Er was een advocaat die ons, Touria en mij, had geholpen met het samenstellen van het hele huwelijksdossier, want het vergt nogal wat papierwerk eer je hier als buitenlander met een Marokkaanse kunt trouwen. We hoefden nu alleen nog maar naar de notaris om een handtekening onder de huwelijksakte te zetten. De advocaat zei ons woensdagmiddag om vijf uur op zijn bureau te Meknes te komen, dan zou de notaris er ook zijn, dan konden we tekenen.
Ik had beter moeten weten dan om drie uur uit Rabat te vertrekken om daar om vijf uur voor de deur te staan. De advocaat was er al wel, het was zijn bureau, maar de notaris niet. Om half zes was-ie er ook nog niet. Ja, zei de advocaat, hij had nog een klus, hij komt zo. Dat soort uitspraken heb ik leren wantrouwen. Ik vroeg: hoe laat is zo? Snel, zei de advocaat, over tien minuten, een kwartier. De notaris had nog iets buiten Meknes te doen maar hij is nu op weg. Ik wist toen dat het nog zeker een half uur zou duren.
Het was steenkoud in het kale kantoor van de advocaat. Het begon inmiddels donker te worden en van de spaarlamp aan het plafond, de enige lichtbron, werd je ook niet vrolijker. Er stond hier een oud bureau, waaraan de advocaat zat, Touria en ik zaten op houten stoelen voor zijn bureau, en Touria’s vader zat in zijn donkerbruine djellaba met de puntmuts op in een zwartleren fauteuil kalm als een monnik te wachten. Er stond ook nog een zwartleren bankstel. Toen ik daarop ging zitten viel de rechterleuning eraf.
In Nederland zeggen de mensen dat je van je huwelijksdag moet genieten, dat je er vooral een leuke dag van moet maken. Een leuke huwelijksdag beschouwen Nederlanders als een recht. In Marokko daarentegen wordt vroeg of laat duidelijk dat iets als recht feitelijk niet bestaat.
De advocaat is een aardige kerel en ik zag wel dat ik hem in verlegenheid bracht door zo duidelijk te laten merken dat dit lange wachten me niet beviel, dus ik hield me in en bewaarde mijn woede voor de notaris. Toen die eindelijk kwam, ruim anderhalf uur te laat, begon ik tegen hem uit te varen: waarom had-ie vijf uur gezegd als-ie pas om half zeven kwam? Wat waren dat voor manieren om vier mensen anderhalf uur te laten wachten? Dit was toch onze huwelijksdag, et cetera. Al droeg-ie een pak en gladde lichtbruine, gevlochten schoenen, de man had het gezicht van een schurk, en was nu vooral verbaasd. Hij keek de advocaat aan: wat wilde die buitenlander nu eigenlijk van hem? Waarom was die zo boos? Hij had werk. Hij had hier niet eerder kunnen zijn! Ik hoorde de advocaat verzoenend zeggen dat hij toch wist dat Europeanen bij de klok leefden, die kwamen op tijd op afspraken, en de notaris zei zoiets als: maar wie heeft in godsnaam vijf uur tegen hem gezegd? Ik had al eerder het gevoel gekregen dat wij, inderdaad, helemaal geen afspraak hadden, dat onze advocaat met de notaris niet meer had afgesproken dan: kom maar aan het eind van de dag, en dat hij zo dom was geweest om tegen ons te zeggen: kom maar om vijf uur, zodat wij dachten dat wij onze huwelijksakte om vijf uur gingen ondertekenen.
De notaris had geen papieren bij zich, we moesten naar zijn kantoor ergens in de oude stad, weer een kwartier met de auto en nog een kwartier lopen. Toen belandden we in een nog triester kamertje waar een nog ouder bureau en nog oudere houten stoelen stonden en ook één peertje aan het plafond hing. De schurk ging nu onze gegevens noteren: wat is de voornaam van je vader, de naam van je moeder, en ik zei: heb ik al die papieren verzameld, dat hele dossier samengesteld, waarin mijn moeders naam wel tien keer voorkomt, moet je dat nu nog een keer vragen! Het maakte me zo kwaad omdat ik begreep dat het betekende dat hij de akte nog niet had opgesteld. En inderdaad, de notaris zei dat hij dat nu ging doen en dat we vrijdag terug konden komen om te ondertekenen.
Wat? zei ik. Nóg een keer naar Meknes komen alleen voor die akte?
Enfin, of we duizend dirham wilden betalen voor het opstellen van de akte, honderd euro. Ik zei: ik betaal niet meer dan vijfhonderd, omdat je ons anderhalf uur hebt laten wachten. De notaris protesteerde een beetje, wisselde een blik met de advocaat en zei toen dat het niet belangrijk was, dat ik kon geven wat ik ervoor wilde geven.
Dat verbaasde me. Eenmaal buiten zei de advocaat tegen me dat het toch echt achthonderd dirham kostte, maar dat als ik het niet wilde betalen… geen probleem, hij zou het wel betalen.