Het vorige week verschenen rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), Dynamiek in islamitisch activisme, wil tegenwicht bieden aan generalisaties over islam, democratie en recht. Kopstukken als Maxime Verhagen en Ayaan Hirsi Ali zetten het rapport meteen ongelezen bij het grofvuil. «Lariekoek», zei Verhagen.Het WRR-rapport knoeiwerk noemen is net zo misplaatst als stellen dat het onpolitiek is. De studie getuigt van helder, gefundeerd onderzoek. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat het een politiek oogmerk heeft: het doorbreken van een «klimaat van confrontatie». De Groene Amsterdammer heeft het rapport wél gelezen. Hieronder houden wij de vier hoofdstukken tegen het licht. Ook vroegen wij de vooraanstaande (en omstreden) islamoloog Tariq Ramadan naar zijn mening.