Het is verleidelijk de Turkse president Erdogan op te nemen in het gebruikelijke rijtje rechtse populisten in Europa, maar bij één kwestie gaat die vlieger niet op: vluchtelingen. De president lijkt wat dit betreft de redelijkheid zelve te belichamen, terwijl de grootste oppositiepartij zich opwerpt als vertolker van de onderbuik – de massale onvrede onder de Turkse bevolking over 3,7 miljoen Syriërs en meer dan een miljoen andere buitenlanders.

Het ziet ernaar uit dat de migranten, naast de kwakkelende economie, het tweede belangrijke onderwerp worden bij de verkiezingen volgend jaar juni in Turkije voor het parlement en het presidentschap. Met name de oppositie denkt stemmen te kunnen winnen met vissen in het troebele water van de xenofobie. Na het uitbreken van de Syrische Burgeroorlog werden de ontheemden door de Turkse bevolking met open armen ontvangen. Tien jaar later is de stemming radicaal omgeslagen, met het bekende repertoire. Ze pikken onze banen in, ze nemen onze buurten over, ze passen niet in onze cultuur, ze zorgen voor onveiligheid en profiteren van voorzieningen waar gewone Turkse burgers geen recht op hebben. Dat laatste betreft overigens alleen de Syriërs, die allen een soort vluchtelingenstatus hebben. De meeste andere buitenlanders zijn illegaal. Jonge, seculiere vrouwen in Istanbul vertellen door Syrische mannen te zijn uitgescholden omdat ze ‘hier niet thuishoren’ met hun korte rokken.

Begin dit jaar maakten honderden Turken amok in een door Syriërs bezocht winkelcentrum in Istanbul. ‘Dit is Turkije, niet Syrië’, scandeerden ze. Syriërs werden aangevallen, winkelruiten vernield. Het geweld zou zijn geëscaleerd nadat een Syriër weigerde een Turkse man een vuurtje te geven. Opmerkelijk is dat juist de sociaal-democratische chp de regering-Erdogan verwijt te weinig te doen om de miljoenen buitenlanders terug te sturen. chp-leider Kiliçdaroğlu zegt dat, mocht zijn partij straks gaan regeren, alle Syriërs binnen twee jaar terug zullen zijn in Syrië. Daarover wil de chp afspraken maken met de Syrische president Assad.

Erdogan kondigde deze maand aan een miljoen Syriërs te willen repatriëren, maar alleen op basis van vrijwilligheid en pas als de Turkse regering in Noord-Syrië woningen voor ze heeft gebouwd.

Het aantal in 2022 getelde doden en vermisten aan de buitengrenzen van Europa, volgens het Missing Migrants Project (IOM): 1144