Nabila moet een hoofddoek dragen. Van Hicham. Hicham is de broer van Touria, en Nabila is zijn nicht van veertien. De moeder van Nabila – de zus van Hicham en Touria – is gescheiden, en sinds haar scheiding woont ze weer in het ouderlijk huis, nu ook met een dochter. Hicham maakte zich nooit druk over wat anderen wel of niet droegen, maar sinds hij een fanatiek moslim is geworden, liggen de zaken anders.
Nabila wil geen hoofddoek dragen. Nabila zegt tegen Hicham: jij bent mijn vader niet, ik luister niet naar jou, en dan ontsteekt Hicham in woede, want dan voelt hij zich klein. En hij was nu juist een strenge moslim geworden om groter te zijn.
Helaas voor Nabila heeft Hicham zo ongeveer de hele familie aan zijn kant als zij brutaal is tegen Hicham, want het gaat de kleine Nabila niet aan brutaal te zijn tegen haar grote oom, hoezeer ze het gelijk ook aan haar zijde heeft. Er zijn vormen die in acht genomen moeten worden. Klein luistert naar groot, punt uit. Als klein brutaal is tegen groot, dan heeft klein ongelijk. De zaak doet er dan niet meer toe.
Helaas ook voor Nabila heeft haar oma – de moeder van haar moeder en van Hicham en Touria – het niet met haar op. Wat hier precies speelt, is moeilijk te zeggen. Zelf denk ik dat het iets te maken heeft met de status van de moeder van Nabila binnen het gezin. De moeder van Nabila heet Bouchra, Bouchra is de oudste dochter, ze zegt niet veel, ze werkt zes dagen per week in een kledingfabriek achter de naaimachine, ze is niet zo slim. Misschien dat oma het irritant vindt dat haar dochter gescheiden is en nu weer terug is in huis, ook nog met een dochter, want dat zijn maar extra monden om te voeden. Maar dat kan het argument niet echt zijn, want Touria is ook gescheiden en ook weer teruggekomen, ook met een dochter, en Touria heeft binnen het gezin een hoge status. En Bouchra werkt, dus ze betaalt voor haar onderhoud.
Bouchra is iemand die er eigenlijk niet toe doet, maar voor haar moeder is het makkelijker om op Nabila te pikken. Bouchra verdedigt haar dochter niet echt. Moeder zou niet op de dochter van Touria kunnen pikken, want Touria is te sterk voor haar. Maar over Bouchra kan zij heen lopen. Dat doet ze niet, maar ze is wel de hele dag bezig Nabila het leven moeilijk te maken. Ruim dit op, ruim dat op, maak dit schoon. Nabila voelt zich een Assepoester en wordt er gek van.
Moeder spant samen met Hicham om haar die hoofddoek te laten dragen. Ze klaagt tegen haar man – de opa van Nabila – dat Nabila brutaal is en niet naar Hicham wil luisteren, ze zit te stoken. Ze heeft de hele dag niks te doen en is diep ongelukkig omdat ze vindt dat ze ziek is en dat niemand dat wil geloven. Van tijd tot tijd ontwaakt ze uit haar klagende sluimer om Nabila op haar donder te geven.
In dit huis werd niet zo veel belang gehecht aan een hoofddoek. Touria draagt er geen. Haar drie zussen dragen soms een hoofddoek, niet altijd. Haar moeder draagt er wel altijd een, maar zij is nog van de oude stempel.
Hicham heeft zich bekeerd tot de oude stempel. Omdat hij een man is, weegt zijn woord in dit huis zwaarder dan dat van zus, die toch de moeder van Nabila is. In de zomer verbood hij Nabila te gaan zwemmen. Dan was ik er en dan wilde ik naar het zwembad en dan zei ik tegen de broers van Touria en ook tegen Nabila: ga mee, want dat kind zat zich de godganse dag thuis te vervelen. Hicham zei dan tegen haar, als ze haar bikini ging pakken, dat ze niet met mij mee mocht, maar Nabila negeerde hem en dan zei Hicham: wacht maar als we straks alleen zijn, dan krijg je een pak slaag. Hicham denkt dat hij een goede moslim is als hij Nabila een pak slaag geeft omdat ze naar het zwembad gaat.
Gek genoeg vond ik de 25-jarige Hicham aanvankelijk de aardigste van alle jongens die daar in huis rondliepen. Hij was geïnteresseerd, vriendelijk, behulpzaam, en je kon ook met hem lachen, hij maakte graag grapjes. Nu is hij nog wel vriendelijk tegen mij, maar alleen voor de vorm. Hij loopt voortdurend met een ernstig gezicht rond, alsof de wereld gered moet worden, te beginnen met Nabila.
Ze is die hoofddoek wel gaan dragen. Dat gezeur iedere dag van Hicham en van haar oma was ook wel zwaar voor haar. Toen haar schoolvriendinnetjes er ook een gingen dragen, gaf ze haar verzet op.