Islam
Hoewel het artikel «Vermaning aan de mensheid» van Erik van Ree (in De Groene van 13 oktober) om de koran absoluut en letterlijk te interpreteren wel aardig is als gedachte-experiment, doet het een zinvolle koraninterpretatie geen recht. Ter vergelijking, wanneer de bijbel op deze manier geïnterpreteerd wordt, ontstaat er een gelijksoortig intolerant wereldbeeld. In tegenstelling tot wat Van Ree stelt, ben ik van mening dat een wetenschappelijke benadering de tekst wel degelijk recht doet, ook voor gelovige moslims. Een van de meest interessante argumenten hiervoor is geformuleerd door de verlichte Egyptische koraninterpretator Nasr Abu Zayd, thans hoogleraar in Leiden.
Abu Zayd stelt dat het heel goed mogelijk is om op grond van de koran tot een liberaal en tolerant wereldbeeld te komen. Door de nieuwste wetenschappelijke interpretatiemethoden los te laten op de korantekst kunnen er interessante perspectieven ontstaan, zonder dat de interpretatie blasfemisch is voor gelovige moslims.
Stel, de oorsprong van de koran is goddelijk. Dit betekent dat deze oorsprong zich in het metafysische bevindt en dus geen object kan zijn van wetenschappelijk onderzoek. Toch heeft het goddelijke een manier nodig om zich in de fysieke wereld te manifesteren, anders zou het goddelijke voor de mens onkenbaar zijn. Voor iedere religie is dit een voorwaarde. Bij het christendom heeft het goddelijke zich gemanifesteerd in de vleeswording van God in Christus. Bij de islam heeft geen vleeswording van het goddelijke plaatsgevonden, de intermediair tussen God en de mens is de openbaring van de koran, een literaire tekst. In tegenstelling tot de goddelijke oorsprong kan de fysieke manifestatie van de tekst wel degelijk aan een wetenschappelijk onderzoek worden onderworpen en gezien worden in de context van plaats en tijd van het ontstaan.
Abu Zayd stelt dat God een sadist zou zijn als Hij zich niet in een bepaalde culturele context zou hebben geopenbaard; niemand zou immers Zijn openbaring kunnen begrijpen. Daarom moet de korantekst dan ook telkens opnieuw worden gewogen tegen de veranderde omstandigheden, daar een tekst immers altijd weer een nieuwe relatie aangaat met de telkens veranderende culturele context. De intentie van de tekst is dan ook belangrijker dan de letter. Wanneer de korantekst wordt gewogen tegen de omstandigheden van het zevende-eeuwse Arabië kan volgens Abu Zayd de koran niet anders worden begrepen dan als een pleidooi voor vrijheid, wijsheid en naastenliefde. Hij pleit er dan ook sterk voor om de koran vanuit deze geest te interpreteren.
Natuurlijk is dit niet de visie van de islamitische fundamentalisten. In Egypte heeft Abu Zayd zelf grote problemen gehad met de moslimbroederschap en met de geestelijken van de Al Azhar Universiteit. Hij zit dan ook niet voor niets in Nederland. Toch zouden we deze verlichte geluiden uit de islamitische wereld moeten koes teren en blijven benadrukken; volgens mij vormen zij de enige hoop om uit de huidige crisis te komen.
FLORIS SCHREVE, Amsterdam