De aanstaande verkiezingen in de joodse staat, op 29 mei, bieden een noviteit. Israels burgers hebben voor het eerst twee stemmen tot hun beschikking, één voor de Knesset en één voor de rechtstreeks te verkiezen minister-president. Naar deze post dingen twee kandidaten: de huidige premier Shimon Peres, de leider van de Arbeiderspartij, en zijn rechtse tegenhanger Benjamin Netanyahu, de chef van de conservatieve Likoed.
Daarmee heeft het charisma zijn intrede gedaan in de Israelische politiek. Dat is ook de reden waarom velen niet zo gelukkig zijn met die rechtstreeks gekozen minister-president. Leidt zo'n gepersofinieerde verkiezingscampagne niet af van belangrijker programmatische strijdpunten, te weten territorium of vrede? De Arbeiderspartij was van het begin af aan sceptisch, maar ging om omdat Rabin als een aantrekkelijker lijsttrekker werd beschouwd dan een ouwe zeurpiet als Shamir. Rabin wist Likoed inderdaad naar de oppositiebanken te verdrijven, maar nu, na zijn dood, zit de Arbeiderspartij plotseling met Shimon Peres, die ongetwijfeld een internationale glansrol speelt, maar het toch minder goed doet bij het electoraat en qua presence in elk geval in de schaduw staat van een ‘sexy yup’ als Benjamin (‘Bibi’) Netanyahu.
Inderdaad, Israel is zonder meer een volwassen veelpartijendemocratie. Met als nadeel de inherente politieke versnippering. De polarisatie tussen de twee grote partijen is toegenomen sinds Israel in 1967 heer en meester over de Westoever en de Gazastrook werd, gebieden vol bijbelse associaties, maar bevolkt door opstandige Palestijnen die aan de bijbel geen boodschap hadden. Dus raakte Israel verdeeld tussen duiven, die de bezette gebieden als een onderpand zagen voor vrede met de Arabische buren, en haviken die deze territoria als ‘bevrijd’ beschouwden. De Arbeiderspartij lieerde zich aan het ‘vredeskamp’, de Likoed was de woordvoerder van het ‘nationale kamp’; qua sterkte ontliepen zij elkaar niet veel, zodat naar de hand van de kleine partijen moest worden gedongen. Dat waren veelal minuscule ultra-orthodoxe partijen, die zo hun eisen hadden op het gebied van gevoelig liggende terreinen als huwelijk en echtscheiding, maar voor de rest de binnenlandse en buitenlandse politiek genadiglijk aan de grotere partner overlieten.
Andermaal dreigen de ultra-orthodoxen straks in een sleutelpositie te komen. Zowel Peres als Netanyahu zijn dan ook de afgelopen weken nederig naar de opperrabbijnen gepelgrimeerd, een onverkwikkelijk schouwspel dat Israels seculiere meerderheid te denken zou moeten geven.
Wie hunner straks de verkiezingen zal winnen, hij opereert in het schemergebied tussen een parlementair en presidentieel bewind. De weerstand tegen deze constructie loopt door de partijen heen. Gaat Israel de weg van de amerikanisering op? Het lijkt van wel. Verontruste kiezers worden door Peres gepaaid met de aanstaande referenda over de toekomst van de Westoever en de Golanhoogvlakte. Daar staat weer de democratische winst tegenover van de recentelijk ingevoerde primaries naar Amerikaans model, die de partijen werkelijk hebben gedemocratiseerd en een einde hebben gemaakt aan de macht der apparatsjiks, opererend vanuit de rokerige binnenkamertjes van het Centraal Comité. Al is de winst weer betrekkelijk: de genoemde apparatsjiks hebben plaats moeten maken voor de nieuwe makelaars in de macht, de reclamespecialisten, opinie-onderzoekers en journalisten van populaire televisieprogramma’s.
Centraal in de verkiezingsstrijd staat andermaal het vredesproces. Is het vredeskamp (Arbeiderspartij, de wat linksere Meretz, met de gedoogsteun van de communisten en de Arabische lijsten) straks in staat de meerderheid van de Knesset te veroveren? Na de moord op Jitzak Rabin leek links op rozen te zitten. Maar de laatste serie aanslagen, gepleegd door islamitische fundamentalisten, heeft de voorsprong danig aangetast. Als Peres wint, zal hij waarschijnlijk weer op tegensputterende, naar rechts tenderende bondgenoten zijn aangewezen; de aloude orthodoxen, of wellicht Nathan Sjaranski’s nieuwe Sovjet-emigrantenlijst, die wel eens de verrassing van de verkiezingen zou kunnen worden. Het is zelfs niet onmogelijk dat Peres in het Likoedkamp weet in te breken. Vele Likoedaanhangers zijn ontevreden met de hooghartige, zo niet dictatoriale, wijze waarop Netanyahu opereert. Hier wreekt zich de samenstelling van zijn partij: anders dan de Arbeiderspartij is Likoed een optelsom van elkaar beconcurrerende bazen en baasjes.
Het wordt dus weer eens zeer spannend. Zij het dit keer opmerkelijk tam, in elk geval naar Israelische maatstaven. Voor het eerst zijn dit jaar geen Arabieren doodschietende kolonisten op het televisiescherm te zien geweest. Verbaal geweld is niet meer oorbaar; ook het ‘nationale kamp’ is betrokken bij de nationale rouw om Yitzhak Rabin. De strijd tussen de twee kandidaten spitst zich inmiddels toe op die paar procent zwevende kiezers in het midden, hetgeen weinig ruimte laat voor extreme standpuntbepalingen, links noch rechts. Zo opereren de beide heren in de vermomming van de andere: Peres gedraagt zich als een gematigde houwdegen en Netanyahu lijkt af en toe een rasechte pacifist.
Het zijn amusante taferelen: Peres, in een windjack gestoken, op bezoek bij ‘onze jongens in Libanon’, Netanyahu die aankondigt misschien, heel misschien, met Yassar Arafat te gaan praten. Onderwijl stiekem hopende op een nieuwe terroristische aanslag, liefst de dag voor de verkiezingen, zodat hij aan de paar duizend extra stemmen wordt geholpen die het verschil betekenen tussen regeren en opponeren.