- Geachte Elena Ferrante, in het voorjaarsnummer van The Paris Review licht u de redenen toe van uw anonimiteit die u nu al een kwart eeuw volhoudt: ‘Aanvankelijk, in 1990, was ik bang om uit mijn schulp te moeten kruipen. Verlegenheid overheerste. Later ben ik vijandige gevoelens ten opzichte van de media gaan ontwikkelen, die geen aandacht besteden aan de boeken om zichzelf, maar een werk alleen wegen al naar gelang de reputatie van de auteur.’
Iets anders wat van grote invloed is op de perceptie van een boek nog voor je het hebt opengeslagen is de cover. De keuze van de Italiaanse en de Amerikaanse covers voor uw vierluik van De geniale vriendin is op z’n zachtst gezegd gewaagd. Op het eerste gezicht lijken het doktersromannetjes. Pas bij beter kijken zie je dat er iets niet klopt. In de mierzoete tafereeltjes van een bruid die aan de arm van haar sterke prins de toekomst tegemoet schrijdt, schattige kleine meisjes aan de vloedlijn, trilt een valse noot, of is het ironie?
Vraag: bent u betrokken bij de keuze van de covers?

Elena Ferrante: ‘Ik hecht nul komma nul belang aan covers, net als aan titels. Ik denk, als het geschrevene erin slaagt de lezer te vangen, hem woord voor woord de tekst in te trekken, dat dan, alleen dan, de meest banale titel en de meest domme cover een aura krijgen, een betekenis krijgen die ze hoe dan ook mooi zal doen lijken.
Dit gezegd hebbende, het klopt wat u zegt, dat de Italiaanse en Amerikaanse covers voor De geniale vriendin een ironische keuze van mij en de uitgever zijn. Ik vond het grappig om mijn lezeressen en lezers een beeld te bieden dat in duidelijk contrast is met de boeken die ik al heb gepubliceerd maar ook met de aard van dit lange, lange en nieuwe verhaal.
Ik wilde in één oogopslag duidelijk maken uit welke materialen ik putte voor dit verhaal, uit welke technieken, uit welke stereotypen. Wat betreft typische wegwijzers om de hoge literatuur van de lage literatuur te onderscheiden, daar heb ik me nooit zorgen over gemaakt. Hoog en laag hebben zich in de geschiedenis altijd gemengd.
Het probleem is dat vrouwen die schrijven nog steeds, vandaag nog, gedwongen zijn om op alle mogelijke manieren aan te geven dat hun werk waarde heeft. Het is behoorlijk weerzinwekkend dat, terwijl er inmiddels toch wereldwijd een grote bloei is in literatuur van vrouwen van hoge kwaliteit, het nog steeds moeilijk is om duidelijk te maken dat vrouwelijke auteurs en lezeressen niet in een literair reservaat voor alleen vrouwen zitten. En dat goede literatuur niet noodzakelijk mannelijk is. ’

- U hebt een unieke vrouwelijke figuur gecreëerd met De geniale vriendin. Zoals u zelf hebt gezegd: Lila, met haar ‘intelligentie die geen enkele baas dient’, heeft overal groot succes, vooral in Amerika. Ze is een figuur buiten iedere canon. Zoveel niet-dagelijkse eigenschappen samengebald in één figuur maken van Lila een vulkaan die haast niet kan bestaan. En toch is haar portret zo precies, zo geloofwaardig. Hebt u Lila gekend?
‘ Lila lijkt op een vriendin uit mijn jeugd. Maar wanneer je schrijft zijn de gelijkenissen met reële personen alleen een startpunt. De rest is taal, fantasie en het plezier om te vertellen. ’

- Een van de belangrijkste Nederlandse schrijvers, Harry Mulisch, heeft ooit in een interview gezegd: ‘Het verbaast me altijd dat niemand zich ooit afvraagt of de kritiek op mijn werk iets is wat ik zelf ook heb gezien, en waar ik toch voor heb gekozen. Bewust.’ Met deze observatie in het achterhoofd denk ik niet dat ik u verbaas wanneer ik u opbiecht dat de ‘fatale liefde’ van de ik-figuur Elena Greco voor Nino me ontzettend heeft geïrriteerd. Iedere keer dat Elena haar jeugdliefde Nino weer tegenkomt verliest ze alles wat ze met zoveel moeite op haar achtergrond heeft veroverd. Ze wordt onmiddellijk een vergiet van geilheid, met een hoop verhullende semi-feministische babbels en geen enkel respect voor de logica van de levens die ze om zich heen heeft gegenereerd, met name dat van haar twee kleine dochtertjes. Als de opportunist Nino eindelijk eens besluit om haar op te merken, aarzelt Elena geen seconde om de bakstenen van haar succesvolle bestaan omver te rammen met een sloopbal.
Elena’s verhouding met Lila is van een heel ander niveau, maar ook daar, alles bij elkaar opgeteld, is Elena de mindere. Lila doet de dingen omdat ze ze voelt, omdat ze geboren worden uit de lava die in haar kookt. Elena doet de dingen omdat ze er haar voordeel mee kan halen. Lila komt haar uiteindelijk ook heel goed uit, per slot, als literaire figuur.
Vraag: hebt u zichzelf op de een of andere manier willen straffen voor de geheime geschiedenis tussen twee vriendinnen die u hebt prijsgegeven? Hebt u de prestatie van Elena, namelijk de verovering van de cultuur, bewust naar beneden gehaald in verhouding tot de natuur, die door Lila wordt vertegenwoordigd? Groot word je geboren, je kunt het niet worden?
‘ U raakt aan een centraal knooppunt van het verhaal. Het ontwarren is aan de lezers. Steeds vaker gebeurt het me dat ik in deze interviews uitleg ga geven over wat ik heb verteld. Om er daarna spijt van te krijgen, want het is een fout. In plaats van vertellen over wat mij leidde terwijl ik schreef, ga ik vertellen over wat ik nu denk, na afloop. En dus een mening zoals ieder ander geven, een gelegenheidsmening, die echter zwaarder weegt omdat het de auteur is die het zegt. Daarmee zou ik het verhaal op slot gooien, terwijl het soepel en elastisch moet blijven volgens zijn natuur. ’

- Napels is sinds enige tijd (opnieuw) de plaats waar alles wat groot en universeel is aan Italië gebeurt. U komt er vandaan, het wereldwijde Gomorra-fenomeen Roberto Saviano, het Oscar-duo Toni Servillo en Paolo Sorrentino… De verklaring zou zijn dat Napels het laboratorium van de wereld is, het laboratorium van de botsing Noord-Zuid, rijkdom-armoede, op een vulkanische aarde die voortdurend schudt en trilt. Er vandaan komen lijkt bepalend te zijn, maar Napolitanen die het maken in de wereld ontvluchten meestal hun geboortegrond. Alsof ze zich hebben gebrand. U hebt dat ook gedaan.
Hebt u bezwaar tegen het stempel ‘Napolitaanse schrijfster’? Hebt u de indruk dat wat u hebt beleefd u alleen daar kon overkomen?
‘ Ik heb er geen hekel aan, maar ik word er ook niet enthousiast van. Ik ken Napels en ik vertel erover, ik kan niet anders omdat het de plaats is waar mijn beslissende ervaringen hebben plaatsgevonden. Het wáár iets heeft plaatsgevonden is beslissend in een verhaal, en je moet de plekken met zo groot mogelijke precisie weten te schetsen. Hoe beter je de plek van handeling in kaart weet te brengen, hoe soepeler en natuurlijker de personages en de tijd van je verhaal lopen. Wat een specifiek verhaal maakt tot een universeel verhaal zou ik niet weten, en volgens mij weet niemand het. Zeker ben ik er niet mee bezig terwijl ik schrijf. Eerder integendeel, zou ik zeggen. Ik wil dat het detail zegeviert, alles moet heel precies en lokaal zijn. Ik houd niet van verhalen en personages die overal ter wereld identiek zouden kunnen zijn. Wat voor zin heeft een verhaal als het niet zijn eigen, onontkoombare specificiteit heeft? ’

- Stilistisch bent u een achtbaan. Soms vat u jaren en gebeurtenissen van uw personages samen in twee, drie zakelijke zinnetjes. Soms zoomt u in tot op het miniemste detail en blijft u maar doorgaan op datzelfde detail, dat door de herhaling zijn gewicht krijgt. Voorbeelden: het eerste paar schoenen dat Lila ontwerpt en in elkaar naait. Of de verdwenen poppen, die Lila zestig jaar later weer boven water laat komen, om eens en voor al duidelijk te maken dat alleen zij het ware verhaal van hun vriendschap kent.
Het is bijna ondenkbaar dat iemand u kan adviseren bij het schrijven, omdat uw stijl afwijkt van alle regels. En toch hebt u vaak gezegd dat de eindfase van uw manuscript, het schaven en vijlen aan de tekst, zeer intens in samenwerking met de uitgever gebeurt. In hoeverre staat u anderen toe u bij het schrijven te adviseren?

‘ Niemand heeft me ooit gezegd hoe en wat ik moet schrijven, dat moest er ook nog bij komen. De eerste versie – die voor mij het meest telt, omdat er eerst niets is en dan ineens is er een verhaal, een ruimte, een tijd, personages, ideeën, kortom een tekst – absorbeert me volledig en dat is de fase waarin ik maar één ding nodig heb: aangemoedigd worden om door te gaan. Als het boek er eindelijk is, begint het werk op de vierkante millimeter. Ik zwoeg heel lang op de tekst, ik schrijf en herschrijf, schrap en voeg toe tot de laatste minuut voor het gedrukt wordt. En natuurlijk denk ik na over iedere observatie of ieder voorstel van de uitgever, van wie de tekst behandelt. Om vervolgens te kiezen voor de weg die mij de juiste lijkt. Ik geloof dat wie schrijft zijn woord in absolute zin moet regeren, in de wetenschap dat het voor altijd ondeelbaar onderdeel van je tekst zal zijn. Het deel van mij dat er publiek toe doet, mijn auteur-zijn, is integraal gedeponeerd in mijn bladzijden. Vandaar dat welke inmenging dan ook ondenkbaar is. ’
- Opgroeien zoals u, in een lelijke, moraal- en zielloze periferie ver verwijderd van het Napels van de ansichtkaart, betekent opgroeien in de marge van de westerse maatschappijen. De jeugd die u omschrijft in De geniale vriendin lijkt meer op de Derde Wereld. Deze omstandigheden leiden tot een zeer extreem emotioneel palet. Of je overleeft, óf je gaat eraan onderdoor. Veel emotionele subtiliteiten die typisch zijn voor onze westerse wereld zijn een luxe, onder die omstandigheden. (Ik heb enorm gelachen om de reactie van Lila in deel 3, als Elena haar over de telefoon vertelt over de typische feministische thema’s van die jaren, de jaren zeventig. ‘Wat lul je nou, Lenù, het genot van de vrouw, de gleuf, we hebben al zoveel problemen hier in de wijk, je lijkt me wel gek.’) En toch spreken uw eerdere romans, zoals Dagen van verlating en De verloren dochter, tot veel ontwikkelde vrouwen van de westerse wereld.
Wat ik me afvraag is dit: heeft de onbarmhartigheid van uw jeugd u in zeker opzicht geanestheseerd tegen de hypocrisie van dat wat je kunt vertellen en niet in de beschaafde wereld? En als ja, beschouwt u het als een voordeel?
‘ Vertellen betekent je voeden uit de chaotische, vaak onverdraaglijke, soms zelfs onzegbare botsingen tussen ons, de mensen van wie we houden en de wereld. Het is moeilijk, er zijn geheime plaatsen die je moet onderzoeken en waar je niet heen wilt. Dat is de taak die je jezelf hebt opgelegd. Om goed je werk te doen is het nodig om jezelf een geestelijke gewoonte aan te leren die je dwingt tot het einde te gaan, koppig, volhardend, zonder compromisoplossingen te zoeken. Ik weet niet of dit met mijn oorsprong te maken heeft, dat zou kunnen, al herinner ik me een kindertijd en een pubertijd die eerder in het teken van angst dan van moed stonden. Maar wat ik belangrijk vind sinds ik ben begonnen te schrijven, is datgene vertellen dat wegglipt, dat moeilijk in woorden te vangen is. Niet dat wat makkelijk is. Schrijven zou ja, altijd moeten reiken naar het onvertelbare. Naar dat wat zich niet wenst te buigen naar de logica van je verhaal dat nou net zo lekker loopt. De verhalen waar het om gaat zijn die waarvan niet eens jij die schrijft weet wat ze betekenen en hoe je ze aan moet pakken. ’
