Tegen het einde van de ramadan vroeg ik mijn vriend Abdelkarim over het suikerfeest, wat er dan zou gebeuren, hoe die dag zou verlopen. Hij zei dat ’s ochtends vroeg iedereen naar de moskee zou gaan en daarna kwam men thuis om te ontbijten –
Ik onderbrak hem: gaan de mensen niet naar de hamam? Abdelkarim zei: waarom moeten ze naar de hamam? Hij vond die vraag vermakelijk, omdat ik weer niets van Marokkanen bleek te begrijpen. De mensen hebben ramadan gedaan, zei hij, ze zijn schoon, ze hebben zich vaak gewassen en ze zijn van binnen ook schoon, ze hoeven helemaal niet naar de hamam.
Ik dacht: ze mogen dan wel ramadan gedaan hebben, maar ze hebben ook een nacht geslapen. Dus ze komen met een slaaplucht om zich heen hun bed uit en gaan zo naar de moskee. Is het dan niet fris eerst even te douchen? Toen ik die gedachte uitsprak, schudde Abdelkarim lachend van nee.
Voor Marokkanen is een slaaplucht helemaal niet vies, zei hij. Het heeft niks met schoon te maken. Ze hoeven alleen maar naar de hamam als ze seks hebben gehad.
Dat deed me denken aan die keer dat Touria en ik, en haar familie, het graf van haar broer gingen bezoeken, veertig dagen na zijn dood. We zouden er ’s ochtends heen gaan, maar voordat we gingen wilde Touria naar de hamam. Ze zei dat ze schoon moest zijn als ze het graf van haar broer ging bezoeken. Op dat moment stonden bij mijn auto al vier mensen te wachten, ze zouden met ons meerijden. Tegen die mensen zei ik: we wachten nog even, Touria wil nog naar de hamam. Touria, die net op weg was gegaan, kwam snel teruglopen, ze had gehoord wat ik had gezegd en zei: ssst, je moet niet zeggen dat ik naar de hamam ga, dan denken de mensen dat we seks hebben gehad. Ga nou maar alvast, ik kom later met de taxi.
De familieleden van Touria wisten wel dat we geen seks hadden gehad, omdat we bij hen thuis in aparte kamers hadden geslapen, maar, inderdaad, die twee buurvrouwen die ook bij de auto stonden te wachten, konden hier het hunne van denken. Ik voelde me een blinde in een wereld van glas. De broers van Touria moesten lachen.
Tegen Abdelkarim zei ik, ik dacht slim te zijn: En als je wel naar de hamam gaat, ’s ochtends op de dag van het suikerfeest, dan denken de mensen dat je seks hebt gehad?
Abdelkarim, verbaasd: Waarom zouden ze dat denken?
Ik: Nou, omdat je niet vies naar de moskee wil gaan.
Hij: Maar ze weten toch niet dat je naar de moskee gaat?
Inderdaad, dacht ik. Hoe konden de mensen die je naar de hamam zagen lopen, weten dat je daarna de moskee zou bezoeken? Omdat iedereen ging. Maar blijkbaar ging toch niet iedereen – het hoefde ook helemaal niet. Het was niet makkelijk Marokko te begrijpen.
Ik begreep inmiddels dat er een verschil was tussen viesheid die door seks wordt veroorzaakt en de viesheid van een slaaplucht. De eerste had religieuze connotaties, de tweede niet. Seks maakte onrein. Slapen niet. Dat wil zeggen: voor Marokkanen, niet voor Nederlanders zoals ik, die geen onderscheid meer maken tussen rein en schoon. Ik herinner me dat mijn broer een keer tegen me zei, aan het ontbijt: Heb je niet gedoucht? Ik zei: Ik heb gisteravond gedoucht. We waren op wintersport. Hij zei: Dus jij doucht maar één keer per dag? Ik: Is dat niet genoeg? Hij: Nee, natuurlijk is dat niet genoeg, smeerlap. Een Marokkaan zou dat nooit hebben gezegd.
Op een avond tijdens de ramadan liep ik met Touria door de wijk, en toen zagen we een vrouw lopen met hamamspullen – een mandje met daarin zeep, een washand, een tandenborstel. Touria zei: Die is net ongesteld geweest, ze gaat naar de hamam om zich te reinigen, daarna kan ze weer vasten. Touria ziet iets en weet wat ze ziet. Ik zie hetzelfde maar zie niets.
Vrouwen zijn in Marokko ondergeschikt aan mannen want het zijn maar vrouwen, nietwaar? Het is grappig om te merken dat Marokkanen ook in het vasten wel weer iets vinden om vrouwen eronder te houden. Ik vroeg Abdelkarim of zijn vrouw ook vastte. Hij zei: Ja, natuurlijk. Ik vroeg: En als zij ongesteld is, vast zij ook? Abdelkarim vond het niet prettig over de ongesteldheid van zijn vrouw te praten, maar zei toch: Nee, dan vast zij niet, dat mag niet. Zij moet dat later inhalen. Spontaan voegde hij eraan toe: Zie je, dat is waarom het vasten voor ons moeilijker is. Wij moeten het altijd de hele maand doen. Bij vrouwen is het nooit langer dan drie weken achter elkaar.