Er begint hier een middenklasse te ontstaan die – naar Marokkaanse maatstaven – niet arm ís, maar zich wel arm vóelt. Ali, uit Casablanca, is het perfecte voorbeeld. 29 jaar, economie gestudeerd en die studie ook afgemaakt, maar geen bank die hem aanneemt. Hij mag zes dagen per week bij Mac Do achter de kassa gaan staan voor 250 euro per maand, met lange werkdagen. Maar het is een baan. Sinds drie jaar werkt hij als taxichauffeur en is hij eigen baas, nog steeds lange werkdagen maar het inkomen is beter, tussen de driehonderd en vijfhonderd euro per maand. Ja, toen hij ging studeren had Ali een ander beeld van de toekomst, waarin hij zichzelf als manager zag, maar inmiddels zegt hij blij te zijn in ieder geval een baan te hebben. ‘Als je ziet hoeveel doctorandussen werkloos zijn…’
Of ze ook allemaal werkloos zijn is een tweede, maar het zou volgens de statistieken driekwart van de jonge doctorandussen niet lukken een baan op niveau te vinden. Dat heeft verschillende oorzaken: de bevolkingsgroei van de jaren zeventig en tachtig, de hogere deelname aan het onderwijs sinds diezelfde periode, een onderwijssysteem dat niet in staat is het curriculum op de markt af te stemmen en een arbeidsmarkt die door het in gebreke blijven van de economie nauwelijks is gegroeid. Vooral de universiteiten, met hun verouderde onderwijsprogramma’s, leiden op tot werkloosheid.
Ieder jaar betreden 350.000 jongeren met allerlei soorten diploma’s de vooral voor hen krappe arbeidsmarkt. Ze komen automatisch terecht bij banen onder hun niveau, wat uiteraard ten koste gaat van de arbeidskansen van de minder geschoolden. Een doctorandus economie achter de kassa bij Mac Do betekent een baan minder voor degene die twee keer is gezakt voor zijn bac en het daarna maar heeft opgegeven.
Overal het algemeen willen afgestudeerde Marokkanen graag bij de overheid werken. Dat betekent zekerheid en reguliere werktijden. Maar de overheid neemt maar mondjesmaat nieuwe mensen aan, die markt is al jarenlang verzadigd. Wie geen kruiwagen heeft, komt hier niet aan de bak. Dan is er nog de privé-sector, maar die is afhankelijk van de economie, en die groeit nauwelijks. Wel springen allerhande callcenters als paddestoelen uit de grond – en daar komen vele afgestudeerden, met hun goede beheersing van het Frans, dan ook terecht. Ze maken dagen van tien tot twaalf uur en krijgen daarvoor driehonderd euro per maand betaald. Dat is tegelijk de reden waarom velen liever bij de overheid werken: omdat je in de privé-sector gedwongen bent naar het pijpen van de werkgever te dansen – voor jou een ander – en morgen weer op straat kunt staan.
Het is voor een deel de mondialisering die al die afgestudeerden parten speelt. Die doet de jongere generaties dromen van een leven dat iets glamoureuzer is, in materieel opzicht, dan dat van hun ouders. Helaas – des te frustrerender – is de overheid er niet in geslaagd Marokko ‘neer te zetten’ als een land dat beschikt over hoog gekwalificeerd menselijk potentieel. Integendeel, buitenlandse investeerders komen juist op Marokko af omdat arbeiders – ook de geschoolde – er goedkoop zijn. Het officiële minimumloon bedraagt krap tweehonderd euro per maand.
Jonge afgestudeerden hebben de leeftijd om te trouwen en zelfstandig te gaan wonen. Dat is uitgesloten als je bij Mac Do achter de kassa werkt, te meer daar de huizenprijs de afgelopen vijf jaar omhooggeschoten is. Wie een nieuwbouwappartement wil kopen in een stad als Rabat of Casablanca, in een redelijke wijk, betaalt daar al gauw 2500 euro per vierkante meter voor. Zelfs voor tweeverdieners die beiden vijfhonderd euro per maand verdienen, zijn dergelijke bedragen niet op te brengen.
De banken staan wel klaar met kredieten en Marokkanen maken daar ook gebruik van. Ze kopen graag op afbetaling, een wasmachine, een koelkast, een televisie, meubels, een auto – spullen die deels noodzakelijk zijn en deels bij het tijdens de studententijd gedroomde leven horen. Er hoeft maar iets mis te gaan – baan kwijt, scheiding – of de ‘aanschafkredieten’ worden een strop om de hals.
Als je ze vergelijkt met de échte armen van Marokko kun je deze groep, die toch tot de middenklasse behoort, niet arm noemen. Maar in een land dat zich ontwikkelt, groeit doorgaans die middenklasse, zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht. Omdat de middenklasse zich ontwikkelt, ontwikkelt het land zich, in allerlei opzichten. Van de rijken, doorgaans gepreoccupeerd met het veiligstellen van hun rijkdom, hoef je niks te verwachten, en van de armen, bezig te overleven, evenmin. In Marokko begint de positie van de middenklasse precair te worden. Dat is onheilspellend.