Vier jaar geleden werd de nieuwe familiewetgeving door de jonge koning Mohammed VI ingevoerd. De televisie toonde van blijdschap huilende Marokkaansen – eindelijk werd de vrouw voor vol aangezien (‘handelingsbekwaam’) en stond zij juridisch bijna op gelijke voet met de man. Het werd voor haar een stuk makkelijker om te scheiden. Daar had zij voorheen, als haar echtgenoot erop tegen was, twaalf mannen voor nodig die bereid waren voor de rechter te getuigen dat zij zeer slecht behandeld of geslagen werd. Het maakte een scheiding in de praktijk zo goed als onmogelijk. De nieuwe moedawana, zoals de familiewetgeving in het Arabisch heet, verleent de vrouw het recht op een scheiding zonder meer. Ze hoeft nu alleen maar op een incompatibilité d’humeur te wijzen en de rechter verleent haar de benodigde toestemming. Ze kan bovendien een deel van de gezamenlijke bezittingen opeisen, een recht dat zij voor februari 2004 evenmin had.
Voor Marokkanen – de mannen – was het even slikken. Zo vonden zij in de nieuwe wetgeving artikel 36 van de oude moedawana niet terug. Dat artikel verplichtte de vrouw haar man te respecteren. Het is iets wat vooral ouderen en meer traditioneel denkenden zeer betreuren. Anderen zagen het voortbestaan van het gezin ernstig bedreigd. De nieuwe moedawana zou vrouwen aanmoedigen maar lukraak te scheiden. En inderdaad: conservatieve advocaten zijn ervan overtuigd dat ‘de helft van de tegenwoordige scheidingen ongegrond is’. Het te Marokko heilige instituut gezin is daar, menen zij, niet bij gebaat. De kinderen binnen de familie evenmin. Veel rechters hebben het eveneens moeilijk met het in hun ogen nu al te eenvoudig geworden scheiden. Al kunnen ze vrouwen hun toestemming voor een scheiding niet onthouden, ze hebben nog wel de mogelijkheid een ontmoedigingsbeleid te voeren. Bijvoorbeeld door de echtgenoot van een op een scheiding beluste vrouw maar tot een zeer geringe alimentatie te dwingen.
Vrouwenorganisaties blijven echter onderstrepen dat volgens de statistieken helemaal geen sprake is van een toename van het aantal scheidingen. Het is stabiel gebleven, zo’n dertig procent, en er wordt nog steeds volop getrouwd. Het is onzin, zeggen ze, dat ‘het gezin’ wordt bedreigd. De Marokkaanse man heeft er gewoon moeite mee dat hem een deel van zijn macht is ontnomen.
Lang niet alle Marokkanen (man en vrouw) kennen hun rechten en plichten. De onwetendheid is vooral groot op het platteland, waar nog veel analfabetisme is. Mannen jagen elkaar angst aan met het praatje dat ‘met de nieuwe moedawana je vrouw je de helft van je salaris kan afpakken’. Vrouwen houden onder elkaar bij hoog en bij laag vol dat je ‘als je van hem scheidt recht hebt op het huis’. Door op het platteland her en der kleine informatiecentra op te zetten, proberen Marokkaanse ngo’s iets van de onwetendheid weg te nemen. Maar het platteland is groot en de weg is nog lang.
Overigens verschillen de aanpassingsproblemen met de nieuwe moedawana per regio. Marokko is geen land uit één stuk, integendeel, het staat bekend om zijn diversiteit. Nationale wetgeving is één ding, er zijn ook nog lokale gewoontes en gebruiken. Die wegen mee in de lokale toepassing van de wet. In de zuidelijke regio die naar de rivier de Souss is genoemd waren sommige aspecten van de nieuwe moedawana in feite niks nieuws. Die worden daar al eeuwenlang in praktijk gebracht: bijvoorbeeld dat de vrouw na scheiding recht heeft op een deel van de gezamenlijke bezittingen. In en om de stad Fes daarentegen heersten diametraal tegenovergestelde gebruiken, en kwam de vrouw er traditioneel heel wat belabberder vanaf. Voor de Arabische Fessi betekende de nieuwe moedawana een grotere schok dan voor de Berberbevolking van de Souss.
De nieuwe familiewetgeving heeft voor méér gelijkheid tussen man en vrouw gezorgd, niet voor gelijkheid. Mannen kunnen nog steeds verscheidene vrouwen trouwen, doen dat ook, al is het moeilijker geworden. Ze kunnen hun vrouw nog steeds verstoten. Rechters blijven toestaan dat mannen met minderjarige meisjes trouwen, al verbiedt de nieuwe moedawana dat – de minimumleeftijd is nu achttien jaar in plaats van vijftien. De vrouw krijgt nog lang niet altijd de (jonge) kinderen toegewezen. Verbazingwekkend is dat allemaal niet: je hoeft de straat maar op te lopen om te zien dat de openbare ruimte nog altijd door mannen wordt gedomineerd, feitelijk hun terrein is – om met andere woorden te zien dat dit nog altijd een patriarchale maatschappij is. De Marokkanen hebben vier jaar geleden een nieuwe wet opgelegd gekregen, maar daarmee is hun mentaliteit, en de praktijk die daaruit voorvloeit, niet onmiddellijk veranderd. De nieuwe moedawana is het beginpunt van een mentaliteitsverandering, niet het eindpunt.