Al is Rabat een stad zonder ezels, de enige in Marokko, het verkeer is er even berucht, onvoorspelbaar, chaotisch en gevaarlijk als in de rest van het land.
Een bijverschijnsel van de ramadan is dat de straten leeg zijn op het moment van het breken van de vasten. De mensen zijn thuis en eten, en buiten is het stil.
Even haastte iedereen zich nog naar huis om maar op tijd te zijn, en het was op zo’n moment, als het op straat al stiller begint te worden, auto’s harder rijden dan normaal, stoplichten worden genegeerd, dat ik tien kilometer buiten Rabat aan de rand van een volkswijk op een B-weg een ongeveer 35-jarige vrouw in djellaba zag liggen, midden op straat, zo te zien al dood. Haar brommertje lag een paar meter verderop. De ramadansoep en andere etenswaren die ze bij zich had gehad, ik vermoed voor haar gezin, trokken een breed bruingeel spoor over de weg. Even verderop stond een Golf waarvan de voorruit was verbrijzeld. De eigenaar stond ernaast, ook een jaar of 35 maar veel moderner, ‘sportief’ gekleed, hij had iets weg van de Marokkaan Zonder Grenzen. Misschien was hij speciaal voor de ramadan hierheen gekomen. Alles aan hem, gebaren, gejammer, gestamp van voeten, drukte een eenzame wanhoop uit.
De automobilist die een voetganger doodrijdt, schijnt hier sowieso achter tralies te verdwijnen. Misschien worden mensen op brommertjes ook beschermd.
Nooit voel ik me méér Nederlander dan in de auto, blootgesteld aan het Marokkaanse verkeer. Alles wat in mij is geprogrammeerd komt dan naar boven omdat al die regels en regeltjes met voeten worden getreden. Slalommen door korte files in de binnenstad, plotseling midden op de weg stoppen, daar ook gewoon blijven staan, spookrijden – het mag hier allemaal en er is niemand die er boos om wordt. De Marokkaan kent het verschil tussen rechts en links inhalen niet en weet evenmin wat voorsorteren is. Ah! Je moet hier linksaf. Wel, zet de neus van de auto vlak voor die van een andere auto – die rijdt dan heus niet door. De Marokkaanse automobilist steekt dan wel even een hand uit het raam, bij wijze van excuus – of misschien wil hij er niet meer mee zeggen dan: sorry voor de overlast die ik nu helaas gedwongen ben je te bezorgen, ik weet het maar ik kan er ook niks aan doen, ik moet hier immers linksaf…
Waar het in Nederland al lang op oorlog zou zijn uitgelopen, wekt dit asociale rijgedrag in Marokko bij andere weggebruikers verbazingwekkend weinig agressie. Misschien omdat per slot van rekening iederéén zo rijdt, dat is mogelijk (gevolg: vijf verkeersdoden per dag). Maar ik heb het gevoel dat het ook te maken heeft met de plaats die je inneemt, de zekerheid daarover. Wie daar onzeker over is – in een relatie, een groep, op het werk of op de weg – reageert agressiever dan iemand die weet dat hij zijn rechtmatige plaats inneemt, die zich dus ook niet onmiddellijk bedreigd voelt door iemand die hem toevallig eens afsnijdt of rechts inhaalt.
De vraag is dan of wij Nederlanders al onze regels, en het zijn er veel – in het verkeer maar niet alleen daar, dat is een symbool – nodig hebben omdat wij ons minder verankerd weten dan de doorsnee Marokkaanse Marokkaan.
Rubriek In Marokko
In Marokko
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2008/43
www.groene.nl/2008/43