Vorige week opperde ik dat de Marokkaanse Marokkaan misschien zekerder is van zijn ‘plaats’ dan de Nederlander, zich steviger verankerd of dieper geworteld weet in de maatschappij – en dat hij zich er om die reden niet aan stoort als andere weggebruikers de regels aan hun laars lappen. Iemand rechts inhalen of afsnijden levert in Nederland op z’n minst bestraffend getoeter op, want een Nederlander heeft dan het gevoel dat zijn rechten worden geschonden, dat hij van zijn ‘plaats’ wordt beroofd, terwijl zulk gedrag – het overtreden van verkeersregels – in Marokko nauwelijks wordt opgemerkt. Het is gewoon. Iedereen doet het. Men vat het niet persoonlijk op. Het is geen reden een ander de oorlog te verklaren.
Maar je zou op grond van de chaos die het verkeer hier is met evenveel recht kunnen beweren dat het de Marokkaan ontbreekt aan het besef van goed burgerschap. Hij is in het verkeer niet wat je zou kunnen noemen beleefd, of netjes. Hij weet beslist dat er regels zijn, zeker, hij voelt zich alleen niet geroepen zich er ook aan te houden, en verwacht dat evenmin van anderen. De vraag is dan waar díe houding vandaan komt.
Daar kan maar één antwoord op mogelijk zijn: namelijk dat de Marokkaan niet het idee heeft dat de weg hem toebehoort. Steun voor deze hypothese vinden we in het feit dat het publieke domein door diezelfde Marokkaan als een soort vuilstortplaats wordt gezien. Waarom voor dit lege sigarettenpakje een vuilnisbak zoeken als ik het ook zo op straat kan gooien? Dat is de gemakkelijkste manier om ervan af te zijn. Marokkanen behandelen ‘thuis’ met veel meer respect, daar gelden allerlei regels, waar ze zich ook aan houden, maar buiten – ah, dat is een andere zaak.
Waarom? Omdat ‘buiten’ niet van hem is. Politici beslissen erover, zonder de gewone man erbij te betrekken. Trouwens, het ambt dat ze bekleden wordt door diezelfde politici – of ambtenaren – niet als middel beschouwd om de publieke zaak te dienen, maar om hun eigen zakken te vullen.
Vandaar dat de stoffige straten in menige volkswijk sinds mensenheugenis op bestrating of asfaltering wachten. Er nooit eens een aardig plantsoen of speeltuintje wordt aangelegd. Ondertussen bouwen lokale politici wel hun eigen villa’s.
Hier spelen machtsverhoudingen mee. De machthebber die laat zien dat hij het volk – alles wat minder is dan hij – minacht. Die ook weet dat hij ermee wegkomt.
Het verkeer heeft dat element ook in zich; ook daar spelen machtsverhoudingen een rol. Nog niet zo lang geleden schreef ik dat een lid van de koninklijke familie een politieman in zijn been schoot, omdat de diender de brutaliteit had gehad hem aan te houden (nadat hij door rood licht was gereden). ‘Weet je wel wie ik ben?!’ Dat soort teksten. En toen die kogel. De schutter zit niet in de gevangenis.
Zo toont ook de automobilist die jou afsnijdt, of rechts inhaalt, zijn macht. Hij laat zien dat hij zich niet aan regels hoeft te houden, dat hij boven de wet staat. Je aan regels houden wordt in dit land als een teken van zwakte gezien.
Ik heb een Marokkaanse vriend die graag rijk zou zijn. Hij zegt dat vaak tegen mij. Half dromend: ‘Dan leef je hier als een koning.’ Hij bedoelt: dan kun je hier doen wat je wilt.