De Amerikaanse misdaadserie Crime Scene Investigation is zo succesvol dat er inmiddels drie verschillende versies van zijn: CSI, CSI Miami en nu CSI New York, dat onlangs van start is gegaan bij Yorin. In alle gevallen is de hoofdverhaallijn de zelfde: een getourmenteerde, ou dere man geeft leiding aan een team jonge forensische experts dat iedere week moorden moet oplossen. Anders dan in thematisch verwante thrillers als Se7en (1995) van David Fincher of Jonathan Demmes baanbrekende Silence of the Lambs (1991) is de focus in CSI niet op actie, maar op een intiem detail van een misdaad: een vingerafdruk op een stukje huid, een spermaspoor, een plukje haar of een schoenafdruk in een plas bloed. Al pratend en deducerend ontrafelen de rechercheurs het mysterie, alsof zij Sherlock Holmes zijn in de moderne wereld.

De technoglans van Las Vegas, Miami of Manhattan is ver te zoeken in Memories of Murder. Het is 1986. En het regent eindeloos. In een rioolpijp in een klein stadje buiten Seoul vinden kinderen het lijk van een vrouw, verkracht en vermoord. Tot 1991 zullen nog negen vrouwen van tussen dertien en 71 jaar hetzelfde lot treffen. Wegens het uitblijven van doorbraken door de onderzoekende rechercheurs, onder leiding van Park Doo-man (Song Gang-ho), arriveert Seo Tae-yoon (Kom Sang-kyung) uit de hoofdstad om de moorden op te lossen. Hij stuit op een achterlijk politieapparaat. Zelfs het simpelste DNA-onderzoek blijkt te hoog gegrepen: het monster moet naar de FBI in Amerika.

Regisseur Bong Joon-ho speelt op verrukkelijke wijze met het verwachtingspatroon van de kijker door de sfeer van incompetentie van de Koreaanse rechercheurs uit te vergroten. Dat leidt tot prachtige scènes waarin hilariteit in schril contrast staat met het geweld van de misdrijven. Als Park een voetafdruk in de modder vindt, stelt hij die «veilig» door er met een stok een cirkel omheen te trekken. Twee tellen later rijdt ie mand met een tractor over zijn bewijsstuk heen. Het enige wat hij kan doen, is verontwaardigd kijken. Wanneer Park en Seo eindelijk een verdachte te pakken hebben, kunnen zij niet hardmaken dat hij de dader is. Zij krijgen last van gewetenswroeging. Zij voelen aan dat hij de moorden heeft gepleegd. Moeten zij hem laten gaan? Dit conflict leidt tot prachtig melodrama. Dat kenmerkt de recente Koreaanse populaire cinema, bijvoorbeeld de oorlogsfilms Taegukgi en Silmido, waarin de personages een soort onmogelijke romantiek tentoonspreiden. Dat wil zeggen: in een nevel van lichtgroen vechten en schreeuwen mensen, ogenschijnlijk verwikkeld in een bizar, existentieel spel waarbij het con trast tussen oud en nieuw, tussen heden en verleden, vernietigend is.

De titel van de film raakt de kern. Seriemoordenaarfilms als deze en series als CSI draaien om het reconstrueren van een mo ment uit het verleden. Door herinnering is het mogelijk het intieme detail te vinden dat de sleutel tot het geheim bevat. Maar de confrontatie met het verleden is traumatisch. Net als in 2046 van Wong Kar Wai overheersen in Memories of Murder gevoelens van verlies en berouw. Beide films hebben niets met elkaar te maken, maar zij eindigen hetzelfde: een man staart naar de camera, met in zijn ogen een zweem van herkenning. Hij heeft een vreselijke waarheid ontdekt: het verleden is onbereikbaar.

Memories of Murder is te zien vanaf 31 maart; CSI en CSI: Miami zijn verkrijgbaar op dvd