Vraag in een stripwinkel of ze ook boeken van Andreas hebben en geheid dat de verkoper je overenthousiast meesleept naar een hoekje waar ze een groot deel van de zestig boeken van deze cultauteur keurig hebben gerangschikt. Andreas (Martens) is een tekenaar-scenarist die al meer dan dertig jaar werkt aan een indrukwekkend oeuvre voor de stripliefhebber die een intellectuele uitdaging zoekt. Toch, of misschien juist daarom, lukt het maar niet om het grote publiek te bereiken. Zijn boeken zijn bijzonder fraai en spectaculair getekend, maar missen spontaniteit. Als een architect bouwt Andreas de pagina’s op, die tot in de kleinste details betekenisvol zijn. De bewonderende lezer moet zijn best doen alles in zich op te nemen, het zou namelijk later in het verhaal van belang kunnen zijn. Of misschien zelfs een paar delen later in de serie. Of misschien zelfs in een andere serie waar dit personage ook even voorbij komt. Andreas keert vaak terug naar gebeurtenissen die aanvankelijk minder belangrijk lijken.
De verhalen, die doorgaans meerdere delen en jaren bestrijken, hebben, net als de pagina’s ook de structuur van ingewikkelde bouwwerken, waarin toch veel ruimte is voor improvisatie. Dat heeft te maken met Andreas’ werkwijze. Hij begint zonder duidelijk einddoel, gaandeweg bedenkt hij de richting en hij komt telkens terug op eerdere gebeurtenissen.
Zoals hij zelf zegt: ‘Ook nu nog maak ik dingen zonder dat ik precies weet waarom. Soms duurt het jaren voor sommige stukken op hun plek vallen.’ Dat levert labyrintische verhalen op waarin je makkelijk kunt verdwalen. Andreas ‘leeft’ met zijn personages en komt er voortdurend op terug. Als lezer krijg je de opdracht de gedachtenkronkels te volgen en dat is niet altijd makkelijk. Het gevolg van de architectonische werkwijze, die de lezer uitnodigt tot herlezing en interpretatie, is dat er minder ruimte is voor emoties. Andreas’ verhalen hebben een kille ondertoon omdat de personages zelden laten zien wat ze voelen. Er gebeurt van alles, men reist naar andere dimensies of tijden, onderzoekt een buitenaardse meteoor en probeert te begrijpen hoe het in elkaar zit, maar je ziet zelden iemand lachen, huilen of verliefd worden.
Het fraaiste voorbeeld van die werkwijze is de serie Rork waarmee Andreas eind jaren zeventig debuteerde in het tijdschrift Kuifje. Ruim dertig jaar na die eerste afleveringen zijn alle zeven Rork-albums plus wat korte verhalen gebundeld in twee schitterende boeken. Bovendien keerde Andreas terug naar zijn eerste personage met een nieuw deel De geesten. Al die tijd zat Rork in zijn achterhoofd en kon hij moeiteloos terugkeren naar de verhaallijnen uit het verleden.
Rork begon als een serie korte fantastische verhalen in de stijl van de schrijver Lovecraft. Het mysterieuze personage Rork met lange, witte haren, duikt telkens op als er iets vreemds aan de hand is. Zoals het verhaal De vlek, waarin een directeur van een museum in een klein stadje opeens verandert in een duister figuur met paranormale krachten. De oorzaak blijkt een buitenaardse substantie te zijn die eruitziet als een vlek. Die zat eerst op een schilderij, maar op directeur Ebenezer M. Awridge manifesteert hij zich als een levende entiteit.
In het volgende verhaal ziet Rork opeens een vrouw liggen op een zandvlakte midden in een bos. Ze is buiten bewustzijn en Rork heeft moeite om haar weg te halen. Een vreemde kracht houdt hem tegen. Toch lukt het hem om haar in veiligheid te brengen en hij noemt haar Low Valley. Eenmaal in veiligheid bij Rork thuis verandert zijn huis in een gigantische puzzel. De oorzaak is Low Valley (of Deliah Darkthorn, zoals ze heet) die in haar dromen onbewust materie verandert. Rork beschikt ook over speciale krachten en dringt haar droomwereld binnen om het huis weer in elkaar te zetten. Low Valley en Awridge zijn geen eendagsvliegen, maar keren vaker terug in de verhalen van Rork.
De rode draad van de serie is Rorks strijd tegen het personage Pharass. Pharass is bang voor Rork, omdat hij met zijn sluimerende krachten het evenwicht van het universum zou kunnen verstoren. Rork kan reizen door tijd en ruimte, hoorde hij van zijn mentor Tanemanar (‘de Meester der Dromen’). Maar hoe moet dat dan? En kan hij het vaker, of maar één keer, zoals Tanemanar zei? Rork weet niets van zijn afkomst, omdat hij een paar eeuwen geleden door een eenvoudige smid voor de deur werd gevonden. Toen bleek dat Rork een speciaal kind was dat sneller leerde dan andere kinderen en bovendien voorspellende dromen had, nam de rondtrekkende wijze man Tanemanar de opvoeding over. Vanaf dat moment is Rorks leven één grote zoektocht naar de waarheid over zijn krachten en zijn afkomst. Die voert hem naar plekken waar steevast iets occults aan de hand is. Zoals in Het kathedralenkerkhof, waarin hij midden in de jungle een gotische kathedraal ontdekt die de omvang heeft van een kleine stad. Hoe de bewakers van het kerkhof zo oud konden worden, wordt verteld in een korte strip die er uitziet als een middeleeuws miniaturenverhaal.
De avonturen van Rork schieten alle kanten op. Zo is hij in New York en werkt hij samen met de avonturier-astroloog Capricornus (waar Andreas later een aparte serie van maakte), zo ontdekt hij diep verborgen onder de poolkappen een enorm ruimteschip. Alles draait erom of Rork zijn antwoorden en daarmee rust kan vinden. Wie is hij? Waar komt hij vandaan en hoe ver reiken zijn krachten?
Andreas smeedt alle originele locaties, personages en verhaalvondsten tot een indrukwekkend, rijk geheel waarbij je voortdurend moet opletten. Of moet terugbladeren om te kijken wat er een paar delen geleden precies gebeurde. Daar moet je als lezer van houden, want wie een stripverhaal wil lezen als een snack tussen een paar andere boeken door kan dit beter links laten liggen. Andreas vraagt veel van de lezer, maar geeft uiteindelijk wel antwoorden, dus het puzzelen wordt beloond. Ondertussen zie je hoe Andreas zich in dertig jaar heeft ontwikkeld als tekenaar en dat is nóg een grote attractie van deze superieure bundeling. Van tekenaar wiens krullerige tekeningen niet misstaan in jeugdtijdschrift Kuifje tot een grafisch genie dat met arceringen, witvlakken en symbolen bijna abstracte strips maakt. Voor mensen die na lezing nog steeds vragen hebben, heeft uitgeverij Sherpa elk deel voorzien van uitgebreide interviews met de auteur. Het is aan te bevelen om dit pas na de verhalen te lezen: er wordt veel verklapt. En zoals Rork als jongetje tegen Tanemanar zegt: ‘Er is altijd één vraag meer.’
Andreas
(Martens)
Rork Integraal 1, Doorgangen
Sherpa, 256 blz., € 49,95
Andreas
(Martens)
Rork Integraal 2, Terugkeer
Sherpa, 240 blz., € 49,95
Andreas
(Martens)
Rork De geesten
Sherpa, 56 blz., € 24,95