Tel Aviv − De stormloop van vierhonderd Israëlische kolonisten op het Palestijnse stadje Hawara, die willekeurig huizen van Palestijnen in brand staken, auto’s vernielden, meer dan honderd Palestijnen verwondden en een man doodden, werd door de Israëlische minister van Financiën Bezalel Smotrich aangemoedigd met de opmerking dat heel Hawara weggevaagd moet worden. De Israëlische regering veroordeelde de daad van de joodse terroristen niet, maar zei voorzichtig ‘foei, foei, foei, je moet het aan ons overlaten’. En dat laatste is de overheid wel toevertrouwd.
In de eerste twee maanden van 2023 zijn er al 41 Palestijnen, waaronder een kind, door het leger en joodse kolonisten op de Westoever gedood, volgens cijfers van de VN-organisatie ocha. Tegelijkertijd krijgen familieleden van door Israël aangewezen Palestijnse terroristen geen reisvergunningen en worden hun huizen platgewalst.
‘We zullen die Palestijnen op hun knieën krijgen’, luidt de dappere taal van de ministers Ben Gvir en Smotrich. De bouw van joodse nederzettingen gaat gestaag verder terwijl aan Palestijnen nauwelijks nog bouwvergunningen worden verleend, zodat er binnenkort geen ‘Palestijnse’ gebieden meer over zijn om voor te strijden.
Maar dit gaat de regering niet ver genoeg. Israëliërs, met name die moedige kolonisten op de Westoever, moeten zich beter kunnen beschermen tegen de Palestijnse terreur en dus is het wapenvergunningsbeleid voor Israëliërs inmiddels versoepeld. In principe kan iedere kolonist nu legaal als een schietgrage cowboy met een colt in de holster rondlopen, een recht dat uiteraard aan Palestijnen niet is voorbehouden.
Desalniettemin zijn de Palestijnen niet klein te krijgen en dus grijpt het kabinet naar nog zwaardere middelen. Een wetsvoorstel om de doodstraf in te voeren voor dodelijke terreurdaden tegen Israëliërs is op 1 maart door de meerderheid van de Knesset voorlopig goedgekeurd en gaat nu voor verder beraad naar het veiligheidskabinet.
Dat zo’n ernstige strafmaatregel door de westerse wereld wordt afgekeurd en − samen met de voorgestelde rechtshervorming, die aan de regering en de Knesset absolute macht zou geven − de internationale geloofwaardigheid en kredietwaardigheid van Israël in gevaar brengt, lapt de regering aan zijn laars. Want het Westen moet zich niet met interne Israëlische aangelegenheden bemoeien. Die tegendraadse houding zou ertoe kunnen leiden dat de internationale geldkraan dichtgedraaid wordt, buitenlandse investeerders verdwijnen en ook Israëliërs op de loop gaan.