Is de invloed van de media nou zo groot, zoals Dijkstal (VVD) beweert? Ik zou niet precies weten hoe je dat zou kunnen meten. In ieder geval wordt altijd verwezen naar een paar zaken: Berlusconi, die in Italië veel mediabedrijven in handen heeft en dus minister-president is geworden, en CNN dat wereldwijd te ontvangen is en zijn berichtgeving vanuit een bepaalde westerse politieke visie de wereld instuurt. Zonder CNN geen oorlog in Irak, is zon beetje de conclusie.
Eerst iets over Berlusconi. Het zal best dat hij allemaal media bedrijven heeft en aldus een grote invloed. Maar in Italië heerst ook democratie. Wanneer de bevolking van Italië iets anders wil, dan kan dat. «Ja, maar dan worden ze gemanipuleerd door de media van Berlusconi.» Dat zal best, maar als iemand zich bedonderd voelt, kun je nog zoveel media hebben, je wilt je lot toch veranderen. En als de media van Berlusconi zo behendig zijn dat de mensen zich schikken in hun lot, dan kun je dat toch die media niet verwijten?
Dan het geval CNN. Ikzelf zie niet dat ze onjuist of vals of gemanipuleerd nieuws uitzenden. Maar goed, dat kan mijn naïviteit zijn. Wellicht besteden ze meer aandacht aan Amerikaanse kwesties dan aan wereldkwesties, maar dat is hun goed recht. Je kunt Het Parool ook niet verwijten dat ze veel nieuws over Amsterdam hebben en niet over Ghana. Daarbij wordt ons niets opgelegd. We hoeven niet naar CNN te kijken, we hebben ook onze eigen zenders, ons nieuws wordt niet gecensureerd. Sterker, we kunnen ook, als we dat willen, naar Al Jazeera kijken, of wat er ook maar in de lucht zit. We kunnen vrij internetten en e-mailen, kranten oprichten, zenders oprichten, we zijn volkomen vrij.
Dan iets over het verwijt van Dijkstal. Wat hij eigenlijk wil zeggen is: de waan van de dag kan zo sterk zijn dat de grote lijnen verloren gaan omdat die geen aandacht meer krijgen, en daarnaast gaat het zo om het imago van de politicus dat zijn ideeën er niet meer toe doen. Ik zal niet zeggen dat daar niets van klopt. Maar toch een paar kanttekeningen.
Eerst weer die grote lijnen. Wie wil kan precies die grote lijnen volgen, beter dan ooit. Juist via de pluriforme pers, en via internet, of wat dan ook. Mij interesseert het niet, maar als ik wil weet ik binnen een uur wat het CDA precies wil. Sterker, zelfs als ik geen journalist zou zijn, zou ik de partij kunnen bellen, e-mailen, schrijven, ze willen me maar al te graag te woord staan. Het probleem is eerder dat niemand die grote lijnen wil zien.
Dan het imago dat belang rijker zou zijn dan de ideeën. Die twee, imago en ideeën, hebben iets gemeen, namelijk: beide zijn tijdelijk en trendgevoelig. Wie mij tien jaar geleden had verteld dat een kale homo met twee hondjes populair zou worden met uitspraken als: «Liever een darkroom dan de kerk», had ik voor geschift verklaard. Als je politiek bekijkt, zie je dat imago en ideeën vaak hand in hand gaan, en niet altijd terecht. Ooit was Van Mierlo razend populair, ooit Joop den Uyl, ooit Paul Rosenmöller, ooit Balkenende, ooit Pim Fortuyn. Zelfs Dijkstal was ooit populair. Maar dat vergaat. In de cultuur zie je hetzelfde. Ooit was A.F.Th. populair, ooit was Gerard Reve populair, ooit was noem maar op populair.
Een sterk imago wint, maar wat een sterk imago is weet je niet, omdat het iets is wat alleen maar bestaat bij de ander, en nooit bij jezelf. En omdat het vergankelijk is.
Imago is dus niet iets om bang voor te zijn. Een sterk imago wekt ook sterke anti-imago-gevoelens op. De beste politicus van het afgelopen jaar was de volstrekte tegenpool van Fortuyn: de heer Rouvoet.
De invloed van de media is niet zo groot.