
Over deze kwestie publiceerden we vorige week het verhaal ‘Polderen in Tunis’ van Marijn Kruk. Tunesië bevindt zich sinds de ‘Jasmijnrevolutie’ van 2010-11 in een transitieperiode. Na twee politieke moorden in 2013 werd op 26 januari van dit jaar een nieuwe grondwet aangenomen.
‘Dat was een indrukwekkend moment’, zegt parlementslid Souad Abderrahim van de islamitische partij Ennahda. Ze herinnert zich hoe parlementsleden van uiteenlopende politieke gezindten kriskras door elkaar heen liepen, elkaar feliciterend. ‘De opluchting was zó groot. Veel parlementsleden stonden met tranen in hun ogen, ik in ieder geval.’
De nieuwe grondwet wordt algemeen beschouwd als een overwinning van de democratische krachten in Tunesië. Sindsdien gaven de politieke partijen in het land blijk van volwassenheid. Ze wisten tot dusver te vermijden dat de democratische transitie van de rails liep.
Toch is de revolutie van 2011 nog allerminst in veilige haven. De economische situatie, de directe aanleiding van de opstand tegen Ben Ali, is er alleen maar slechter op geworden. Daarbij zijn er tal van gewapende islamistische groepen actief: de terreurdreiging is reëel. De instabiele toestand van buurland Libië helpt ook niet. En het is nog maar helemaal de vraag hoe stevig de consensus van afgelopen jaar in werkelijkheid is.
De verkiezingsoverwinning van de islamitische partij Ennahda, ook in 2011, werd door sommigen gezien als de ironie van de geschiedenis. De opstand tegen Ben Ali werd gedragen door jongeren die individuele vrijheid en werk eisten. De protestbeweging was nationaal en seculier, verwijzingen naar de islam waren nergens te bekennen. Maar al spoedig was uitgerekend een partij die zich op de islam beroept het gesprek van de dag.
Ennahda-partijleider en -ideoloog Rached Ghannouchi moderniseerde het discours van de politieke islam. Zo ontwikkelde hij een islamitische variant van volkssoevereiniteit en beargumenteerde hij dat moslims de de sharia, de islamitische wet, naar eigen inzicht konden toepassen. Dat waren belangrijke innovaties. Maar is het genoeg om de politieke islam in te passen in een democratisch bestel zoals wij dat in het Westen kennen?
Bij de verkiezingen die morgen in het land gehouden worden speelt de wezensvraag voor de hele Arabische wereld: kunnen liberale democratie en politieke islam samengaan? ‘Probleem is dat er sprake is van twee onverenigbare wereldvisies’, zegt auteur Shadi Hamid. Is verzoening mogelijk? Lees het hele verhaal.
Nog geen abonnee? U leest de Groene digitaal al vanaf 4,95 voor één week. ‘Polderen in Tunis’ is ook te lezen via Blendle.
De foto is gemaakt in Sidi Bouzid, de Tunesische stad waar straathandelaar Mohamed Bouazizi zichzelf in brand stak tegen de inbeslagneming van zijn waren. Hij ontketende hiermee de Arabische lente (Davide Montelleone / VII / HH).