RABAT – En dan komt er een dag waarop de auto het niet meer doet. Hij startte nog wel, en dan deed-ie het ook even, maar daarna sloeg-ie vanzelf weer af, hoeveel gas ik ook gaf. Het was vrijdagavond twaalf uur, ik was in het centrum van Rabat, parkeerde de auto en nam een taxi naar huis. Ik wilde slapen, morgen zou ik dit probleem wel oplossen.
Ik belde Abdelkarim, die zo langzaamaan een vriend is geworden, en die zei dat er wel garages waren daar waar ik de auto had geparkeerd. Hij zei ook dat hij graag naar mij toe was gekomen om mij te helpen, maar hij kon nu niet weg van huis, hij had problemen met zijn vrouw, et cetera. Hij gaf me nog wel de raad mee niet van de zijde van mijn auto te wijken, monteurs in Marokko waren allemaal dieven en als ik even niet oplette roofden ze de auto leeg – hij doelde hier op motoronderdelen.
Aan het eind van de ochtend ging ik op zoek naar een garage in de buurt van de auto. De dichtstbijzijnde was open, het was meer een schuur dan een garage, en een jongen van een jaar of vijftien die met een wiel in zijn handen zat zei dat de baas sliep. Ik vroeg: kun je hem niet wakker maken, en hij schudde van nee, verlegen lachend, nee, dat kon niet. Hoe laat wordt hij dan wakker, vroeg ik, en de jongen zei dat hij voorlopig niet wakker zou worden. Ik ging op zoek naar een andere garage.
Die vond ik twee straten verderop, en het zag er al meer uit als een garage. Er liepen drie monteurs rond, waarvan er een duidelijk de baas was, en die zei tegen een ander dat die met mij mee moest lopen naar de auto. De monteur nam ook enig gereedschap mee maar het werd snel duidelijk dat hij wat er ook met deze auto aan de hand was hier niet kon repareren, daarvoor moesten we naar de garage. Ik dacht: dat gaat lang duren, we moeten een sleepauto bellen, het gaat in de papieren lopen, maar de monteur riep een jongen die op straat liep bij zich en gebaarde naar mij dat ik de auto moest duwen. Zelf duwde hij ook mee, bij het stuur, en met z’n drieën duwden we de auto twee straten door, een heuvel op, en toen waren we bij de garage.
Men dacht dat het aan de carburateur lag. Die werd opengemaakt en uit de motor gehaald en van alle kanten bekeken en schoongemaakt en weer teruggeplaatst maar het hielp niets, de motor wilde nog steeds wel starten maar na een paar seconden sloeg-ie als vanzelf weer af. Mijn auto is een Opel Astra en van dat merk zijn er in Marokko niet veel, maar toevalligerwijs stond er voor de deur van die garage wel een andere Opel, een veel oudere dan de mijne, en het leek een goed idee eens te kijken of het met de carburateur van die auto wel zou lukken. Ik dacht: nu moet ik goed opletten, maar nee, ook met deze carburateur bleef het probleem zich hardnekkig voordoen.
Ik weet niet wat ze daarna hebben gedaan, ze probeerden het mij uit te leggen maar ik begreep het niet, wel zag ik dat ze allerlei dingen uit de motor, rondom de carburateur, losschroefden en schoonmaakten maar nog steeds hielp niks. Daarna kwam iemand op het idee het benzinefilter schoon te maken, dat filter zit vlak achter de tank, en toen deed de auto het weer. De carburateur van de oude Opel zat er nog steeds op en de baas van de monteurs zei tegen mij dat het beter was die erop te laten zitten. Hij zei: die carburateur van jouw auto is niet goed. Wat we ook konden doen, zei hij, was naar de sloop rijden en daar een carburateur halen, en dat zou me zo’n achthonderd dirham, tachtig euro kosten. Hij bood aan me naar de sloop te brengen.
Ik zei dat ik nog wel even wilde zien of mijn auto het ook zou doen met mijn eigen carburateur, en de monteur was zo aardig die er weer voor mij op te zetten, al schudde hij wat meewarig zijn hoofd, het had waarschijnlijk geen zin. Maar met mijn eigen carburateur deed de auto het toch ook weer. De baas zei: laten we even een rondje rijden om te zien hoe het gaat, en dat deden we en er was geen vuiltje aan de lucht. Toch bleef de baas van mening dat ik een risico liep met deze carburateur, ik moest nu geen lange reizen gaan maken. Ik bedankte hem voor zijn goede raad en vroeg hoeveel hij moest hebben voor de reparatie, die zeker drie uur had geduurd. Hij zei: driehonderd dirham. Ik zei dat dat veel was, was tweehonderd ook goed? Hij pakte het biljet van tweehonderd aan.