, en de pjd, die geen beweging is maar een politieke partij. Yassine heeft veel aanhangers, de pjd ook. Yassine staat buiten spel en mag niet meedoen, de pjd is niet verboden en doet volop mee, maar zal straks door het systeem worden ingekapseld. Zelfs al wordt ze de grootste partij – en daar ziet het naar uit – de koning zal nooit toestaan dat de pjd een absolute meerderheid in het parlement behaalt; de partij zal sowieso met andere partijen moeten samenwerken. Op het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt dezer dagen druk gerekend: hoe de verkiezingen zo te organiseren dat de uitslag verteerbaar blijft.

De beweging van Yassine is er ondertussen wel één om rekening mee te houden, lees: om te bestrijden. Maar hoe? In juni hield de beweging «open dagen», middagen waarop men bijeenschoolde, vaak bij een prominent lid thuis maar ook in zaaltjes, en aan nieuwsgierigen voorlichting gaf over het gedachtegoed van de oude sjeik. In ieder stad was wel zo’n open dag. De reactie van de regering: een golf van arrestaties. In al die steden werden aanhangers van Al Adl opgepakt, ze moesten mee naar het bureau, maar ze werden nog diezelfde avond weer vrijgelaten. Alle apparatuur die men ter plekke aantrof, werd in beslag genomen: computers, cd’s, dat soort spullen, en die kregen ze niet terug. Volgens islamistenwaarnemers was het de bedoeling de beweging te verzwakken, door dat alles af te pakken en te waarschuwen, meer niet.

Die golf van arrestaties is de pers niet ontgaan. Ook de minister van Binnenlandse Zaken kwam in de stukken aan het woord, om zich te verantwoorden: Al Adl overtrad het verbod op samenscholing, die open dagen vormden een gevaar voor de openbare orde, et cetera.

Maakt dit van Marokko een politiestaat? Marokko is wel degelijk een soort verlichte dictatuur, het is de koning die het hier voor het zeggen heeft, niet de regering en ook niet het parlement. Die hebben wel macht, maar uiteindelijk is het woord van de koning wet. Ondertussen beweegt Marokko zich ook richting democratie.

Ik ben geneigd dat op het conto van de steeds vrijere pers te schuiven. Natuurlijk, het is de koning die de pers haar vrijheid geeft, maar de pers neemt gretig alle haar geboden ruimte en schrijft nu over alles wat zij maar te weten kan komen, ook als het de koning zelf betreft, of zijn raadgevers, of ministers. Ook de hervormingen binnen het politieapparaat worden uitgebreid beschreven, er worden organogrammen afgedrukt en iedere functionaris wordt met naam en toenaam genoemd. Dit soort dingen zie je in een politiestaat niet. Wanneer de politie iemand doodslaat, staat dat in de krant. Wanneer ze er in een jaar vier dood slaat, is sprake van een trend, die vervolgens geanalyseerd wordt in een tijdschrift. De politie geeft sinds een jaar ook een eigen tijdschrift uit, Police Magazine, om het imago te verbeteren, en er was een reclamecampagne op televisie rondom de inauguratie, twee jaar geleden, van een nieuw soort politiemacht, die dichtbij de mensen zou staan en voor veiligheid in de buurt zou zorgen. Dat soort dingen doet men in politiestaten ook niet.

Dus wat is Marokko dan? Een halve dictatuur, een halve politiestaat? Corruptie, onderdrukking, onrecht – dat zijn wel de woorden waarmee de doorsnee Marokkaan de politie associeert. Tegelijkertijd is die Marokkaan niet bang voor diezelfde politie. Tijdens de demonstraties wordt de politie ook hier uitgedaagd, is het kat en muis. Marokko is geen politiestaat, en tegelijkertijd ook geen rechtsstaat, ongeveer zoals het op een en hetzelfde moment én een derdewereldland én een uiterst modern westers land is. Dat is ook wel de charme van Marokko.