«De jeugd van tegenwoordig houdt van luxe. Ze heeft slechte manieren, veracht alle gezag, heeft geen respect en praat als ze zou moeten werken. Jongeren spreken hun ouders tegen, kletsen in gezelschap, schrokken aan tafel hun eten naar binnen, slaan hun benen over elkaar en tiranniseren hun ouders!» Dit is, geschetst door Sokrates, het eeuwenoude generatieconflict: de oudere voelt zich bedreigd en de jongere voelt zich gefrus treerd.

Post-babyboomers, Doe-generatie, Generatie Knus, pragmatische generatie, hapsnap-generatie, laconieke generatie, materialistische generatie, hedonistische generatie, patatgeneratie, internetgeneratie en digi-kids: de afgelopen jaren zijn ze in noodtempo gesignaleerd, geportretteerd en gedesavoueerd. De snel veranderende samenleving is gefixeerd op alles wat jong, hip en nieuw is en voorspelt de toekomst aan de hand van de lifestyle van jongere generaties. Want, zo zou de geschiedenis leren: nieuwe generaties leiden de oude de toekomst in.

De opvolging der generaties is verantwoordelijk voor intellectuele innovatie en sociale verandering, stelde socioloog François Mentré in 1920. Het doorgeven van «de fakkel van waarheid, schoonheid en gerechtigheid» van de ene generatie aan de andere zorgt voor de vooruitgang. De vraag wat dan wel een generatie was — elk jaar worden immers kinderen geboren — was iets moeilijker. Na hem bedachten Duitse sociologen dat collectieve ervaringen opgedaan in de jaren van puberteit en adolescentie een generatie bepaalden. Karl Mannheim beschreef de formatieve fase, waarin jongeren tussen de 17 en 25 culturele invloeden niet meer onbewust opnemen maar bewust en binnen een eigen normen- en waardenpatroon waarderen. Vooruitgang ontstaat wanneer zij de opgedane nieuwe kennis, voortgekomen uit nieuwe ervaring, meebrengen in de volwassen wereld.

«Ik maak de meest opwindende aller tijden mee; alles verandert, zelfs de aard der veranderingen», schrijft ons covermodel Simon Vinkenoog in dit themanummer. Geen kloof die zijn nieuwsgierigheid niet overbruggen kan. Hij is benieuwd naar wat andere generaties brengen en hij maakt ook niet de indruk na een zogenaamde «formatieve» periode een onveranderlijk, voor de leden van zijn generatie gedetermineerd leven te leiden.

Voldoet de opvatting van de geschiedenis als een optelsom van generatiekloven wel? Is in dat cyclische beeld niet sprake van een eindeloze terugkeer van hetzelfde? Van steeds weer dezelfde strijd van frustratie, opstand, bevrijding en verzoening?

Als laatste grote generatiekloof staat die tussen de naoorlogse babyboomers en hun ouders bekend — hoewel bij nadere bestudering blijkt dat de tijdgeest inderdaad veranderde maar dat veel van de veranderingen niet netto op het conto van een leeftijdsgroep kon worden geschreven. Het desalniettemin aan de babyboomers toegeschreven succes leidde tot een collectief minderwaardigheidscomplex bij hen die eind jaren vijftig en in de jaren zestig werden geboren. Nee, demonstreren deden ze niet, zij waren te zwak om nieuwe idealen te formuleren. Nee, zo'n grote doorbraak als die van de popmuziek in de jaren zestig forceerden ze niet, ze brachten slechts de afbraakmuziek van punk en wat zwakke elektronische echo’s voort. Een eigen stijl? Niemand behalve Simon Le Bon kan ooit echt hebben geloofd in de jaren-tachtig-mix van plastic en pastel. Toen de oudere generatie in groten getale schoolagenda’s, etuis, rugzakken en winterjassen van hun kroost ging bedrukken met logo’s als «My generation» en «The Next Generation» was de vernedering compleet. Vandaar de verbeten toon van de afgelopen weken: met terugwerkende kracht probeerden de postbabyboomers alsnog een eigen generatiekloof te slaan en lieten alle frustraties de vrije loop.

Maar generatiekloven bestaan nog slechts bij een handjevol hoger opgeleide en gefrustreerde dertigers en veertigers — op de boerderij of in de bouw zijn er opvallend weinig. Culturele invloeden verschillen sterk per subcultuur. En het leven is verheven tot één grote formatieve periode. De nieuwe Nederlander kiest zijn culturele invloeden uit alle hoeken, van Thailand tot New York en van Catullus via Jack Kerouac tot de nieuwste door twintigers ontworpen internettoepassingen. Dus waarom zouden Ed van Thijn, Elsbeth Etty of andere «ouderen» van hun plek moeten worden gewipt? Er is ruimte zat. Banen zijn er voldoende en informatie is er te over. Voor de chaos van visies, voorspellingen en verwachtingen die het zwarte gat van de toekomst bedekt, staan alle generaties hand in hand en naast elkaar. Uit hun mengeling borrelt nieuwe kennis en vooruitgang. Ze bieden elkaar een schat aan mooie, frisse ervaringen, waaruit De Groene voor dit themanummer vrij heeft geput.