Wat mij zo boeit aan het begrip ‘interactief’ is dat het een grote vrijheid oproept, maar ook meteen de grenzen van die vrijheid laat zien. De levendige uitwisseling die het woord suggereert, krijgt nog maar op weinige plaatsen gestalte. Vaak is er nauwelijks sprake van uitwisseling.
Een geweldig voorbeeld is het het tv-programma dat RTL5 onlangs uitzond rondom de Nederlandse popzanger Danny de Munck. Om te onderstrepen dat zijn zangcarriere met zijn nieuwe cd een nieuwe fase is ingegaan, presenteerde onze Danny zich niet alleen met een nieuw uiterlijk - met baard van drie dagen - maar maakte hij ook zijn publieke entree in een nieuw medium. Interactieve tv. Dat is heel wat anders dan gewone tv. Het onvermijdelijke promotie-interview, waarvoor de zanger een jaar geleden nog alleen maar terecht kon bij de bestaande programma’s, werd nu in een spectaculaire vorm gegoten. Speciaal voor dit interview was er een soort Danny de Munck-machine ontworpen. Danny zat helemaal alleen in een studio-hokje, met z'n gezicht naar de camera, en werd ondervraagd door een blikkerig vervormde vrouwenstem. Dat was slim bedacht van de makers: op deze manier was er geen externe interviewer nodig. En zo werd dus vermeden dat Danny zou worden geconfronteerd met onverwachte vragen en ongewenste meningen over zijn nieuwe produkt.
Tegelijkertijd werd met die computerstem vermeden dat het interview een klef onderonsje zou worden van twee ingewijden. Zo'n computerstem heeft immers iets afstandelijks. Deze stem stelde de vragen streng, soms plagerig, maar niet overdreven vriendelijk. Het was alsof onze Danny onderworpen was aan een objectieve test die iedere bekende Nederlander ten deel zou kunnen vallen.
Dat idee werd nog versterkt door de rol die de kijkers bij dit programma konden spelen. Zij konden Danny de Munck namelijk beoordelen. Voortdurend knipperde er tijdens het interview in de periferie van het beeld een telefoonnummer met een aantal aanwijzingen. Spreekt Danny de waarheid? U kunt nu bellen. Draai een 1 als u denkt dat hij de waarheid spreekt, draai een 2 als u denkt dat hij niet de waarheid spreekt.
Het publiek als leugendetector. Dat was interessant geweest als de ‘score’ van Danny ter plekke te zien was geweest. Dan had dit interactieve programma gewerkt als een genadeloze mediatraining waar Bolkestein graag aan deel had willen nemen. Maar met de telefoontjes van het publiek werd een duistere goocheltruc uitgevoerd. Als ‘het publiek’ Danny geloofde, werd er een videoclip van Danny’s nieuwe cd gedraaid. Als Danny loog, werd er een filmpje vertoond dat Danny liever niet meer terug wilde zien.
Dat laatste had op z'n minst nog leuk kunnen worden. Maar ten eerste deed Danny erg zijn best om zo saai en dus zo waar mogelijk voor de dag te komen. Ten tweede waren die straffilmpjes heel erg kort terwijl die clips helemaal werden gedraaid. En ten derde zag je Danny niet reageren op die straffilmpjes. Hij heeft ze waarschijnlijk helemaal niet gezien tijdens de opnames. Dus: geen schaamrood op de wangen, geen verlegen lachje, geen wanhopige uitroep.
Conclusie: alles was zo opgezet dat Danny zo goed mogelijk voor de dag kon komen. Het publiek had nauwelijks iets in te brengen. Voor straf plaatsen we bij deze tekst een foto waarop Danny staat zoals hij zich nu juist niet wil laten zien. Zonder baard van drie dagen.
Rubriek
Inter-non-actief
Het toverwoord van deze tijd is ‘interactief’. Zowel in de kunst als in de massamedia zie je dit woord met grote regelmaat opduiken. Het wordt overal voor gebruikt. Een stripalbum met bijna onleesbare tekstballonnetjes werd bijvoorbeeld onlangs in de Nieuwe Revu vrolijk een ‘interactieve strip’ genoemd. Activiteit is hier teruggebracht tot zeer aandachtig lezen. In dat geval bent u, lezer van dit stukje, al interactief bezig als u slechte ogen heeft, deze Groene slecht gedrukt is of als u deze regel drie keer moet herlezen om te begrijpen wat er staat. Maar het geeft wel aan dat we het niet zo nauw moeten nemen met de activiteit die dit woord suggereert. En dat de invloed die we in het interactieve tijdperk zelf kunnen uitoefenen op de media die ons omringen, niet overal even groot is.
www.groene.nl/1995/27