87 procent van de Marokkanen heeft een koran in huis; 65 procent bidt regelmatig; 66 procent vindt dat de islam op elk terrein (sociaal, medisch, economisch, politiek, technologisch) een oplossing biedt; 60 procent vindt dat degenen die tijdens de ramadan niet vasten niet als moslim kunnen worden beschouwd; 28 vindt dat degenen die nooit bidden niet als moslim kunnen worden beschouwd; 57 procent is tegen gemengde stranden.
90 procent gelooft in het ‘boze oog’ en in het bestaan van zjinns (geesten); 83 procent acht het dragen van een hoofddoek door vrouwen een goede zaak; 40 procent van de Marokkaanse vrouwen draagt een hoofddoek; 89 procent van de vrouwen is vóór het gebruik van voorbehoedsmiddelen; 94 procent van de vrouwen is tegen abortus, waarvan 87 procent op religieuze gronden; 72 procent is tegen een huwelijk tussen een Marokkaanse moslim en een Marokkaanse jood; 51 procent meent dat je wel zaken met joden mag doen; 40 procent is tegen iedere omgang met joden; 66 procent voelt zich meer verwant met een Afghaanse moslim dan met een joodse Marokkaan.
Bovenstaande cijfers komen uit L’islam au quotidien (De islam in het dagelijks leven), een onderzoek dat een maand geleden werd gepubliceerd en werd verricht door politicologen Mohammed el Ayadi en Mohammed Tozy, en antropoloog Hassan Rachik, alledrie verbonden aan Universiteit Hassan II van Casablanca. Er blijkt verder uit dat de Marokkaan zichzelf eerst als moslim ziet, dan pas als Marokkaan, pas daarna als Arabier of Berber, en daarna weer als Afrikaan. Het zou interessant zijn te weten welke resultaten eenzelfde onderzoek onder Nederlandse Marokkanen zou opleveren, waarbij ik ook nieuwsgierig zou zijn naar de verschillen tussen de eerste, tweede en derde generatie. Zou men meer of minder religieus zijn dan in Marokko? Het vaderland is de afgelopen decennia in ieder geval een stuk religieuzer geworden.
Dat valt uit deze studie overigens niet af te leiden – hoewel de resultaten het wel bevestigen. Maar het was al lang bekend dat Marokko de afgelopen decennia meer waarde aan religie is gaan hechten. Begin jaren zestig zei tachtig procent van de middelbare scholieren nog dat religie een ‘marginale’ plaats in hun leven innam. Tijdens de ramadan kon men jongeren gewoon op straat zien eten, drinken of roken. Wijlen koning Hassan II heeft daar effectief een einde aan gemaakt door dat bij wet te verbieden. In 1965 belandden achthonderd mensen in de cel wegens eten of drinken in het openbaar tijdens de ramadan. Anno nu zie je dat dan ook niemand meer doen.
Voor het religieuzer worden van Marokko in de afgelopen decennia wordt meestal als reden aangevoerd: de strijd van Hassan II in de jaren zestig en zeventig tegen linkse en extreem-linkse bewegingen. Als tegenwicht gaf hij opkomend religieus fundamentalisme de vrije teugel (en voerde die ramadanwet in). Internationaal kwam daar nog bij de mislukking van het Arabisch nationalisme en de identiteitscrisis van Arabische landen in het algemeen. Daardoor werd het moslim-zijn van de gewone Arabier versterkt en zou een voedingsbodem voor militant islamisme zijn ontstaan, dat verder opbloeide door de Palestijnse kwestie, 11 september, Amerika’s bemoeienis met het Midden-Oosten en de West-Europese islamfobie. Tijdens de laatste ramadan in september kwamen in en om de enorme moskee Hassan II in Casablanca dagelijks ruim 150.000 gelovigen bijeen. Nooit eerder stroomden zij zo massaal toe.
Wat de jeugd betreft: voor jonge Marokkaanse mannen is ‘religieus-zijn’ criterium nummer 1 waaraan een huwelijkskandidate moet voldoen. Jonge vrouwen zijn praktischer en kijken eerst naar het inkomen, daarna naar vroomheid. Verder beziet 77 procent van de 18- tot 24-jarigen het dragen van een hoofddoek welwillend. 45 procent van diezelfde leeftijdsgroep is tegen gemengde stranden. 25 procent keurt jihadistische bewegingen goed; 33 procent keurt die af.
Ondanks de opleving van religie is de Marokkaan nog altijd weinig geporteerd voor religieus fanatisme: 18 procent is voor jihadisme; 29 procent is tegen; de rest heeft er geen mening over. Een vraag die hierop lijkt is deze: heeft een Marokkaan het recht een andere Marokkaan een kafir te noemen, een goddeloze? Dit is een vraag naar het takfirisme: is men daar wel of niet mee akkoord? 4 procent antwoordt hierop ja, 85 procent zegt nee.
Ook blijken Marokkanen in meerderheid tegen vermenging van religie en politiek. 42 procent vindt dat politici zich niet met religieuze zaken moeten bemoeien, 18 procent vindt juist van wel. 47 procent is tegen politieke partijen op religieuze basis, 10 procent is voor. 46 procent noemt eerlijkheid als de belangrijkste kwaliteit van een politicus; 37 procent vindt dat dat vroomheid moet zijn; 14 procent ziet de politicus het liefst als efficiënt.